5-249COM | 5-249COM |
De heer Rik Daems (Open Vld). - In het verleden werden al meermaals vragen gesteld over het Kringloopfonds, maar inmiddels zijn nieuwe elementen opgedoken die me ertoe aansporen deze aangelegenheid opnieuw aan de orde te brengen. Het Kringloopfonds is nog steeds in vereffening. De vooropgestelde datum van vereffening is 2029, wat samenvalt met de uiterste vervaldag van de leningen.
Het fonds werd op 13 mei 2003 door de federale overheid opgericht. Het Kringloopfonds had als doel "elke vorm van tussenkomst ten voordele van organisaties of ondernemingen die tot de sociale en duurzame economie behoren, met name de participatie in het kapitaal en/of het verstrekken van leningen", wat een ruime omschrijving is.
Om deze opdracht in te vullen beschikte het fonds over een bedrag van maximaal 75 miljoen euro, gebruik makend van leningen of van de uitgifte van obligaties op naam met staatswaarborg met een looptijd van minimaal vijf jaar. Einde 2009 bleek het Kringloopfonds, al dan niet bewust, te hebben belegd in toxische producten van onder meer KBC, de inmiddels beruchte collateralized debt obligations, CDO's, die zwaar werden getroffen door de financiële crisis.
Op 31 december 2010 werd een waardevermindering geboekt van 25 500 000 euro op toxische kredieten van KBC en van 894 167 euro op gelijkaardige toxische producten van BNP Paribas Fortis, een waardevermindering van in totaal 26 394 167 euro. Toch werd ze niet definitief afgeboekt daar de CDO's einde 2016 aflopen.
In mei 2011 antwoordde de financiële groep KBC afwijzend op een vraag van het Kringloopfonds naar schadevergoeding voor waardeloos geworden herverpakte kredieten. Als vereffenaar werd het Participatiefonds aangesteld.
Ook diverse al dan niet beursgenoteerde bedrijven moesten zware minwaarden boeken op beleggingen van KBC in CDO's. Vele van hen aanvaardden het standpunt van de bank niet en aldus werden diverse rechtszaken opgestart om de geleden schade te recupereren en werden er ook minnelijke schikkingen getroffen.
Op 30 augustus maakte KBC bekend dat een schikking getroffen werd met de Amerikaanse kredietverzekeraar MBIA via een dochter in de Kaaimaneilanden. KBC wilde niet kwijt hoe groot de schikking was. Daar gaat het me ook niet om, wel om de vaststelling dat het mogelijk blijkt te zijn over dit soort van beleggingen een schikking te treffen met KBC.
Op 30 april 2013 sprak de rechtbank van koophandel te Brussel zich uit in de zaak Koramic v. KBC. Koramic kocht in 2006-2007 voor 35 000 000 euro CDO's van KBC. Eind 2008 bleek de waarde van deze CDO's tot nul herleid te zijn. Het vonnis stelde dat KBC tekortschoot in haar informatieplicht betreffende de dalende waarde van de CDO's. Koramic betaalde KBC bovendien een beheersvergoeding van vijf basispunten per kwartaal en meende dat KBC dit beheer niet voldoende ernstig nam. Het vonnis volgde de eisende partij ten dele en wees Koramic een schadevergoeding toe ten belope van de helft van de oorspronkelijke waarde van de CDO's.
Vanuit mijn bezorgdheid om de publieke middelen die we, met een nobel doel voor ogen, in een fonds hebben gestoken waarvan ten gevolge van de financiële crisis niets is terechtgekomen, wil ik enkele vragen tot de minister richten.
Kan de minister meedelen of de minwaarde van de beleggingen die het Kringloopfonds deed bij diverse banken nog verder is opgelopen? Kan hij ook een overzicht geven van de activa en de passiva, zodat we weten waar we precies staan?
Kan hij meedelen of het Kringloopfonds een beheersvergoeding per kwartaal of op andere basis betaalde aan de respectieve banken? Ik veronderstel dat dit het geval was, want zulke packages voorzien normaal gezien in een beheersvergoeding, waardoor de bank die in het kader van dat beheer haar klant op de hoogte moet houden, aansprakelijk is.
Kan de minister meedelen of het in het licht van het vonnis en de dading in de zaak Koramic v. KBC niet opportuun is om de zaak van het Kringloopfonds opnieuw aanhangig te maken, aangezien er nu argumenten zijn die een schadevergoeding kunnen verantwoorden en tot een schikking kunnen leiden. Ik herinner de minister aan het dossier Merrill Lynch, dat door Herman De Croo en mijzelf werd aangekaart. Binnen enkele weken na het opstarten van de procedure heeft dat bedrijf enkele miljarden betaald. Het wist immers dat het op het vlak van aansprakelijkheid een fout had gemaakt.
Aangezien KBC klaarblijkelijk een schikking heeft bereikt in het dossier MBIA, lijkt het logisch dat de opbrengst van deze schikking proportioneel wordt verdeeld over de diverse gedupeerden en dat ook de vereffenaar van het Kringloopfonds hiervan een deel ontvangt.
Kan de minister gedetailleerd toelichten hoeveel de schatkist, inclusief de kosten van vereffening, tot op heden definitief heeft verloren of zal verliezen, op basis van de reeds geboekte waardeverminderingen en de kosten van vereffening? Hoeveel kunnen we daarvan recupereren? Wat zal met die middelen gebeuren? Zal het doel van het Kringloopfonds worden nagestreefd met een ander vehikel?
Kan de minister meedelen of hij overweegt om de juridische claim jegens de banken die de CDO's verkochten, te gelde te maken, naar het voorbeeld van diverse banken die hun juridische claims ten gevolge het faillissement van Lehman Brothers verkochten aan hefboomfondsen?
Ik ben me ervan bewust dat ik detailvragen heb gesteld. Ik ben dan ook graag bereid hierop deels een schriftelijk antwoord te ontvangen. Het gaat me immers vooral om het principe en om de mogelijkheid om, eventueel via de vereffenaar, maar onder de verantwoordelijkheid van het Parlement, middelen te recupereren waarvan wordt verondersteld dat ze definitief verloren zijn. Ik herhaal dat mijn vraag is ingegeven door nieuwe elementen die aangeven dat zo'n juridische procedure niet nutteloos hoeft te zijn.
De heer Koen Geens, minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken. - Het Kringloopfonds heeft geen andere minderwaarden of waardeverminderingen op beleggingen geboekt dan deze die de spreker heeft aangehaald. Ik zal hem de niet geauditeerde balans bezorgen van het fonds per 30 juni 2013, waarin alle activa en passiva volgens hun actuele boekwaarde zijn opgenomen. Volgens de gegevens in het bezit van de vereffenaar heeft het Kringloopfonds geen beheersvergoedingen betaald.
Zoals werd geantwoord op de schriftelijke vraag 345 van volksvertegenwoordiger Georges Gilkinet van 27 april 2011, heeft de vereffenaar in samenspraak met de hoofdaandeelhouder, meer in het bijzonder de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM), voorlopig beslist om geen rechtsvordering in te stellen wegens tekortkoming in de informatieverplichtingen van de betrokken banken.
Zoals aangegeven in het antwoord op de schriftelijke vraag 5-3115 van senator Alexander De Croo van 21 september 2011, hebben de vereffenaar, zijnde het Participatiefonds, en de hoofdaandeelhouder van het Kringloopfonds, de FPIM, in november 2009 KBC verzocht een regeling te treffen betreffende de geleden verliezen inzake de CDO's. Er werd verwezen naar de regelingen die KBC met andere partijen had getroffen betreffende deze problematiek.
Op 11 maart 2010 antwoordde KBC na een grondig onderzoek tot de volgende bevindingen te zijn gekomen: "Ingevolge analyse, bevindingen en beoordeling werd finaal geconcludeerd dat KBC geen fout kan verweten worden met betrekking tot de aankoop van de CDO-belegging door het Kringloopfonds." De kansen op succes van een vordering in schadevergoeding jegens KBC wegens miskenning van haar informatieverplichtingen worden ook door het Kringloopfonds en de FPIM na het inwinnen van deskundig advies als niet bestaand ingeschat.
Vanzelfsprekend volgen we het dossier van KBC en de CDO's op om gepast te kunnen reageren indien zich voor het instellen van een vordering gunstige ontwikkelingen zouden aanbieden. Ik beschik op het ogenblik niet over de nodige elementen om in te schatten of de schikking tussen KBC en MBIA als een dergelijke gunstige ontwikkeling kan worden beschouwd. Wij gaan ervan uit dat de dekking van MBIA op het risico van KBC zelf sloeg. Dit zullen we evenwel verder onderzoeken.
Ingevolge de notariële akte van vereffening is het mandaat van de vereffenaar onbezoldigd. Aangezien het Kringloopfonds geen personeelsleden heeft en om het beheer, onder meer van de kredietportefeuille, voort te zetten werden jaarlijks sinds 2009 tot 30 juni 2013 voor 100 000 euro kosten gedaan.
Met het oog op de terugbetaling op 23 juni 2013 van de uitstaande lening van het Kringloopfonds verstrekte de Staat een lening van 26 900 000 euro en werd de staatswaarborg uitgevoerd ten belope van 18 600 000 euro. De lening zal worden terugbetaald naargelang de realisatie van de activa van de portefeuille. De uitgevoerde staatswaarborg is terugbetaalbaar door voorafneming op de nettowinst van de boekjaren van het fonds, tot de afsluiting van de vereffening ervan in december 2029. Momenteel kan dus nog niet worden geconcludeerd hoeveel euro de Belgische Staat tot op heden definitief heeft verloren of zal verliezen.
Zoals reeds eerder werd geantwoord, ben ik niet op de hoogte van andere minwaarden die de federale overheid sinds 2008 rechtstreeks of onrechtstreeks via overheidsbedrijven of fondsen zou hebben moeten boeken op CDO's.
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik zal dit dossier van nabij blijven volgen. Ik blijf de mening toegedaan dat er nieuwe elementen zijn opgedoken, voornamelijk het vonnis in de zaak Koramic v. KBC. Het antwoord van de minister dat geen beheersvergoedingen werden betaald, verzwakt natuurlijk enigszins onze positie.
Ik dank de minister dat hij mij alle gegevens ook schriftelijke zal bezorgen. Dat geeft mij de mogelijkheid in de boeken te duiken, wat, zoals de minister ongetwijfeld weet, een hobby van mij is. Ik dank hem ook voor de informatie met betrekking tot de staatswaarborg, die jammer genoeg een negatief effect heeft gehad op korte termijn.