5-112

5-112

Belgische Senaat

Handelingen

WOENSDAG 10 JULI 2013 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie over de opvang van de niet-begeleide minderjarige vreemdeling (van mevrouw Fatma Pehlivan c.s.; Stuk 5-1828)

Bespreking

(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden, zie stuk 5-1828/4.)

M. Gérard Deprez (MR), rapporteur. - Je me réfère à mon excellent rapport écrit.

Mevrouw Fatma Pehlivan (sp.a). - Vooreerst dank ik de heer Deprez voor het uitstekend verslag.

De niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die in ons land verblijven, zijn een uiterst kwetsbare groep. Steeds meer kinderen verlaten hun land van oorsprong. Op de vlucht voor oorlog en hongersnood, als slachtoffer van mensensmokkel of door andere omstandigheden komen ze aan in België, zonder de bescherming van een ouder of voogd. Hierdoor lopen ze een groot risico het slachtoffer te worden van geweld, uitbuiting en zelfs verdwijning. Een duurzame oplossing bieden voor hun talrijke en relatief ongecontroleerde aanwezigheid vormt dan ook een grote uitdaging.

De afgelopen jaren heeft de Belgische regering heel wat initiatieven genomen om de situatie van deze niet-begeleide minderjarigen te verbeteren. Desondanks blijft hun situatie in België, en vooral hun opvang, nog steeds zeer moeilijk. Dat is de reden waarom de sp.a-fractie deze resolutie heeft ingediend.

Het gebrek aan voldoende plaatsen in de opvangfaciliteiten is een constant terugkerend probleem. Ook de doorstroming naar een volgende van de drie fases in de opvangprocedure verloopt moeizaam. Zo krijgen niet alle betrokkenen de huisvesting die het beste voor hun situatie geschikt is.

Bovendien is er een tekort aan geschikte woningen en een gebrekkige begeleiding bij de zoektocht van de minderjarigen naar een degelijke huisvesting op de privémarkt. Daardoor blijven jongeren langer in opvangcentra dan nodig.

Ook de kwaliteit van de federale opvangcentra en gemeenschapsvoorzieningen verschilt. In de gemeenschapscentra is de begeleiding relatief goed, maar in dergelijke gespecialiseerde centra zijn de beschikbare plaatsen soms te beperkt. Sommige jongeren die niet in die centra terecht kunnen, vragen uiteindelijk asiel aan om een plaats te krijgen in een opvangcentrum voor asielzoekende niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Bij gebrek aan middelen en infrastructuur is de psychologische begeleiding van jongeren in de federale centra vrijwel niet bestaand.

Sinds enkele maanden daalt het aantal niet-begeleide minderjarige vreemdelingen of NBMV dat naar België komt; toch is het aantal dat in ons land verblijft, nog steeds aanzienlijk hoog. Bovendien weten we niet of het hier gaat om een structurele daling. De instroom van de NBMV is namelijk zeer gevoelig voor wijzigingen ten gevolge van internationale gebeurtenissen.

Vanmorgen las ik een artikel in verband met een grote groep Afghaanse vluchtelingen die heel veel kinderen telt en onderweg is van Turkije naar Griekenland. Tussen sommige kustgebieden is de zee-engte inderdaad zeer nauw. Dat maakt het voor vluchtelingen gemakkelijk om Griekenland illegaal met de boot binnen te komen, maar ze krijgen dan niet de nodige opvang. Aangezien de nodige middelen voor de opvang van jongeren ontbreken, worden die dan maar teruggestuurd.

Bijgevolg is de instroom van NBMV afhankelijk van internationale gebeurtenissen. Daarom moet de opvang meer dan ooit flexibel worden georganiseerd om effectief te kunnen inspelen op de steeds wisselende instroom.

De commissie heeft het voorstel van resolutie op 28 mei 2013 besproken en de staatssecretaris heeft toen ook de stand van zaken toegelicht. Naar aanleiding van de commissiebesprekingen en de informatie die de staatssecretaris heeft aangereikt, hebben Ecolo, CD&V en sp.a. nog amendementen ingediend. Enkel de amendementen van de twee laatstgenoemde fracties zijn aanvaard. Uiteindelijk heeft de commissie het voorstel van resolutie op 4 juli goedgekeurd.

In het voorstel wordt de regering gevraagd de knelpunten weg te werken inzake de opvang van NBMV. Cruciaal daarbij is dat er eindelijk een samenwerkingsprotocol komt tussen de federale regering en de gemeenschappen. Er is een officiële verduidelijking nodig voor de opvang en de doorstroming van NBMV. Dat is belangrijk om alle betrokkenen de juiste opvang en de juiste begeleiding te kunnen bieden.

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Ik bedank de heer Deprez voor zijn verslag en mevrouw Pehlivan en de mede-indieners voor hun resolutie.

Het initiatief voor de resolutie dateert van 2011, toen de toestand van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen door het tekort aan opvangplaatsen tijdens de grote asielcrisis werkelijk schrijnend was. Intussen zijn de overwegingen inzake instroom en opvang grotendeels achterhaald. We hebben immers in het Fedasilnetwerk voor bijkomende opvangplaatsen gezorgd. Daarnaast bieden we sinds oktober 2012 ook aan niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel aanvragen, opvang en begeleiding aan.

Toch is er nog werk aan de winkel. Zo is er het belangrijke protocol waarover met de gemeenschappen wordt onderhandeld. Elk niveau dient zijn verantwoordelijkheid te nemen. Hoewel de opvang door Fedasil een ongeziene hoogte heeft bereikt en de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in hotels helemaal is afgeschaft, werden er op het niveau van de gemeenschappen geen nieuwe plaatsen gecreëerd. Ik pleit er dus voor dat ook de bijzondere jeugdzorg en de gemeenschappen een inspanning leveren voor een betere opvang en begeleiding van de minderjarige vreemdelingen, die inderdaad dikwijls traumatiserende ervaringen hebben opgelopen en een bijzondere zorg nodig hebben.

Mevrouw Pehlivan pleit er in de resolutie terecht voor om kinderen van minder van twaalf jaar bij voorkeur in pleeggezinnen op te vangen. Ik ondersteun dat voorstel volledig en moedig haar als gemeenschapssenator aan om hetzelfde in het Vlaams Parlement te bepleiten.

Het federale niveau tracht ook kleinschalige opvang te bieden, vooral voor jongeren met bijzondere problemen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de federale overheid het werk van de gemeenschappen erbij neemt.

De instroom van niet-begeleide minderjarigen is sterk gedaald. De cijfers van juni 2013 geven een daling aan met 70% tegenover die van juni 2012. Dat is een goed teken. Dat cijfer kan echter altijd opnieuw stijgen door gebeurtenissen op internationaal vlak.

Sedert we met de Coördinatiecel ter bestrijding van mensenhandel en mensensmokkel de activiteiten hebben geïntensiveerd, daalt het aantal jongeren dat in ons land door mensenhandelaars wordt binnengebracht. Dat toont aan dat er niet alleen jongeren zijn die in hun eentje op de vlucht slaan, maar dat er ook een sterk georganiseerd netwerk van mensenhandel aan de basis van de instroom van jongeren ligt.

De niet-begeleide Europese jongeren krijgen nu eveneens toegang tot de observatiecentra, maar niet tot de tweede en de derde fase van de procedure. Het is de bedoeling dat ze doorstromen naar de opvangcentra van de gemeenschappen.

Door het samenwerkingsakkoord dat gesloten is in uitvoering van het regeerakkoord wordt elke niet-begeleide minderjarige vreemdeling die op ons grondgebied wordt gesignaleerd, geïdentificeerd en geregistreerd, zodat we betrouwbare informatie kunnen verzamelen. Die gegevens worden in een databank opgeslagen die toegankelijk is voor de dienst Voogdij, voor de dienst Vreemdelingenzaken en voor Fedasil.

De grote lijnen van het samenwerkingsprotocol omvatten de systematische registratie en de harmonisatie van het optreden van de betrokken overheden wanneer een niet-begeleide minderjarige wordt aangetroffen, met andere woorden een goede afbakening van de bevoegdheden. Voorts is er een snelle leeftijdstest - 80% van de jongeren worden de eerste dag getest, de overige binnen 48 uur - en wordt een opvangplaats verzekerd.

Het werk is natuurlijk niet gedaan, dat is het nooit. Ik dank de indieners voor hun resolutie. Ze is een ondersteuning van het werk dat ik al heb gerealiseerd.

-De bespreking is gesloten.

-De stemming over het voorstel van resolutie heeft later plaats.