5-111

5-111

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 4 JULI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van mevrouw Vanessa Matz aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «het PRISM-programma en de vrijhandelsonderhandelingen met de Verenigde Staten» (nr. 5-1092)

Mondelinge vraag van de heer Johan Verstreken aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «de afluisterpraktijken van de Verenigde Staten van Amerika» (nr. 5-1099)

De voorzitster. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

Mme Vanessa Matz (cdH). - Le 14 juin dernier, le Conseil des Affaires étrangères a décidé du mandat à confier à la Commission européenne pour négocier le Partenariat transatlantique de commerce et d'investissement (TTIP), c'est-à-dire un accord de libre-échange avec les États-Unis.

Depuis lors, on a appris l'existence du programme PRISM, un programme d'espionnage massif appliqué par l'Agence pour la sécurité nationale (National Security Agency, NSA) aux dépens des citoyens américains, mais aussi des citoyens européens et des institutions européennes, le tout au nom de la sécurité nationale des États-Unis.

Certains pays demandent la suspension de ces négociations, d'autres, dont semble-t-il la France, en veulent le report.

Vous avez adressé une lettre à votre homologue américain, John Kerry, lui demandant des explications sur les activités de renseignement qu'auraient exercées les services secrets américains, tant à l'égard de la Belgique que des institutions qu'abrite la Belgique, en particulier les instances européennes.

Quelle réponse avez-vous reçue du secrétaire d'État américain ?

Quelle est la position de la Belgique en ce qui concerne les négociations sur l'accord de libre-échange avec les États-Unis ?

Une coopération renforcée en matière de cybersécurité entre les États membres de l'UE est-elle en discussion ? Si oui, quelles mesures ont été prises ou sont prévues ? Si non, pourquoi ?

Par ailleurs je me demande s'il ne serait pas possible, non de refuser de négocier le Partenariat, mais de veiller à y insérer des clauses très précises excluant toute négociation si ces programmes d'espionnage ne cessent pas.

De heer Johan Verstreken (CD&V). - Dat de affaire-Snowden de relaties tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie momenteel vertroebelt, staat buiten kijf. Uit de gelekte informatie bleek immers dat de Verenigde Staten zich ook hebben bezondigd aan spionageactiviteiten tegen Europese instellingen. Dankzij Der Spiegel zijn die activiteiten in de openbaarheid gekomen.

Spionage is wel van alle tijden, maar toch is de verbijstering bij de meeste lidstaten bijzonder groot. Ik moet toegeven dat spionage vanuit Amerika, Rusland en China richting Europa en de Europese hoofdstad mij niet meteen van mijn stoel doet vallen. Toch moest ik even slikken bij het lezen en horen van alle informatie die nu is gelekt.

Vele landen hebben trouwens de voorbije dagen opheldering gevraagd aan de Amerikaanse autoriteiten.

Was de minister reeds vóór de publicatie in Der Spiegel op de hoogte van de illegale activiteiten? Zo ja, welke diplomatieke stappen heeft hij op dat moment gezet?

Afgelopen maandag, na de publicatie, heeft de minister aan ambassadeur Howard Gutman een brief voor zijn Amerikaanse ambtsgenoot bezorgd. Heeft hij intussen al een antwoord ontvangen?

Heeft hij aan de Amerikaanse ambassadeur zelf enige uitleg kunnen vragen over de spionageactiviteiten op Belgisch grondgebied en wat was diens antwoord?

Zal de minister het parlement op de hoogte houden?

Meerdere lidstaten hebben ermee gedreigd de besprekingen over het vrijhandelsverdrag op te schorten. Is daarover binnen de Europese Unie al enig overleg gepleegd en welk standpunt neemt ons land in?

M. Didier Reynders, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes. - Je voudrais tout d'abord donner une précision à Mme Matz : le Conseil des Affaires générales du 25 juin dernier a adopté, sur la base d'une communication conjointe de la Commission et de la Haute représentante, des conclusions en vue de définir une stratégie globale de cybersécurité.

Ces conclusions définissent un programme d'action en vue de l'établissement d'un cyberespace ouvert, sûr et sécurisé. Elles engagent notamment l'Union européenne et ses États membres à faire valoir de manière déterminée et unifiée leur position concernant l'application des droits fondamentaux dans le cyberespace. Elles invitent aussi les institutions et agences de l'Union à prendre les mesures nécessaires pour assurer leur propre cybersécurité. Elles mettent l'accent sur la nécessité d'assurer une coopération étroite entre les acteurs concernés pour intervenir en cas d'incident par des initiatives telles que l'élaboration de normes communes et le réexamen des mécanismes d'alerte rapide et d'intervention. Elles insistent sur la nécessité de la recherche et du développement et sur l'importance pour l'Europe de développer des ressources industrielles pour parvenir à un niveau adéquat de confiance et de diversité au sein des réseaux et systèmes informatiques. Enfin, les conclusions invitent la Commission à utiliser les instruments financiers européens pour aider les États membres à lutter contre la cybercriminalité.

Je tiens bien sûr les conclusions complètes du Conseil à votre disposition.

Je rejoins les intervenants sur le caractère préoccupant des informations diffusées par la presse sur les programmes de surveillance Verizon et PRISM. Si ces informations sont exactes, il s'agit d'atteintes sérieuses à la protection de la vie privée et à la protection des données personnelles telles que consacrées par le droit européen.

Il importe, à ce stade, d'avoir une vue précise de la portée de ces programmes et de leurs effets sur le citoyen européen. C'est pourquoi j'ai invité, ce mardi, l'ambassadeur américain en poste à Bruxelles, Howard Gutman, à venir donner des explications à propos des informations faisant état de possibles activités d'espionnage des États-Unis auprès des représentations et des institutions européennes. J'ai bien entendu ses réactions sur l'absence d'initiatives de l'ambassade en la matière et la volonté de l'ambassade d'avoir uniquement des contacts directs avec les autorités politiques belges pour connaître leur point de vue sur divers sujets. Mais je lui ai fait part de mon inquiétude, non sur les activités de l'ambassade, mais sur celles des services de renseignement américains. C'est la raison pour laquelle je lui ai remis une lettre à l'attention de mon homologue le secrétaire d'État John Kerry, dans laquelle j'exprime mon inquiétude quant à ces révélations et mon appui aux démarches effectuées par d'autres responsables européens.

België steunt volledig de initiatieven die de Europese Commissie op dat vlak heeft genomen.

Op 10 juni jongstleden heeft Europees commissaris Viviane Reding een brief geschreven naar de Amerikaanse minister van Justitie om uiting te geven aan de bezorgdheid van de Europese Unie. Naar aanleiding van de rapporten die in de media zijn gelekt, heeft ze daarin ook opheldering gevraagd over de diverse programma's.

De kwestie is ook ter sprake gekomen tijdens een bilaterale ontmoeting tussen Europese en Amerikaanse gezagdragers op 14 juni in Dublin. Na die vergadering heeft mevrouw Reding aangegeven dat de Amerikaanse autoriteiten de opzet van het Verizonprogramma hebben verduidelijkt. Dat programma slaat enkel op Amerikaanse burgers en metagegevens zoals de lengte en de bestemmelingen van de oproepen, maar niet op de inhoud ervan. Het programma zal aan een rechterlijke controle worden onderworpen.

Het PRISM-programma zou tot de inlichtingsactiviteiten behoren en gericht zijn op niet-Amerikaanse burgers tegen wie een onderzoek loopt wegens terroristische of criminele activiteiten. Volgens de Amerikaanse autoriteiten zou het echter niet de bedoeling zijn gegevens in bulk te gebruiken. De gegevensinzameling wordt meer bepaald toegespitst op individuen en organisaties die in verband kunnen worden gebracht met terrorisme of georganiseerde misdaad.

Le contrôleur européen des données s'est également engagé à accorder une grande attention à cette affaire et à en suivre les développements de près. Dans ce contexte, la Commission européenne a reçu dès le 3 décembre 2010 un mandat pour négocier avec les États-Unis un accord-cadre sur la protection des données qui garantit pleinement les droits des citoyens européens dans les échanges liés à la détection, les enquêtes et les poursuites d'infractions pénales, y compris le terrorisme. La Belgique soutient les efforts de la Commission.

La protection des données ne fait pas l'objet de négociations spécifiques dans le cadre du projet d'accord de libre-échange transatlantique. Il va cependant de soi que les normes juridiques européennes en matière de protection des données devront être respectées.

Zoals Europees commissievoorzitter José Manuel Barroso gisteren heeft aangekondigd in de marge van de ontmoeting van de staatshoofden en regeringsleiders in Berlijn, zullen de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord wel degelijk volgende week, met name op 8 juli, van start gaan.

Parallel daarmee zullen werkgroepen de omvang van de Amerikaanse spionage moeten verduidelijken. Het gaat om twee oefeningen in fact-finding die met elkaar verband houden, maar toch enigszins van een andere aard zijn.

De eerste werkgroep zou zich inlaten met vragen omtrent gegevensbescherming en wettelijke bewaking. Hij zou zijn samengesteld uit experten op die gebieden en op dat van de veiligheid.

De tweede werkgroep zou zich bezighouden met problemen omtrent inlichtingen en veiligheid en samengesteld zijn uit nationale experten.

Je soutiens l'approche défendue par la Commission d'entamer les négociations de l'accord de libre-échange, tout en organisant des groupes de travail qui devront évaluer l'ampleur de l'espionnage pratiqué par les Américains. Il est essentiel que ce travail soit réalisé rapidement afin que les parties puissent se rencontrer en confiance. Je tiens toutefois à rappeler - quelles que soient les positions défendues par les divers groupes parlementaires - que d'un point de vue procédural, une décision de suspendre ou de reporter les négociations dépend davantage de la Commission que des États membres. La Commission a en effet, conformément aux traités, proposé d'ouvrir des négociations et a reçu mandat du Conseil pour ce faire ; revenir sur cette décision requerrait dès lors une nouvelle proposition de la Commission, laquelle n'a à ce stade pris aucune initiative en ce sens.

Je confirme que nous suivons la situation de très près.

Ik heb de vraag gesteld aan mijn collega John Kerry.

Ik heb ook gevraagd naar een coördinatie op Europees niveau van de informatie-uitwisseling tussen de verschillende lidstaten.

De situatie is zeer ernstig en we moeten meer informatie krijgen, niet alleen van de Amerikaanse diensten, maar ook van de Amerikaanse overheid en dan denk ik niet alleen aan mijn collega van Buitenlandse zaken, maar ook aan president Obama.

Mme Vanessa Matz (cdH). - Je vous remercie, monsieur le ministre, pour votre réponse et pour avoir rapidement relayé auprès de l'ambassadeur les inquiétudes du gouvernement et de la population.

C'est à mes yeux une bonne chose qu'un groupe de travail devant clarifier l'ampleur de l'espionnage ait été mis sur pied et qu'il travaille parallèlement aux négociations menées sur l'accord de libre-échange. J'espère que ce groupe de travail pourra à un moment donné faire rapport aux personnes qui négocient l'accord.

Je n'ai jamais demandé le report des négociations, j'ai simplement dit que c'était un élément déterminant et que nous devions procéder comme nous l'avons fait pour l'exception culturelle. Le groupe de travail devrait en tout cas pouvoir établir une sorte de code de bonne conduite dans le cadre duquel l'accord pourra se négocier, mais avec les conditions précitées qui me semblent extrêmement importantes.

De heer Johan Verstreken (CD&V). - Ik dank de minister voor zijn uitgebreid antwoord en voor het feit dat hij de zaak, samen met de Europese Unie, ernstig neemt. Uit het antwoord blijkt dus dat afluisteren mag om terrorisme te voorkomen. Dat begrijp ik maar al te goed, maar we mogen ook niet naïef zijn. Er worden ook e-mails en sms-berichten van parlementsleden en ministers onderschept, niet alleen door Amerika, maar wellicht ook door andere landen. Kijk maar naar wat de Britten destijds tijdens de top van de G7 hebben gedaan. Daar zijn bewijzen voor. Had Snowden het antwoord gehoord, dan had hij misschien gezegd dat de minister nog in sprookjes gelooft.

Maar het is in elk geval goed dat de minister de zaak ernstig neemt en dat er een Europese coördinatie komt om ze verder op te volgen.