5-227COM

5-227COM

Commissie voor de Justitie

Handelingen

WOENSDAG 29 MEI 2013 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Freya Piryns aan de minister van Justitie over «de "hate speech" op het internet» (nr. 5-3491)

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Het is al meer dan twee jaar geleden dat ik over deze kwestie een schriftelijke vraag heb gesteld. Na twee herformuleringen heb ik nog altijd geen antwoord gekregen en dus probeer ik het nu maar eens mondeling.

Hate speech op basis van iemands ras, huidskleur, nationaliteit, geloof of levensbeschouwing, handicap, seksuele geaardheid enzovoort is vandaag nadrukkelijk aanwezig op het internet. De problematiek van hate speech valt onder de strafrechtelijke bepalingen en er zijn nog heel wat inspanningen nodig om hate speech op het internet efficiënt aan te pakken.

Daarom wil ik van de minister vernemen waarom het Additioneel Protocol van de Conventie ter bestrijding van cybercriminaliteit van de Raad van Europa nog altijd niet is geratificeerd. De conventie heeft specifiek betrekking op racistische en xenofobe uitlatingen op het internet. Die overeenkomst beoogt de justitiële samenwerking tussen de verschillende lidstaten te versterken door het ontwikkelen van verbeterde wederzijdse rechtshulp. Al dertien Europese landen hebben de Conventie geratificeerd.

Zo luidde mijn oorspronkelijke schriftelijke vraag. Sinds de opstelling ervan zijn de meldingen in de media van diverse vormen van hate speech, ook steeds meer op socialenetwerksites, niet verminderd, integendeel.

Kan de minister vertellen wat er de voorbije twee jaar hiervoor is gebeurd? Heeft België ondertussen het Protocol geratificeerd of zal het hiertoe stappen doen?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik wil me bij mevrouw Piryns verontschuldigen en een verklaring geven voor het uitblijven van een antwoord. De FOD Justitie krijgt meer schriftelijke en mondelinge vragen dan welke andere FOD ook.

In 2005 was het de bedoeling om zowel het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken als het daarmee verbonden Protocol samen te ratificeren. Daarvoor moest er een wet worden goedgekeurd tot wijziging van bepaalde artikelen van het Wetboek van strafvordering, de wet op het auteursrecht en van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische regime is gepleegd.

Op dat laatste punt is de ratificatie van het Protocol gestuit. Het Protocol heeft een artikel 6, dat iedere ontkenning, schromelijke minimalisering, goedkeuring of verantwoording van volkerenmoord of misdaden tegen de menselijkheid, zoals omschreven in het internationaal recht en als dusdanig erkend in bindende eindbeslissingen van de internationale militaire rechtbank opgericht door het Verdrag van Londen van 8 april 1945 of door enig ander internationaal rechtscollege opgericht door relevante internationale instrumenten en waarvan de rechtsmacht is erkend door het land in kwestie, strafbaar stelt.

De Belgische wetgeving stelt alleen de ontkenning van genocide in de Tweede Wereldoorlog strafbaar. Vandaar ook dat de ratificatie van het Protocol niet onmiddellijk kon doorgaan.

We hebben daarna beslist om het dossier op te splitsen en prioritair het Verdrag zelf te ratificeren. Dat is gebeurd bij de wet van 3 augustus 2012.

Ik kan daar vandaag aan toevoegen dat intussen de voorbereidingen zijn gestart om ook de bekrachtiging van het Protocol zelf mogelijk te maken. Een ontwerp met de noodzakelijke wetswijzigingen wordt momenteel opgesteld.

Mevrouw Freya Piryns (Groen). - Ik hoop dat het geen teken aan de wand is dat het antwoord zo lang op zich heeft laten wachten en verwacht dat de minister er vanaf vandaag echt werk van maakt.