5-223COM

5-223COM

Commission des Affaires sociales

Annales

MARDI 21 MAI 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de M. Johan Verstreken au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, et secrétaire d'État à la Politique scientifique sur «la carte accompagnateur gratuit» (no 5-3051)

De heer Johan Verstreken (CD&V). - Rolstoelgebruikers of personen die moeten reizen met de hulp van een persoon of een hond kunnen bij de NMBS een kaart voor een kosteloze begeleider aanvragen. Met die kaart reist de begeleider gratis mee.

Het aanvraagformulier van deze kaart stoot enkele rolstoelgebruikers tegen de borst. Zo staat onder punt 4 van "Geboden voorzieningen" dat een rolstoelgebruiker die een kaart aanvraagt met de rolstoel in het bagagerijtuig of op de platformen van de reizigerstreinen moet plaatsnemen. Dat is toch pijnlijk voor een persoon met een handicap. De kaart werd weliswaar nog niet zo lang geleden ingevoerd, maar ik hoop dat dit kan worden aangepast, uit respect voor de personen met een handicap. Het moet toch net de betrachting zijn gehandicapten zo gewoon mogelijk te laten deelnemen aan het maatschappelijke leven.

In sommige rijtuigen van de NMBS kunnen twee zitplaatsen worden opgeklapt. Het is als rolstoelgebruiker dan toch perfect mogelijk om in een gewoon passagiersrijtuig plaats te nemen. In andere treinen kan een persoon met een rolstoel enkel op het platform plaatsnemen, wat telkens opnieuw het anders zijn bestendigt.

Daarom had ik graag vernomen of de formulieren van de NMBS en andere overheidsinstellingen worden gecontroleerd op mogelijk discriminerend of aanstootgevend taalgebruik. Zal de staatssecretaris die formulieren aanpassen?

Zal hij ervoor ijveren dat personen met een handicap zo veel mogelijk in een aangepast passagiersrijtuig kunnen plaatsnemen? Wat is zijn visie hieromtrent? Zit de minister hierover met de NMBS op dezelfde lijn?

De heer Philippe Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en voor Wetenschapsbeleid. - Het opstellen van formulieren, het correct taalgebruik en de controle hierop behoren tot de operationele taken van de NMBS. Daarom stel ik voor dat de spreker zijn vraag richt aan de minister bevoegd voor overheidsbedrijven.

In maart 2012 heeft de NMBS-Groep in de commissie voor de Infrastructuur van de Kamer van volksvertegenwoordigers de voortgang geëvalueerd op het vlak van toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit. Deze evaluatie gebeurt in het kader van de resolutie inzake de verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer die op 7 mei 2009 in de Kamer werd goedgekeurd.

Daarin wordt de regering gevraagd om van de algemene toegankelijkheid een terugkerend thema te willen maken voor de interministeriële conferentie voor Mobiliteit, Infrastructuur en Telecommunicatie, om aan de inhoud van het jaarlijks verslag over de uitvoering van de opdrachten van openbare dienstverlening een hoofdstuk over de toegankelijkheid toe te voegen en om ieder jaar aan het Parlement een rapport voor te stellen op basis van de elementen in het jaarverslag. In die evaluatie wijst de NMBS erop dat de belangrijkste eisen van de resolutie opgenomen zijn in de beheersovereenkomsten 2008-2012.

Ik zal erop toezien dat de eisen van de vertegenwoordigers van de sector, zoals omschreven in het memorandum van de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap, worden behandeld. De Hoge Raad is trouwens een bevoorrechte partner van de NMBS-Groep.

De heer Johan Verstreken (CD&V). - Ik begrijp de voorzichtigheid van de staatssecretaris, die zich niet op het bevoegdheidsterrein van zijn collega wil wagen. Ik zou het dan ook waarderen als hij mijn bekommering bij minister Labille bekend zou maken.

Wat is het standpunt van de staatssecretaris zelf, bevoegd voor personen met een handicap? Is hij het ermee eens dat een persoon met een handicap in de bagageruimte moet plaatsnemen?

De heer Philippe Courard, staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, en voor Wetenschapsbeleid. - Ik zal eerst overleg plegen met mijn collega en de spreker daarna op de hoogte brengen.