5-104 | 5-104 |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wil mij uiteraard niet bemoeien met het lopende gerechtelijk onderzoek en begrijp dat de minister daarover evenmin uitspraken kan doen.
Recent veroverde het dossier van de Bende van Nijvel voor de zoveelste keer de publieke agenda's. De nieuwe ploeg van onderzoekers, in de media de witte ridders genoemd, rakelen het hele onderzoek weer op. Daarbij ontstonden zware spanningen tussen hen en de eerdere onderzoekers. Een vroegere onderzoeksrechter verklaarde in de media dat de wijze waarop de witte ridders te werk gaan een zwart spoor nalaat, onder andere door de behandeling van al dan niet gepensioneerde politiemensen en de uiterst negatieve en zelfs insinuerende wijze waarop ze zich over het eerdere onderzoek uitlaten. Tegelijk getuigt een andere onderzoeker, die een tijdlang het onderzoek leidde en eenieders vertrouwen genoot, dat hij met de dood wordt bedreigd. De advocaat van die politieman wijt de bedreigingen aan de wijze waarop de nieuwe onderzoekers te werk gaan. Gisteren, op 22 mei, communiceerden de onderzoeksrechter en de procureur des Konings van Charleroi openlijk het standpunt dat het onderzoek naar de Bende van Nijvel van in het begin door onderzoekers werd gemanipuleerd.
De onopgeloste moorden en andere misdaden van de Bende van Nijvel zijn een zware schandvlek op onze rechtsstaat. Dat zal iedereen beamen. De zaak beroerde onze gemeenschap en is voor velen, niet het minst de slachtoffers en de nabestaanden, tot op vandaag een kloppende wonde. Het is echt onbegrijpelijk dat een zaak van dergelijke omvang en impact na al die jaren nog geen oplossing kreeg. Men zou mogen vermoeden dat er, ook omdat er zoveel betrokkenen zijn, toch ergens een lek zou zijn ontstaan. De nakende verjaring op 10 november 2015 legt ook een zware claim op het onderzoek. Eerder vroeg ik de minister al om maatregelen om de verjaring te vermijden, maar dat vond ze toen niet gewenst. Ik vermoed wel dat ze een noodoplossing achter de hand houdt. De huidige mediaoorlog tussen de huidige en vorige speurders tot op hoog niveau geeft een ontluisterend beeld van politie en justitie en dat kunnen we in deze zaak echt wel missen.
Moet de minister binnen de perken van haar bevoegdheden niet oproepen en krachtdadig ijveren voor meer sereniteit en tact, ook inzake communicatie? Vindt de minister het niet funest dat justitie en politie opnieuw in een sfeer van argwaan worden geportretteerd? Hoe verklaart de minister de openlijke en harde ruzie tussen de huidige en de voorgaande speurders in de zaak van de Bende van Nijvel, aangezwengeld door de aanpak van de onderzoeksrechter uit Charleroi? Hoe komt het dat hooggeplaatste ex-onderzoekers zo hard en meedogenloos worden aangepakt, in die mate dat een voormalig onderzoeksrechter de aanpak in zowat alle media en in de meest harde woorden veroordeelt en met afgrijzen verwijst naar een totaal onterechte sfeer van verdachtmaking tegenover de eerdere onderzoekers?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Er woedt geen oorlog tussen de huidige en de vorige onderzoekers. Het is niet zo dat de huidige onderzoekers goed zijn en de vorige slecht waren. De onderzoeksrechter past alleen een aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie toe. Die had in een verslag van 1997 laten weten dat het onderzoek en de onderzoekers mogelijk gemanipuleerd werden en dat er moest worden nagegaan wat daar waar van was.
Door mogelijke manipulatie te onderzoeken geeft de onderzoeksrechter dus gevolg aan de aanbeveling van de parlementaire onderzoekscommissie, zonder daarbij de integriteit van de vorige onderzoekers in twijfel te trekken.
Indien blijkt dat er inderdaad sprake is van manipulatie, dan kan die vaststelling uiteraard het dossier wezenlijk vooruithelpen. Het is de plicht van onderzoekers alle elementen uit het dossier uit te spitten en de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie toe te passen.
De twee klachten die tegen de onderzoeksrechter zouden zijn ingediend, waren vanmorgen nog niet aangekomen op het parket van de procureur des Konings te Charleroi en evenmin op het parket van de procureur-generaal te Bergen. Mogelijk worden die klachten in de loop van de komende dagen ontvangen. Dan zullen ze, net zoals alle ingediende klachten, ernstig worden onderzocht.
De feiten zullen op 10 november 2015 inderdaad verjaren, over twee en een half jaar, wat de onderzoekers nog tijd geeft om de zaak op te volgen en uit te klaren.
Tot dan wordt het gerechtelijk onderzoek actief voortgezet. De onderzoekers onderzoeken overigens nog steeds zeer gemotiveerd de verschillende bestaande pistes.
Een team van een twaalftal onderzoekers werkt onafgebroken aan de opheldering van de zaak en zal dat blijven doen tot het verval van de strafvordering, ongeacht de datum daarvan.
Het College van procureurs-generaal heeft inderdaad een advies verstrekt inzake de verjaring van het dossier. De verjaringstermijn loopt pas af over twee en een half jaar. Laat ons die periode gebruiken en te gepasten tijde debatteren over het feit of de verjaringstermijn moet worden verlengd.
Verjaring is een essentieel beginsel in ons recht en onze rechtspleging. De mogelijkheid om een verjaringstermijn te verlengen moet zeer aandachtig en zeker niet overhaast worden onderzocht.
De opheldering van de zaak is een prioriteit en moet dat ook blijven.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik noteer dat twaalf onderzoekers tot aan de verjaring op het dossier blijven werken. Ik begrijp dat ze daar eventueel nog na 10 november 2015 mee kunnen doorgaan en dat er misschien een parlementaire meerderheid kan worden gevonden om de verjaringstermijn te doen stoppen. Misdaad tegen de mensheid kan daarbij eventueel als argument worden ingeroepen.
De goedgelovigheid van de minister verbaast me enigszins als ze zegt dat er geen sprake van ruzie tussen de speurders.
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik heb vertrouwen in de onafhankelijkheid van Justitie.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat begrijp ik en dat is volkomen normaal, maar als de minister beweert dat er geen ruzie is tussen het vroegere en het huidige speurdersteam, dan getuigt dat van goedgelovigheid, want iedereen kan vaststellen dat de twee teams al vechtend over de straat rollen!
Ik wou dat de minister gelijk had en dat de twee teams goed overeenkomen. Ik hoop alleszins dat ze de onderzoekers duidelijk maakt dat ze hun tijd beter niet kunnen verspelen met geruzie. En voor het overige mogen ze voor mijn part alles onderzoeken, en zeker op welk niveau er gemanipuleerd is.
Als de onderzoeksrechter wil nagaan waar er manipulatie is geweest, dan vind ik dat volkomen normaal en dan hoop ik dat ze dat onderzoek kan voortzetten. Een politie-oorlog of een oorlog op niveau van het gerecht kunnen we echt wel missen in het dossier van de Bende van Nijvel. Daar moeten we geen tijd meer mee verspillen. Ik ben blij dat de minister daar ook zo over denkt.