5-222COM

5-222COM

Commissie voor de Justitie

Handelingen

WOENSDAG 8 MEI 2013 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens aan de minister van Justitie over «de Turkse eisen inzake pleegouders» (nr. 5-3339)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Een opvallende zaak over pleegzorg in Nederland heeft ook gevolgen in België. Er ontstond een rel tussen Nederland en Turkije over een geval van een negenjarige jongen, Yunus, die bij zijn biologische moeder werd weggehaald toen hij vijf maanden oud was, omdat er aanwijzingen waren voor kindermishandeling.

Het kind kwam terecht bij een lesbisch paar in Den Haag. De biologische moeder heeft inmiddels laten weten dat ze haar zoon terug wil en is het er niet mee eens dat een lesbisch stel voor hem zorgt. Ze kreeg steun van verscheidene Turkse politici en zelfs van de Turkse premier Erdoğan. Zij willen dat kinderen van Turkse afkomst een islamitische opvoeding krijgen. Diezelfde eis werd nu ook gesteld in België. Dat doet uiteraard vragen rijzen op het vlak van adoptie.

Hoeveel kinderen uit Turkije werden sinds 2008 geadopteerd? Werd er voorkeur gegeven aan islamitische pleegouders voor Turkse kinderen? Worden er religieuze, etnische of levensbeschouwelijke richtlijnen gevolgd inzake buitenlandse adoptie? Als er geen dergelijke richtlijnen zijn, is de minister dan van plan die op te stellen, bijvoorbeeld in de lijn van de oproepen van de Turkse eerste minister, of weigert ze dat te doen?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen interne en interlandelijke adopties. Bij interne adopties wonen adoptant en geadopteerde in hetzelfde land. Dat kan zowel in België als in het buitenland zijn. Als het kind in het kader van een adoptieprocedure een landsgrens wordt overgebracht, spreken we van een interlandelijke adoptie.

Sedert 2008 registreerde de federale centrale autoriteit drie erkenningen van Turkse adoptievonnissen. In die drie dossiers woonden adoptanten en geadopteerde op het ogenblik van de adoptiebeslissing in Turkije en gaat het dus om interne Turkse adopties. Voor de vraag aangaande de pleegzorg, verwijs ik naar de Gemeenschappen aangezien dat onder hun bevoegdheid valt.

Zowel in België als in Turkije is het Verdrag van den Haag van 29 mei 1993 inzake de internationale samenwerking en de bescherming van kinderen op het gebied van de interlandelijke adoptie van toepassing. Op grond van dat verdrag kan België een dossier van kandidaat-adoptanten naar Turkije sturen. Turkije gaat dan op zoek naar de meest geschikte kandidaat-adoptanten voor een bepaald kind. Die matching moet ter goedkeuring naar België teruggestuurd worden. Momenteel is er geen enkele Belgische adoptiedienst die met Turkije werkt, en zijn wij niet op de hoogte van eventuele richtlijnen die Turkije inzake de matching hanteert.

Uit wat voorafgaat, blijkt dat het ontvangstland bij interlandelijke adoptie geen religieuze, etnische of levensbeschouwelijke richtlijnen kan stellen, omdat de matching van kinder- en ouderdossiers niet in België, maar in het herkomstland gebeurt.