5-101

5-101

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 2 MEI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Voorstel van resolutie over de humanitaire situatie in Syrië en zijn buurlanden (van mevrouw Dalila Douifi c.s.; Stuk 5-1986)

Bespreking

(Voor de tekst aangenomen door de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging, zie stuk 5-1986/4.)

De heer Patrick De Groote (N-VA), corapporteur. - Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

De heer Jean-Jacques De Gucht (Open Vld), corapporteur. - Het voorliggende voorstel van resolutie is het resultaat van een breed gedragen engagement en overleg over de verschillende partijgrenzen heen met als doel het menselijke leed in Syrië te verzachten.

We zijn ervan overtuigd dat de resolutie, waarin de regering wordt gevraagd zich verder te engageren, een goed instrument kan zijn voor ons buitenlandse beleid ten aanzien van Syrië. In de resolutie wordt de nadruk gelegd op het nemen van humanitaire maatregelen, en dat op een hoger niveau dan het Belgische. Dat is immers vereist om de beoogde maatregelen meer slagkracht te geven. Die slagkracht zal nodig zijn om het onaanvaardbare leed van de Syrische bevolking te lenigen.

Mevrouw Anke Van dermeersch (VB). - De Vlaams-Belangfractie zal het voorstel van resolutie niet goedkeuren omdat we van mening zijn dat dit geen goed instrument is. De humanitaire situatie in Syrië is inderdaad schrijnend, maar ze zal niet verbeteren door in de Senaat een voorstel van resolutie aan te nemen.

Eén zin stoot mij vooral tegen de borst: "Zowel voor hun eigen veiligheid als om de druk op Libanon en Jordanië te verminderen moet de Europese Unie ingrijpen en de mensen in de meest precaire situaties hervestigen".

Zien de indieners niet in hoe absurd een dergelijke redenering is? De komst van Palestijnse vluchtelingen zou voor spanningen met de Jordaniërs zorgen. Nochtans zijn Jordaniërs ook moslims en bovendien spreken ze ook Arabisch. Waarom zou de Europese Unie mensen moeten opvangen als de komst van de Palestijnen zelfs bij hun Arabische, islamitische broeders tot spanningen zou leiden? Leidt hun komst in Europa dan niet tot spanningen?

De Arabische landen beweren altijd dat ze solidair zijn met de Palestijnen. Welnu, dat kunnen ze nu bewijzen door de geliefde Palestijnen in de eigen regio op te vangen. Vlaams Belang is voorstander van de opvang van vluchtelingen in eigen regio. Opvang behelst immers meer dan de fysieke opvang, ook moet de mensen een toekomst worden geboden. Die toekomst ligt meestal in de nabijheid van de regio waaruit de vluchteling is weggevlucht. In Egypte, Saudi-Arabië of de Golfstaten is er plaats en opvangcapaciteit genoeg. Alle islamitische vluchtelingen kunnen dus in islamitische landen worden opgevangen. Zo kunnen de vluchtelingen een toekomst uitbouwen in een regio waar ze de gebruiken kennen. Als de twintig grootste moslimlanden elk 50 000 vluchtelingen opvangen, is het probleem van de baan.

Geld kan ook geen probleem zijn. Landen zoals Qatar, dat overigens bij het conflict in Syrië is betrokken, zijn schatrijke oliestaten. De regio bulkt van de oliedollars.

Europa moet volgens ons dan ook niet opdraaien voor het probleem van de Syrische vluchtelingen. Wij erkennen dat er een probleem is, maar wij denken niet dat de voorliggende resolutie daaraan iets zal verhelpen. Bovendien is de tekst op een zeer absurde redenering gebaseerd.

De heer Jean-Jacques De Gucht (Open Vld). - De Open Vld-fractie zal de resolutie wel goedkeuren.

De humanitaire ramp die zich in Syrië afspeelt, is een enorme tragedie die sinds het begin van de roep om meer democratie nu twee jaar geleden, steeds verder verergerd is. Ook vanuit de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging hebben we het leed zien toenemen. Omdat we niet langer wensten toe te kijken van aan de zijlijn, zijn we op zoek gegaan naar beleidsdaden die een deel van de oplossing kunnen betekenen voor de Syrische bevolking.

De resolutie dringt er bij onze regering op aan zich te blijven inzetten voor het verzachten van het leed van de Syrische bevolking. In dat verband is het belangrijk om het hogere beleidsniveau aan te spreken, namelijk Europa en de internationale partners, waarvan de invloed en de daadkracht veel verder reikt.

Daarom moet er eerst en vooral een Europese aanpak komen, dat wil zeggen één Europees beleid inzake de opvang van Syrische vluchtelingen en één Europese stem die de strijdende partijen aanmaant om humanitaire hulp toe te laten voor alle inwoners van Syrië, ongeacht aan welke zijde ze zich bevinden.

Ten tweede moeten de internationale partners sneller de humanitaire organisaties bereiken, die immers levensbelangrijk werk leveren. Evenzeer moeten de buurlanden zoals Libanon, Turkije en Jordanië internationaal ondersteund worden bij de inspanningen die zij leveren om de Syrische vluchtelingen op te vangen.

We beseffen dat de resolutie slechts een druppel op een hete plaat is. Niettemin kan de regering de resolutie als leidraad hanteren voor haar Syrië-beleid. Onze regering moet er bij Europa en bij de internationale tenoren op aandringen de humanitaire ramp in Syrië zoveel mogelijk op internationaal niveau aan te pakken, met het oog op een zo groot mogelijk effect.

De druppel die deze resolutie is, kan zo vertaald worden in een veel groter engagement. Europa en de internationale partners hebben immers de sleutel in handen om de humanitaire ramp te verlichten en om het leed van de Syrische burger te verzachten, in afwachting van een transitie naar een democratische Syrische staat.

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Ik wil eerst collega De Gucht bedanken voor zijn beknopt, maar vrij volledig verslag. Bovendien heeft daarnet hij de essentie van de resolutie al perfect samengevat: maybe it's not much, but it's something.

De Syrische burgeroorlog is al meer dan twee jaar aan de gang. Wat in februari 2011 begon in de vorm van vreedzame optochten voor meer democratie en voor meer sociale hervormingen, is uitgemond in een bloedig conflict. De wreedheid van dat conflict zorgt overal ter wereld voor verontwaardiging. Alle politieke en diplomatieke pogingen ten spijt, is men helaas nog geen millimeter dichter gekomen bij een vreedzame oplossing. Meer dan 3,5 miljoen mensen zijn ontheemd door het geweld, verdreven van huis en gezin. Daarnaast zijn er anderhalf miljoen mensen gevlucht naar een van de buurlanden.

Op 6 maart 2013 werd een miljoen Syrische vluchtelingen ondersteund door het UNHCR met voedselpakketen, dekens en tenten. Intussen loopt de teller nog sneller en neemt het aantal vluchtelingen verder toe. Al die vluchtelingen leggen, ongewild, nu reeds een enorme druk op de buurlanden van Syrië. Het aantal vluchtelingen per land is enorm, zeker in verhouding tot het inwonersaantal van die buurlanden. Ik geef daarvan een aantal voorbeelden: Libanon herbergt op het ogenblik meer dan 357 000 geregistreerde vluchtelingen in verhouding tot een eigen bevolking van 4,1 miljoen.

Ik geef nog een aantal cijfers. In totaal schat de Libanese regering het aantal Syriërs binnen Libanon op één miljoen, van wie 500 000 vluchtelingen. Dat betekent dat één op de acht à negen bewoners van het land een Syrische vluchteling is. Ook de cijfers van de overige buurlanden liegen er niet om. In Jordanië staan 354 000 vluchtelingen geregistreerd en wordt het totale aantal vluchtelingen op 420 000 geschat. Op een bevolking van 6,5 miljoen betekent dat één Syrische vluchteling per vijftien inwoners. Turkije herbergt 260 000 geregistreerde vluchtelingen en schat het totale aantal op 400 000. Op een bevolking van 79,7 miljoen komt dat neer op één hulpzoekende vreemdeling op negentien inwoners. In Irak is één op de vijfentwintig een Syrische vluchteling. Ruim 119 000 vluchtelingen staan er geregistreerd. In Egypte zijn 43 000 vluchtelingen geregistreerd. Daar schat de overheid het totale aantal op 100 000.

Die cijfers gaan in werkelijkheid om mannen, vrouwen en kinderen in de grootste nood die een humanitaire noodkreet slaken. Juist om die reden hebben we deze resolutie tot humanitaire actie ingediend.

Syriërs die de grens oversteken, hebben vaak niet meer bij zich dan hun kleren. UNHCR en andere hulporganisaties werken met man en macht om aan hun basisbehoeften tegemoet te komen. De landen waarin de vluchtelingen verkeren, dreigen immers te bezwijken onder de enorme aantallen hulpbehoevenden en hulpzoekenden.

Syrië telt 23 miljoen mensen. Het einde van de crisis is niet in zicht en de instroom van mensen in de regio is dat evenmin. Er circuleren verschillende cijfers over het verwachte aantal vluchtelingen eind 2013. Het gevaar bestaat dat er dan drie miljoen vluchtelingen zullen zijn, terwijl de opvangmogelijkheden in de regio en de buurlanden reeds een absolute grens hebben bereikt. De humanitaire actie elders op de aardbol is bijgevolg meer dan nodig.

Gelukkig zijn er spontane initiatieven vanuit het middenveld, gesteund door gewone burgers. Sinds afgelopen dinsdag heeft de actie Levens Redden Syrië 12-12 in België al één miljoen euro opgehaald. Ik feliciteer de actievoerders met hun voorbeeldige initiatief.

De resolutie heeft tot doel de humanitaire hulp voor de mensen in de regio, zowel in Syrië als in de buurlanden, te versterken. Daarnaast vragen we onze regering aan te dringen op een gezamenlijke en gecoördineerde Europese actie. Dat is misschien niet veel, maar het betekent toch al iets, willen we als Belgische Senaat onze hulp en onze antwoorden aanreiken.

De humanitaire actie is noodzakelijk, nu het conflict nog woedt. Maar ook na de huidige oorlog zullen hulpfondsen nodig blijven. Psychosociale hulp en begeleiding moeten de betrokkenen helpen trauma's te verwerken die ze anders hun hele verdere leven met zich mee dreigen te dragen. Het is niet omdat de wapens zwijgen dat diep geslagen wonden zullen zijn geheeld.

Het Syrische volk is uitgeput door de uitzichtloze situatie in zijn land en wendt zich tot de internationale gemeenschap voor humanitaire hulp. Radicale groeperingen spelen op die wanhoop in en grijpen ze aan om hun denkbeelden te verspreiden. Het is noodzakelijk dat het Westen en de Europese Unie in het bijzonder actie ondernemen en een geloofwaardige partner vormen voor de gewone mensen in Syrië.

De resolutie vraagt de regering een gezamenlijke en gecoördineerde Europese actie aan te kaarten bij de andere Europese lidstaten en een opvang van Syrische vluchtelingen te overwegen op grond van de tijdelijke beschermingsrichtlijn van de Europese Unie.

Wij zijn er inderdaad van overtuigd dat deze mensen gewoon niet meer kúnnen. Ze zijn moedeloos, ze zijn kwaad op het regime omdat het bombardeert, ze zijn kwaad op de radicale en ander oppositiegroeperingen, omdat die ook wapens gebruiken, en ze zijn kwaad op de rest van de wereld omdat ze elke hoop verloren zijn. Daarom vragen we in onze resolutie dat de Europese lidstaten de toepassing van de richtlijn voor tijdelijke bescherming overwegen, om te vermijden dat de buurlanden van Syrië zich op een bepaald ogenblik genoodzaakt zullen zien hun grenzen te sluiten omdat de vluchtelingenkampen vol zitten.

Daarnaast is het van primordiaal belang dat de humanitaire hulpverleners toegang tot heel Syrië krijgen, ook tot de gebieden die niet langer onder controle zijn van het regime van Assad, en dat alle mensen in Syrië die hulp of verzorging nodig hebben, die ook werkelijk krijgen.

De humanitaire hulpverlening kost veel geld, enorm veel geld. Daarom moet onze regering er bij de internationale donoren op aandringen dat de fondsen ter waarde van anderhalf miljard Amerikaanse dollar die tijdens de internationale donorconferentie in Koeweit werden beloofd, ook echt worden vrijgemaakt en dat de hulporganisaties de hulp ook ter plaatse kunnen brengen, in alle delen van Syrië én in de buurlanden. Momenteel is er immers nog maar zo'n 200 miljoen dollar tot bij de organisaties geraakt.

Om te vermijden dat deze oorlog tot een verloren generatie leidt, moet een deel van de fondsen voor humanitaire hulp worden besteed aan psychosociale steun, onderwijs en bescherming van kinderen.

Deze humanitaire crisis kan pas eindigen, als er een onderhandelde politieke oplossing uit de bus komt. De Europese Unie kan daar enkel toe bijdragen als er tijdens de onderhandelingen met één Europese stem over de Syrische problemen wordt gesproken.

Deze resolutie is een mooi gebaar, een evenwichtige resolutie met het hoofdaccent op het versterken van de humanitaire actie en dat is niet min. Ik dank de collega's-senatoren die de resolutie steunen.

M. Benoit Hellings (Ecolo). - Je tiens d'abord à féliciter Mme Douifi pour sa proposition de résolution relative à la situation humanitaire en Syrie qui a fait l'unanimité dans tous les groupes politiques. Nous voterons évidemment pour cette résolution.

Nous avons cependant déposé à nouveau deux amendements visant à réintroduire, dans le dispositif initial, des dispositions auxquelles nous avions souscrit en cosignant la résolution.

Le premier amendement concerne la directive sur la protection temporaire de l'Union européenne qui, malheureusement, n'est pas souvent appliquée. La dernière fois que l'Union européenne l'a appliquée c'était pour le Kosovo.

Compte tenu de la situation humanitaire catastrophique en Syrie, on pourrait imaginer que le Sénat précise clairement qu'il pourrait faire usage de cette directive pour accueillir temporairement des réfugiés sur notre territoire et, ensuite, pour permettre à ceux-ci de retourner en Syrie lorsque le conflit sera terminé. L'amendement vise à supprimer le mot « envisager » et à le remplacer par le mot « appliquer ».

Le deuxième amendement concerne plus spécifiquement la situation des réfugiés palestiniens. Un certain nombre de réfugiés syriens sont eux-mêmes déjà des réfugiés palestiniens qui avaient fui en Syrie après les événements qui se sont produits au Moyen-Orient il y a des dizaines d'années.

L'amendement vise à mentionner explicitement que les réfugiés palestiniens ont le droit d'obtenir des garanties quant à leur retour en Syrie et, plus tard, en Palestine. Il est évident que la question palestinienne traverse la crise syrienne. Il serait donc normal de repréciser que ces réfugiés pourront ensuite retourner dans leur pays.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De toestand in Syrië lijkt met de dag hopelozer te worden. De Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië beweren bewijzen te hebben dat chemische wapens worden aangewend. Het gebruikte sarin maakt geen onderscheid tussen strijders, enerzijds, en vrouwen en burgers, anderzijds. Militair heeft het inzetten van die chemische wapens geen enkel nut. Het enige doel is de eigen bevolking volledig te demoraliseren. Het cynische is dat president Assad probeert te testen hoever de internationale gemeenschap hem laat gaan. Telkens de buitenwereld er niet in slaagt actie te ondernemen, neemt zijn zelfzekerheid toe. De val van het regime werd al meermaals voorspeld, maar intussen blijft president Assad in het zadel. Voor de Syriërs tikt de tijd.

De interne verdeeldheid van de oppositie is echter wel een reden tot bezorgdheid. De rivaliteit tussen de gematigde rebellen en de jihadisten heeft voor onrust gezorgd, ook in ons eigen land. De Frans-Britse vraag om het Europees wapenembargo tegen Syrië op te heffen, blijft bijzonder riskant. Niemand kan garanderen dat de geleverde wapens op de juiste plaats terechtkomen.

De burgeroorlog eist zijn humanitaire tol. Zeventigduizend doden zijn gevallen sinds het uitbreken van de crisis meer dan twee jaar geleden. Drieëntwintig miljoen Syriërs zouden intern ontheemd zijn. Er werden ook nog andere cijfers aangehaald, maar tegen het eind van dit jaar hebben tien miljoen mensen onmiddellijke hulp nodig. Volgens het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties is de crisis in Syrië de ergste sinds het einde van de koude oorlog.

Onze fractie schaart zich achter deze resolutie, die de klemtoon legt op de humanitaire toestand in Syrië. We hebben via amendementen constructief meegewerkt om tot een realistische aanpak te komen die ook op de steun van onze Europese partners kan rekenen. Toch hadden wij graag gehad dat er ook bijzondere aandacht was gegaan naar het lot van Koerdische en Palestijnse vluchtelingen. Wij hadden ook bedenkingen bij de haalbaarheid en de wenselijkheid van de permanente hervestiging van Syrische vluchtelingen in de Europese Unie en zijn blij dat de leden van de meerderheid ons hierin volgden, zonder aan de kern van deze zaak afbreuk te doen.

Een resolutie van de Senaat zal het leed van de miljoenen Syriërs nauwelijks verhelpen. We kunnen echter niet aan het debat voorbij gaan want dan anders dreigt de onverschilligheid.

Een focus op de humanitaire kant van de zaak mag de aandacht voor de politieke aspecten niet doen afnemen, zo niet blijven we bezig met symptoombestrijding. Onze fractie houdt vast aan een oplossing binnen de VN-Veiligheidsraad. De permanente leden van de Veiligheidsraad waaronder Rusland en China moeten hun verzet tegen een bindende resolutie opgeven. Ze dragen een verpletterende verantwoordelijkheid voor het lijden van de Syrische bevolking, te meer als ze ook nog wapens blijven leveren aan het regime-Assad.

Ik hoop dat onze regering en onze diplomatie bilateraal, multilateraal en via Europese weg deze boodschap zal blijven herhalen tot ze uiteindelijk wordt gehoord.

M. Armand De Decker (MR). - Madame la présidente, face à la situation dramatique que connaît la Syrie, je voudrais à mon tour exprimer le soutien absolu du groupe MR à cette résolution. Notre réponse est importante puisqu'elle porte sur une volonté de développer l'aide humanitaire à l'égard des millions de réfugiés que ce conflit entraîne.

Notre message est important car si l'on peut se réjouir que la récolte de fonds ait rapporté un million d'euros à ce stade, en comparaison avec d'autres tragédies que nous avons connues ces dernières années c'est néanmoins fort peu. Dès lors, notre responsabilité de mandataires publics doit s'exprimer à travers cette résolution pour encourager la population à apporter une aide humanitaire aux centaines de milliers, probablement déjà au-delà du million, voire du million et demi, de réfugiés. Cela me paraît indispensable.

Notre résolution plaide pour que le gouvernement belge agisse pour que la démarche humanitaire s'organise le plus possible à l'échelon européen. Il faut que l'Union européenne et les États qui la composent travaillent à une organisation commune de l'aide humanitaire. Nous devons cesser d'agir, comme trop souvent, sous le pavillon national uniquement. Cela nous donne un sentiment d'autosatisfaction mais réduit l'efficacité de l'aide fournie. La voix de l'Europe doit aussi être entendue. Pour cela, il faut que l'aide se développe à l'échelle européenne.

Une grande partie de notre opinion publique, qui ignore la complexité et la gravité de la situation, ne comprend pas pourquoi nous n'intervenons pas militairement comme nous l'avons fait ailleurs. Le conflit exprime en grande partie, et peut-être tout d'abord, une terrible division du monde musulman entre chiites, sunnites et alaouites. Sa lisibilité n'est dès lors pas évidente pour l'homme de la rue. Nous constatons malheureusement que des enfants de chez nous s'engagent dans un conflit qui, en fait, n'a rien à voir avec ce qu'ils espéraient qu'il serait. Ils croyaient intervenir pour une juste cause mais, en réalité, ils se font piéger dans un conflit entre acteurs musulmans qui se divisent et se font la guerre.

En outre, vu la dimension stratégique de la Syrie, vu les intérêts russes en Syrie, vu l'interférence à travers les chiites de l'Iran, vu les risques d'un conflit entre Israël et l'Iran qui pourrait déboucher sur un conflit quasi mondial, nous devons à tout le moins exprimer notre volonté de nous rendre utiles en travaillant à une solution politique et à une aide humanitaire réaliste au niveau européen.

(Applaus)

M. Philippe Moureaux (PS). - J'adhère largement aux propos que vient de tenir M. De Decker. J'aimerais simplement rappeler que les alaouites sont des chiites, mais il s'agit d'un chiisme très différent de celui que nous connaissons à travers l'Iran. Ils constituent de 12 à 15% de la population syrienne mais sont très proches du président et des dirigeants de ce pays.

Sur le plan de la vie culturelle, ils ont, tout d'abord, une vertu très importante à mes yeux : ils boivent du vin. Comme vous le savez, la tradition chrétienne a été, un temps, dominante au Moyen-Orient, où le vin est souvent associé à cette religion. Ensuite, ils n'ont pas à proprement parler de mosquées, mais des lieux de réunion. Enfin, ils considèrent, par exemple, tous les philosophes grecs comme des prophètes, auxquels ils se réfèrent.

Cette particularité fait partie des éléments très complexes de ce terrible conflit.

Après ces quelques précisions, je voudrais rejoindre le représentant d'Ecolo en ce sens qu'il conviendrait peut-être d'agir comme nous l'avions fait à l'époque de la guerre des Balkans : prévoir un système de séjour provisoire, pendant la durée de la guerre, pour certains réfugiés.

Je sais que la question est délicate et que le nombre de personnes concernées est particulièrement élevé, mais le gouvernement devrait, me semble-t-il, mener cette réflexion. C'est bien de donner de l'argent, d'essayer d'aider autant que faire se peut ces personnes qui vivent un drame absolu. Au vu des massacres qui se déroulent de part et d'autre, nous réalisons d'ailleurs que l'on atteint une limite dans l'horreur pouvant être produite par l'humanité. Nous pourrions peut-être servir un tant soit peu de terre d'accueil, à certains moments, pour certaines personnes confrontées à des difficultés majeures, notamment en matière de santé. Cette réflexion mériterait d'être poursuivie.

De heer Filip Dewinter (VB). - Ik heb met interesse geluisterd naar wat verschillende collega's, onder andere de heer Moureaux, over het conflict in Syrië hebben gezegd.

Ik herinner me de tijd toen de Ba'ath-partij van de Syrische president, samen met de partij van Saddam Hoessein in Irak, een van de grote partners was van de socialistische partij in de Socialistische Internationale. Zowel de Syrische als de Iraakse president werden er gevierd en als kameraden beschouwd.

Vandaag is dat natuurlijk minder het geval, al was het maar omwille van de internationale omstandigheden. Ik vind het dus een beetje jammer dat de PS de solidariteit die ze opbracht toen Assad nog geen paria was op het internationaal wereldtoneel, niet meer aan de dag durft te leggen.

Ik herinner me de reizen van vele socialistische ministers en kopstukken richting Irak en Syrië, om daar het regime te fêteren. Vandaag is dit niet meer het geval. Maar ik begrijp het: socialisten zijn opportunisten.

(Onderbreking door de heer Moureaux)

Dois-je citer le nom de tous les camarades socialistes qui ont visité la Syrie et, à l'époque, l'Irak ? On ne peut tout de même pas nier cette vérité !

Ik stel vast dat vandaag de hypocrisie hoogtij viert. Vandaag wordt het Syrische regime met pek en veren ingesmeerd en de laan uitgestuurd, omdat het niet meer politiek correct is zich ermee te associëren.

Ik vind het ook wat gemakkelijk te gemakkelijk vandaag in Syrië de kant te kiezen van het verzet. We weten allemaal wat er in Egypte, Libië en in andere landen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten is gebeurd. Vele Europese partijen en regeringen schaarden zich enthousiast achter de islamitische lente. Intussen hebben ze gezien hoe in Egypte, Libië en Algerije het Moslimbroederschap en aanverwante partijen die Lente gekaapt hebben en van die landen streng islamitische regimes hebben gemaakt.

Als wij nu naïef en goedgelovig alleen de media bijtreden en doen alsof het Syrische regime des duivels is, vrees ik dat we een verkeerde keuze maken. Dan zal in Syrië hetzelfde gebeuren als in die andere landen. Ik ben geen voorstander van het Syrische regime; ik pleit alleen voor nuance en enige zin voor kritiek. Dat is nodig als we niet de fouten willen herhalen die we de voorbije maanden en jaren in andere landen hebben gemaakt.

Om al die redenen benadert het Vlaams Belang deze resolutie met enig scepticisme en cynisme. We zullen ze zeker niet goedkeuren, maar ons onthouden of zelfs tegenstemmen.

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Als hoofdindiener van de resolutie wil ik me niet laten provoceren. Ik wil alleen zeggen dat ik de relevantie van het betoog van de heer Dewinter niet snap. Ik zie dat zijn fractiegenoten zitten te giechelen en dat choqueert me wel een beetje. Ik ben socialist. Een dergelijke houding verontwaardigt me.

Ik neem aan dat de heer Dewinter niets heeft gestort voor de actie Syrië 12-12. Ik heb verschillende kranten gekocht. Ik zal de heer Dewinter er eentje cadeau doen. Misschien kan ik hem daarmee een beetje sensibiliseren voor het humanitaire aspect, waarop in de resolutie het accent ligt.

De voorzitster. - De heer Hellings heeft de amendementen 13 en 14 ingediend (zie stuk 5-1986/5).

-De bespreking is gesloten.

-De stemming over de amendementen wordt aangehouden.

-De stemmingen over de amendementen en over het voorstel van resolutie hebben later plaats.