5-101

5-101

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 2 MAI 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Questions orales

Question orale de M. Huub Broers au secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles et secrétaire d'État à la Régie des bátiments et au Développement durable sur «le retard des données chiffrées permettant de finaliser la réforme de l'État» (no 5-973)

De heer Huub Broers (N-VA). - De eerste minister liet zich in de krant La Meuse - die ik als inwoner van de streek natuurlijk altijd lees - in weinig lovende woorden uit over de diensten van Financiën. Zo lezen we: "Je suis un peu fáché, je l'avoue, car le calendrier de réformes institutionnelles n'est pas respecté." Men stelt hem dan de vraag: "Nous avons été confrontés à un manque de statistiques aux Finances?" Waarop hij antwoordt: "Je ne dis pas que c'est de leur faute, mais cela va m'obliger à refaire un agenda." De premier gooide met andere woorden geen steen in de kikkerpoel, maar recht naar het hoofd van de minister van Financiën. Ook al zegt hij dan een beetje verder dat het achterblijven van de juiste statistieken mogelijk weer niet de schuld is van de diensten van Financiën, toch vindt hij dat hij een nieuwe agenda moet maken omdat net die statistieken achterbleven.

Ik geef toe dat ik de redenering niet echt begrijp. In mijn schooltijd zou het te laat uitvoeren van opdrachten of het fout redeneren zeker geleid hebben tot op zijn minst een herexamen. Ik heb daarom enkele vragen. Is het waar dat de juiste statistieken niet tijdig voorhanden waren en dat men er meer dan een jaar lang niet in slaagde om ze ter beschikking te stellen? Waar ligt de verantwoordelijkheid voor het achterblijven van deze cijfers?

De heer Servais Verherstraeten, staatssecretaris voor Staatshervorming en voor de Regie der gebouwen. - Het is de heer Broers wellicht niet onbekend dat we momenteel voor een van de grootste hervormingen van de financieringswet staan. De zesde staatshervorming is, samen met die van 1988-1989, de grootste in onze geschiedenis. Ze zorgt voor ongeveer 17 miljard bijkomende middelen voor de deelstaten met daar bovenop meer dan 10 miljard aan echte fiscale autonomie. Dat is een enorme opdracht en we willen de overgang minutieus maken, gebaseerd op correcte en geverifieerde cijfers. De volledige vertaling in de bijzondere financieringswet vergt daarom een omvangrijk cijferwerk, dat niet alleen op Financiën gebeurt, maar ook op andere departementen zoals Werk, Justitie, Sociale Zekerheid, Mobiliteit enzovoort.

Voor de cijfers die Financiën heeft aangeleverd, werd op basis van de toekomstige bevoegdheden en de volledig nieuwe berekening van de personenbelasting die daaruit zal volgen, een fictieve herberekening van het laatste bekende aanslagjaar gemaakt. Die werd uitgevoerd op een representatief staal van 343 000 aangiften dat door het Nationaal Instituut voor de Statistiek is bepaald. Dat bleek nodig te zijn om onder meer de toekomstige autonomiefactor en de kost van de over te dragen fiscale uitgaven zo exact mogelijk te bepalen. Voor deze herberekeningen is een nieuw programma ontwikkeld. De uitkomst van die berekeningen werd vorige week gevalideerd en voorgesteld aan de betrokken werkgroep van de acht partijen die het institutioneel akkoord uitvoeren.

Voor de berekening van de nieuwe dotaties wordt een beroep gedaan op verschillende departementen. De meeste van die cijfers zijn intussen ook aangeleverd en worden nu gevalideerd. Dat alles zal ons de mogelijkheid geven om in de komende weken de berekeningen van de autonomiefactor en de nieuwe dotaties in de ontwerpteksten van de bijzondere financieringswet te kunnen inbrengen. Die teksten zijn reeds voorbereid.

Zoals de eerste minister eerder in zijn State of the Union al verklaarde, willen we de voorstellen van bijzondere wet die uitvoering geven aan de zesde staatshervorming, dit jaar goedgekeurd zien in het parlement. We liggen nog steeds op koers.

De heer Huub Broers (N-VA). - De staatssecretaris heeft heel wat werk te verrichten, want de premier heeft het over acht weken achterstand. Zelf zegt de staatssecretaris dat de regering op schema ligt. Ik weet dus niet wie liegt of minstens verkeerde informatie verspreidt. Door het lachje op zijn gezicht bij het begin van het antwoord denk ik dat de staatssecretaris ons iets probeert wijs te maken.