5-98

5-98

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 18 APRIL 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Filip Dewinter aan de minister van Justitie over «de arrestatie van een radicale moslim» (nr. 5-936)

De heer Filip Dewinter (VB). - Vorige dinsdag hebben de politiediensten om 6 uur 's morgens de leider van Sharia4Belgium, Fouad Belkacem alias Abu Imran, voor de zoveelste keer opgepakt voor verhoor. Dat gebeurde met veel machtsvertoon en in aanwezigheid van heel wat cameraploegen, fotografen en journalisten. Op hetzelfde moment werden nog een aantal andere leden van Sharia4Belgium opgepakt voor verhoor.

Ik heb begrepen dat de minister, in het kader van de antiterrorismewetgeving, van plan is om streng op te treden.

Ik noteer ook dat de woordvoerder van het Antwerpse parket Sharia4Belgium tijdens een persconferentie bestempeld heeft als een terroristische organisatie. Het werd in mijn ogen hoog tijd dat dat gebeurde.

De Marokkaanse overheid vraagt al geruime tijd om de uitlevering van Fouad Belkacem, die in Marokko veroordeeld is wegens drugsdelicten. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om de Belgische nationaliteit af te nemen van de betrokkene, die op het ogenblik zowel de Belgische als de Marokkaanse nationaliteit heeft.

Hoewel de minister dus aankondigt streng te willen optreden tegen Fouad Belkacem, stel ik vast dat tot op heden geen van beide mogelijkheden in de praktijk is gebracht om snel van de betrokkene af te geraken.

Mijn vraag aan de minister is zeer eenvoudig. In hoeverre is de minister van Justitie van plan in te gaan op het Marokkaanse verzoek om uitlevering van Fouad Belkacem?

Is de minister bereid om de procedure op te starten om hem zijn Belgische nationaliteit af te nemen, gelet op het feit dat het parket van oordeel is dat hij de leider is van een terroristische organisatie? Zal de minister in dat verband gebruik maken van haar positief injunctierecht?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Begin vorig jaar is een federaal strafonderzoek naar inbreuken op de terrorismewetgeving opgestart door het federaal parket en het parket van Antwerpen.

Met dat gerechtelijk onderzoek wordt nagegaan of de feitelijke groepering Sharia4Belgium deel uitmaakt van een terroristische groepering, wat strafbaar is op basis van de artikelen 137 tot 140 van het Strafwetboek. Daarnaast wordt ook onderzocht of, en in welke mate, de personen waaruit Sharia4Belgium bestaat, deelnemen aan de activiteiten van die groep, of er zelfs een leidende rol in hebben.

Het parlement heeft recent op mijn aansturen een wetsontwerp goedgekeurd dat de terrorismewet nog uitgebreid en verstrengd heeft. Voortaan zijn ook de volgende daden strafbaar met een gevangenisstraf van 5 tot 10 jaar: het aanzetten tot het plegen van een terroristische daad; het rekruteren van mensen om een terroristische daad te plegen, of het rekruteren van mensen als lid van een terroristische organisatie; het opleiden van mensen of het volgen van een opleiding met het oog op terroristische doeleinden.

Zoals steeds komt het finaal toe aan een onafhankelijke rechter om te beoordelen of die wet al dan niet van toepassing is.

In opdracht van de gespecialiseerde Antwerpse onderzoeksrechter terrorisme, viel de federale gerechtelijke politie gisteren binnen op 48 plaatsen in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant, in Brussel en in Charleroi.

Er werden 32 huiszoekingen verricht in de provincie Antwerpen, vooral in de stad Antwerpen. In Brussel en in Vlaams-Brabant zijn 15 huiszoekingen verricht.

Bij die huiszoekingen werden zes personen van hun vrijheid beroofd en ter beschikking gesteld van de onderzoeksrechter. Vier personen werden onder aanhoudingsbevel geplaatst en zullen in de loop van de komende dagen voor de raadkamer verschijnen.

Bij die huiszoeking zijn computers, gsm's en geld in beslag genomen, maar er zijn geen wapens of explosieven aangetroffen.

Uit sommige elementen uit het onderzoek kan worden afgeleid dat Sharia4Belgium het jihadistische salafisme als ideologisch en militant referentiekader heeft. Het onderzoek heeft het bovendien mogelijk gemaakt de organisatiestructuur van Sharia4Belgium nauwgezet in kaart te brengen; ook zijn zowel de harde kern van leidinggevenden als de sympathisanten in beeld gebracht.

Fouad Belkacem, de woordvoerder van Sharia4Belgium, is een van de personen die gisteren zijn aangehouden. Hij zal de komende dagen voor de raadkamer verschijnen. In het verleden heeft hij reeds een aantal gevangenisstraffen opgelopen voor andere feiten, met name voor racisme en weerspannigheid. Op grond daarvan is hij op het ogenblik definitief veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf. Volgende week kan daar nog een andere straf bijkomen.

Een groot deel van de eerste straf, namelijk meer dan acht maanden, heeft hij reeds uitgezeten in de gevangenis. Ingevolge een verder onderzoek op twee niveaus draagt hij gedurende de resterende maanden een enkelband.

Uiteraard ligt het ook voor de hand dat strafuitvoering nog iets anders is dan strafonderzoek.

Voor de vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit hoef ik mijn injunctierecht niet te gebruiken. Het parket-generaal is immers nog volop bezig met een dossier om de Belgische nationaliteit te kunnen afnemen. Het spreekt vanzelf dat uiteindelijk een onafhankelijke rechter zich zal moeten uitspreken. In hetzelfde verband is ook via rechtshulpverzoek informatie opgevraagd in Marokko. Het is ook mogelijk dat de huiszoekingen deze week nieuwe elementen hebben opgeleverd die aan het dossier moeten worden toegevoegd. Het parket-generaal onderneemt hoe dan ook al het nodige om tot een zo sterk mogelijk dossier te komen.

In verband met Syrië heeft Justitie met de huiszoekingen die deze week zijn gebeurd, zeker verantwoordelijkheid opgenomen. Toch moet ook benadrukt worden dat de problematiek gelaagd is. De terrorismewet biedt ons wel meer middelen, maar dat belet niet dat we de komende tijd aandacht moeten hebben voor nog andere initiatieven én voor de verantwoordelijkheid van andere beleidsniveaus om te voorkomen dat Justitie zich telkens met de zaak moet bezighouden.

De heer Filip Dewinter (VB). - Ik noteer dat de minister haar injunctierecht niet zal gebruiken omdat het parket-generaal van Antwerpen nog steeds bezig is met het onderzoek naar de mogelijkheid tot vervallenverklaring van de Belgische nationaliteit. Daarvan was ik op de hoogte, maar dat onderzoek is al geruime tijd aan de gang. Misschien kan de minister erop aandringen dat het parket-generaal zijn onderzoek afrondt en tot conclusies komt. Ik heb de indruk dat men het onderzoek laat aanslepen opdat de minister op dat vlak haar verantwoordelijkheid niet zou hoeven te nemen.

Voorts heeft de minister hetzelfde antwoord voorgelezen als op 17 april in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Dat is wellicht gebruikelijk bij soortgelijke vragen, maar aan de andere kant heeft de minister niet geantwoord op mijn vraag in verband met een Marokkaans verzoek dat al acht jaar loopt. Marokko heeft inderdaad om de uitlevering van Fouad Belkacem verzocht ingevolge een veroordeling die hij heeft opgelopen wegens drugsdelicten op Marokkaans grondgebied. Graag had ik het standpunt van de minister over die kwestie gehoord. Ook al heeft de betrokkene de dubbele nationaliteit, er doet zich immers nu een unieke mogelijkheid voor om in te gaan op het Marokkaanse verzoek. Daarmee zou ons land in één klap van een lastig sujet verlost zijn.

.