5-214COM | 5-214COM |
De heer Yves Buysse (VB). - Half februari 2013 bracht de staatssecretaris een werkbezoek aan Algerije. Via de pers vernamen we dat België en Algerije een contactmechanisme zouden uitwerken. Dat zou onder meer moeten leiden tot duurzame oplossingen voor problemen waarmee beide landen worden geconfronteerd. Voor België gaat het natuurlijk in eerste instantie over problemen met illegale immigratie.
Met welke verzuchtingen van Belgische zijde is de staatssecretaris naar Algerije gegaan?
Welke concrete resultaten heeft het overleg met de Algerijnse autoriteiten opgeleverd?
Welke oplossingen werden bereikt voor het controleren van de identiteit van Algerijnen, toch een van de belangrijkste problemen? Werden er concrete overeenkomsten gesloten en/of beloftes gedaan voor een betere informatie-uitwisseling tussen beide landen en/of een systeem van digitale vingerafdrukken? Zo ja, wat houden die overeenkomsten in?
Hoever staat het met de terugname van criminele en illegale onderdanen door Algerije? Ook dat probleem sleept al heel lang aan.
Welke concrete toezeggingen voor een betere samenwerking heeft Algerije gedaan?
Welke toezeggingen voor een vlottere toekenning van visa aan Algerijnen heeft België gedaan?
In de pers was er sprake van een fast track-procedure. Wat houdt die precies in en voor wie is ze bedoeld?
M. le président. - Je voudrais dire qu'il s'agit d'un réel problème que j'ai vécu quand j'étais bourgmestre. Les autorités se disent parfois incapables d'identifier des personnes qui se prétendent algériennes et qui ne peuvent donc être renvoyées. Le problème ne se limite donc pas à l'identification des Algériens eux-mêmes mais aussi de personnes qui se disent algériennes après avoir détruit leurs papiers. Il s'agit d'un problème très délicat qui crée parfois des injustices : on expulse parfois des personnes dont on connaît l'identité et qui ont commis des délits mineurs mais on garde sur le territoire des personnes qui ont commis des faits beaucoup plus graves sous le prétexte que le pays dont elles se disent originaires ne les reprend pas.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wil hier heel kort op inpikken. Ik heb immers over deze problematiek een vraag om uitleg ingediend voor de minister van Justitie en als voor de minister van Binnenlandse Zaken.
Het vermoeden groeit dat nogal wat mensen zeggen dat ze uit Algerije komen, in de hoop te kunnen verstoppen waar ze werkelijk vandaan komen. De Algerijnse ambassade heeft onder meer aan Justitie aangeboden zelf na te gaan of de betrokkenen wel degelijk uit Algerije komen. Op zich is dat niet zo moeilijk te achterhalen als men gerichte vragen stelt, eventueel in een bepaald dialect.
Justitie is echter nog nooit op dat aanbod ingegaan. De dienst Vreemdelingenzaken heeft wel al met de ambassade samengewerkt. Volgens mij kan dat nog vaker en zijn er echt mogelijkheden om tot een betere samenwerking te komen. Dat kan de procedure alleen maar ten goede komen.
Nu bestaat er op dat gebied heel veel onduidelijkheid. Het wordt stilaan een echt probleem dat Algerije systematisch wordt voorgesteld als hét land waarmee samenwerking niet mogelijk is en waar massaal veel mensen vandaan komen die in België illegaal verblijven en meestal ook nog eens zaken mispeuteren, zonder dat het land zich kan verdedigen. We moeten daar toch een beetje mee opletten, vooral omdat ik weet dat de ambassade wel degelijk de hand heeft uitgestoken naar onze diensten.
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Een menselijk maar efficiënt terugkeerbeleid van personen die illegaal in België verblijven is een belangrijk, maar moeilijk onderdeel van mijn werk. Mijn bezoek van amper achttien uur in Algerije was een belangrijk punt van mijn strategie in dit domein.
De bilaterale relaties met Algerije betreffende migratievraagstukken waren complex. Er waren zowel problemen langs Algerijnse als Belgische zijde. Het voornaamste probleem bestond vooral uit de identificatie van personen die zichzelf Algerijn verklaarden omdat ze wisten dat er voor Algerijnen geen identificatie gebeurde. Hetzelfde deed zich voor ten tijde van de Balkanoorlog. Toen bleek plots iedereen Kosovaar te zijn. Vorig jaar hebben 5 500 mensen die naar België kwamen zich Algerijn verklaard. De Algerijnse autoriteiten zeggen dat ze eraan twijfelen of er zich zoveel Algerijnen illegaal op ons grondgebied bevinden. Er is maar één mogelijke oplossing, namelijk Algerijnen identificeren.
Daarom vond ik het nuttig de discussie op ministerieel niveau te voeren. Ik zag mijn collega-staatssecretaris bevoegd voor Algerijnen in het buitenland, de Algerijnse minister van Binnenlandse Zaken, van Buitenlandse Zaken en de premier, en ik had uiteraard ook een werkvergadering met het equivalent van onze dienst Vreemdelingenzaken.
Die ontmoetingen hebben mij de gelegenheid geboden om de moeilijkheden inzake identificatie te bespreken. De heer Moureaux, voormalig burgemeester van Molenbeek, kan bevestigen dat die moeilijkheden aan de basis liggen van de problemen in verband met de terugkeer van Algerijnse onderdanen die illegaal in ons land verblijven.
De vergaderingen verliepen in een sfeer van wederzijds respect. Wij zijn overeengekomen om een contactmechanisme tussen onze administraties op te richten om die kwesties op technisch niveau te bespreken en om dat mechanisme over zes maanden op ministerieel niveau te evalueren. Ondertussen is een eerste ploeg van de Dienst Vreemdelingenzaken naar Algerije geweest, begin maart. De directeur-generaal, Freddy Roosemont, was daarbij aanwezig. Daarnaast vonden sindsdien contacten met de ambassade in België plaats.
Algerije is bereid om samen te werken aan een mechanisme naar analogie met een mechanisme dat al sinds verschillende jaren bestaat tussen landen ten zuiden van de Middellandse Zee - Marokko, Algerije, Tunesië, Mauritanië, Libië - en vijf Europese landen - Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal en Malta. Dat mechanisme is gebaseerd op informatie-uitwisseling en samenwerking. Een eerste vergadering heeft plaatsgevonden op 18 maart in Algiers.
Wat het visavraagstuk betreft, hebben we uitgelegd dat we de Europese regels in verband daarmee respecteren en dat sinds september 2012 verbeteringen werden aangebracht betreffende de ontvangst en de behandeling van aanvragen op het Belgisch consulaat.
Algerijnen staan bijvoorbeeld op de eerste plaats wat het aantal visumaanvragen om medische redenen betreft. Ze laten veel ingrepen in Belgische ziekenhuizen uitvoeren omdat die ingrepen bij hen niet mogelijk zijn. Het betreft vooral cardiale chirurgie, maar ook kinderchirurgie en andere ingrepen. Uiteraard moet in dergelijke gevallen vlug een visum worden afgeleverd maar moeten ook de nodige waarborgen worden gegeven, onder andere inzake terugkeer.
Er was ook een probleem bij de verlenging van visa om medische redenen. Personen die nog niet voldoende gerecupereerd zijn om terug te keren, bijvoorbeeld na cardiale chirurgie, moesten tot nu toe zelf naar het gemeentehuis om een verlenging aan te vragen. Daaraan zou kunnen worden verholpen.
Tenslotte beschikt de Dienst Vreemdelingenzaken sinds 2008 over een dienst voor economische migratie voor zakenlui die naar België willen komen om een professionele activiteit uit te oefenen. Zakenlui kunnen via die dienst een beroep doen op een snellere procedure, de zogenaamde fast track. Die mogelijkheid bestaat enkel voor zakenlui. Zij weten de datum van een vergadering niet maanden vooraf. Die vergaderingen vinden vaak in Brussel plaats, omdat Brussel een Europese ontmoetingsplaats is.
De samenwerking met de Algerijnse ambassade gaat steeds beter. Sedert 2000 wordt op Europees niveau over een readmissieakkoord onderhandeld. Ik heb dat echter niet afgewacht en heb me bij de missie van de minister van Buitenlandse Zaken gevoegd. De missie was zeer intens - ze werd volbracht binnen een tijdsbestek van achttien uur - maar ze loonde de moeite.
De heer Yves Buysse (VB). - Op de meeste van mijn vragen heeft de staatssecretaris een afdoend antwoord gegeven.
Over zes maanden, dus na het parlementair reces, kan ik haar opnieuw ondervragen over de stand van zaken.
Is de staatssecretaris rechtstreeks betrokken bij de terugname door Algerije van criminele onderdanen van dat land?
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Dat onderwerp werd eveneens besproken. Het maakt deel uit van het pakket waarover een samenwerking bestaat met de landen die ik heb genoemd. We moeten echter eerst over een identificatie beschikken.
De heer Yves Buysse (VB). - Destijds hield vooral de minister van Justitie zich bezig met de terugnameakkoorden. Oefent de staatssecretaris een adviserende bevoegdheid uit bij de onderhandelingen of wordt zij er rechtstreeks bij betrokken?
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Er zijn samenwerkingsakkoorden tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de penitentiaire instellingen, precies om gemakkelijker criminele illegalen naar hun land van herkomst te kunnen terugsturen.
M. le président. - Vous êtes quand même secrétaire d'État, adjointe à la ministre de Justice !
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Dat is ook zo. Wij werken op dat vlak samen.
(De vergadering wordt gesloten om 11.20 uur.)