5-214COM

5-214COM

Commissie voor de Binnenlandse Zaken en voor de Administratieve Aangelegenheden

Handelingen

DONDERDAG 28 MAART 2013 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Dalila Douifi aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding over «de mogelijkheid die aan jongeren zonder papieren wordt geboden om een opleiding te vervolledigen» (nr. 5-3050)

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Eind november 2012 schreven de onderwijskoepels een open brief, gebaseerd op een knelpuntennota die vooral focust op de situatie van jonge vreemdelingen die een opleiding volgen in het deeltijds beroepsonderwijs.

De onderwijskoepels gaven daarmee uiting aan het ongenoegen dat bij directies en leerkrachten leeft over het feit dat sommige leerlingen zonder papieren die nog een beroepsopleiding volgen, het land worden uitgezet en niet de kans krijgen om hun stage of opleiding af te maken. Nochtans kunnen ze met die nieuw verworven competenties een mooiere toekomst tegemoet gaan.

De staatssecretaris heeft verklaard dat ze begin 2013 het debat daarover wil aangaan.

Met welke gesprekspartners heeft de staatssecretaris daarover intussen rond de tafel gezeten?

Laat de staatssecretaris, naast de nota van het Vlaams ministerie van Onderwijs, ook studies uitvoeren over die problematiek?

Beschikt ze over cijfers inzake het aantal jongeren zonder papieren die in Vlaanderen een opleiding volgen?

Uit welke landen zijn die jongeren afkomstig en zijn er bepaalde nationaliteiten sterker vertegenwoordigd?

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - De grote instroom van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, NBMV, stelt ons inderdaad voor een aantal moeilijke uitdagingen.

Zo moet in het belang van het kind worden bepaald of de duurzame oplossing, het levensproject, in België dan wel in het land van herkomst ligt. Indien de duurzame oplossing in België niet ligt, wordt een bevel tot terugleiding naar het land van herkomst gegeven. Hoewel de begeleiding binnen de opvangstructuur aan die duurzame oplossing is aangepast, zien we dat in de praktijk hieraan slechts heel zelden gevolg wordt gegeven.

Een minderjarige die een negatieve beslissing krijgt, blijft nog steeds een minderjarige. Een gedwongen terugkeer is dan ook geen optie. De betrokken jongeren moeten de duidelijke boodschap krijgen dat, hoewel zij het land niet worden uitgezet, een vrijwillige terugkeer onvermijdelijk is zodra ze de meerderjarigheid hebben bereikt.

Ik wil nog meer inzetten op de terugkeerbegeleiding en de bevordering van de re-integratie in de thuislanden. Hiertoe wordt met ervaren partners zoals de Internationale Organisatie voor migratie, Caritas International en het Rode Kruis samengewerkt om jongeren die vrijwillig terugkeren, in het herkomstland te ondersteunen. De lopende projecten in landen als Marokko en Guinee beogen de jongeren via opleiding en begeleiding economisch zelfredzaam te maken. Dergelijke projecten worden binnenkort ook in Kameroen en Pakistan opgestart.

Minderjarigen die vrijwillig terugkeren kunnen een hogere steun genieten.

Het kan niet worden aanvaard dat jongeren weigeren in te gaan op een bepaalde duurzame oplossing in de hoop ooit te worden geregulariseerd. Ik heb dat standpunt tegenover de onderwijskoepels en Kerkwerk Multicultureel Samenleven verdedigd. Iedereen moet begrijpen dat een beleid waarbij documentloze voormalige NBMV automatisch toegang krijgen tot onze arbeidsmarkt op basis van collectieve criteria neerkomt op een collectieve regularisatie.

Een eventuele regularisatie van de verblijfstoestand van voormalige NBMV kan enkel op basis van de toepasselijke bepalingen van de Vreemdelingenwet. Die voorziet ook in een algemene regelgeving voor vreemdelingen onder studentenstatuut.

Er bestaat trouwens een beperkte en voorwaardelijke gedoogpraktijk. Ouders die een verwijderingsbeslissing krijgen meegedeeld, kunnen om uitstel van verwijdering verzoeken zodat hun kinderen het schooljaar kunnen afmaken indien het lopende schooljaar reeds tot Pasen is gevorderd. Een verlenging van de termijn kan eveneens worden toegekend aan NBMV die in de loop van het schooljaar meerderjarig zijn geworden.

Die regel wordt nu reeds toegepast. Ik heb de onderwijskoepels ook gevraagd welke leeftijd ze voor ogen hebben met betrekking tot de verlenging van de termijn. Het blijkt dan dat ze denken aan een systeem van deeltijds werken en deeltijds studeren, waardoor de termijn kan worden verlengd tot de leeftijd van 25 tot 27 jaar. Het gaat dan niet langer over jongeren die een opleiding volgen, maar over specialisatiejaren, aanvullende studies, jongeren die van studierichting veranderen enzovoort. Dergelijke discussies vind ik niet meer ernstig.

Ik heb al meermaals met de sector overleg gepleegd. Er zijn ook nieuwe gesprekken gepland, maar momenteel is er een oponthoud vanwege de begrotingsonderhandelingen. Ik vind het alleszins belangrijk dat alle actoren rond de tafel zitten, inclusief de gemeenschappen. Onderwijs is immers een gemeenschapsbevoegdheid. Met de gemeenschappen zullen we moeten overleggen over hoe het kostenplaatje zal worden gedeeld. We mogen daarbij evenmin uit het oog verliezen dat de toegang tot de arbeidsmarkt een gewestmaterie is. De Belgische institutionele structuur maakt de zaken niet eenvoudiger, maar het is nu eenmaal zo. Hoe dan ook, ik beslis niet alleen en de federale overheid moet niet alle kosten dragen.

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Als ik de staatssecretaris goed heb begrepen, worden de gesprekken over die problematiek gewoon voortgezet.

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Absoluut.

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Dat is een goede zaak. Blijkbaar heeft de staatssecretaris nog geen cijfergegevens.

Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - Ik heb wel cijfergegevens.

Ik krijg altijd vragen om cijfergegevens: het aantal daklozen, het aantal mensen zonder papieren, het aantal illegale gezinnen, het aantal niet-geregistreerde jongeren zonder papieren, ...

Ik heb alleen cijfers over de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen omdat die door mijn diensten worden opgevangen. Met betrekking tot die andere categorieën heb ik geen cijfergegevens.

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Het is inderdaad niet alleen de bevoegdheid van mevrouw De Block.

Als de onderwijskoepels aangeven dat ze het zeer erg vinden dat jongeren een opleiding moeten stopzetten, dan moet de leeftijd van die betrokkenen bekend zijn. Het kan om minderjarigen gaan, maar het is evengoed mogelijk dat ze inmiddels meerderjarig zijn.

Die jongeren moeten een duurzame opleiding krijgen, eventueel met het oog op een eventuele terugkeer. Dat aspect maakt wel deel uit van het beleid waarover de staatssecretaris bevoegd is. In die optiek is dit debat dan ook zeer nuttig.

Ik wens de staatssecretaris dan ook veel succes voor de komende onderhandelingen.