5-213COM | 5-213COM |
De heer Ludo Sannen (sp.a). - Het instellen van een stookolietankfonds om een oplossing te bieden voor historische vervuiling door lekkende particuliere stookolietanks is al zeer lang in het vooruitzicht gesteld. Het principieel akkoord tussen de gewesten en de federale overheid over de oprichting van een saneringsfonds stookolietanks dateert al van 20 mei 2005. Dit fonds moet toelaten om financieel bij te dragen aan de sanering van vervuilde gronden, zodat particulieren niet alleen moeten opdraaien voor kosten waarvoor ze niet altijd zelf verantwoordelijk zijn. We zijn intussen 2013 en er is nog altijd geen Belgisch stookolietankfonds. Naar ik begrepen heb, zou er gisteren overleg zijn gepleegd over deze problematiek.
Is er zicht is op een federale oplossing voor het stookolietankfonds? Zo ja, wat is de inhoud van die overeenkomst en wat is de timing?
Is het niet wenselijk dat in afwachting van een regeling, de verzekering zou tussenkomen voor saneringskosten op eigen terrein die niet te wijten zijn aan de particuliere eigenaar?
Indien de piste voor een federaal stookolietankfonds binnen korte termijn niet haalbaar zou blijken, wat zijn dan mogelijke alternatieven om tegemoet te komen aan particulieren met bodemsaneringsproblemen door stookolietanks? Is het een optie om risico's op bodemverontreiniging door lekkende stookolietanks te laten dekken door de brandverzekering, net zoals die ook verplicht is een waarborg te bieden tegen overstromingsschade?
Een collega stelde hierover een vraag aan Vlaams minister van Leefmilieu Schauvliege. Uit haar antwoord bleek dat er op 25 maart een overleg gepland was. Minister Schauvliege zou met een alternatief voorstel komen als het overleg geen duidelijke afspraken zou opleveren.
Ik hoop dat die afspraken intussen gemaakt zijn.
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en voor Staatshervorming. - Het is inderdaad zo dat de vzw Informazout, het Informatiecentrum voor het rationeel gebruik van mazout opgericht door de petroleumsector, sinds december 2003 een meldpunt heeft waar elke burger een mogelijk geval van bodemvervuiling ten gevolge van een lekkende gasolietank kan laten registreren. Die registratie is nog steeds mogelijk, maar Informazout heeft hierover de voorbije jaren geen actieve publiciteit gevoerd, wellicht omdat de oprichting van dit fonds op zich liet wachten. De bedoeling was om dat register aan het fonds te bezorgen zodra het actief zou worden. Het betreft een loutere registratie, Informazout kan geen berekening maken van het totaalbedrag van de geregistreerde schade- of saneringsgevallen.
In een eerder antwoord op een dergelijke vraag heb ik gemeld dat dit complexe dossier dient te rijmen met het huidige politieke beleid van de federale regering inzake het vrijwaren van de competitiviteit van de ondernemingen en de koopkracht van de consument, in het bijzonder wat betreft de energieprijzen. Het laatste voorstel van de petroleumsector ging ervan uit dat voor de financiering van dit op te richten fonds een bijdrage zou worden geïnd via de verkoopprijs van de huisbrandolie. Vermits dit product deel uitmaakt van de gezondheidsindexkorf is een dergelijk spoor bij voorkeur te vermijden. Dit is ook een dossier waarbij verschillende regionale en federale bevoegdheden betrokken zijn, wat de vooruitgang van het dossier geenszins vergemakkelijkt.
Ik heb bijgevolg in het laatste kwartaal van 2012 een alternatief voorstel geformuleerd dat, eens de drie betrokken federale ministers - Energie, Economie en Financiën - zich hiermee akkoord verklaren, zal worden voorgelegd aan de gewestelijke ministers voor Leefmilieu. Daarna zal een werkgroep op administratief niveau dit voorstel verder uitwerken en juridisch aftoetsen, waarna het zal worden voorgelegd aan de petroleumsector. Op die manier hoop ik dit jaar een doorbraak te realiseren in dit dossier.
De schade ten gevolge van een lekkende gasolietank veroorzaakt door derden, valt heden onder de verzekering Burgerlijke aansprakelijkheid. Dat is dus geregeld. Wat niet geregeld is, is de eigen schade die daardoor geleden wordt. Daarom wordt sinds 2000 geprobeerd een dergelijk fonds op te richten. Dit fonds heeft als finale doelstelling ook deze risico's verzekerbaar te maken door het historisch passief te saneren en de bestaande opslagtanks te monitoren, teneinde toekomstige bodemvervuiling te voorkomen. Onder bepaalde voorwaarden zouden de verzekeraars dan bereid zijn dit risico op te nemen in een polis. Dit kan wellicht de brandverzekering zijn, maar dat moet later nog definitief beslist worden.
Ik zal niet nalaten de heer Sannen op de hoogte te houden van de verdere evolutie in dit dossier.
De heer Ludo Sannen (sp.a). - De staatssecretaris heeft nergens verwezen naar het overleg van gisteren, dus ben ik niet weel wijzer geworden van zijn antwoord. Het kan natuurlijk dat hij daarvan nog geen verslag heeft gekregen.
Hij zegt dat hij zijn voorstel wil bespreken met de ministers, maar wat houdt dat voorstel precies in?
De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en voor Staatshervorming. - Dat kan ik nu nog niet openbaar maken, maar zoals gezegd, zal ik hem, eventueel naar aanleiding van een volgende vraag, hierover verder op de hoogte houden.
(Toelichting van staatssecretaris Wathelet)