5-96 | 5-96 |
Mme la présidente. - M. Servais Verherstraeten, secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles et à la Régie des bátiments, répondra.
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik wil vooraf een opmerking maken. Er worden veel identieke vragen in de Kamer en de Senaat gesteld. Het zou zinvoller zijn daarover afspraken te maken tussen de Kamer en de Senaat.
De belangrijkste vraag in verband met de Europese aanpak van de financiële crisis in Cyprus is welke impact die aanpak heeft voor de Belgische spaarder.
De oplossing van het Cyprusvraagstuk zal wellicht van uur tot uur wijzigen. De laatste gegevens wijzen op een constructie van een investeringsfonds met een onderpand, waarbij - mogelijk Russische - financiers worden gezocht.
Het gevaar bestaat dat de Europese entiteiten, met inbegrip van onze minister van Financiën, een doos van Pandora openen waarbij het vertrouwen van de spaarder in de zekerheid van zijn spaarcenten kan worden geschaad.
Dat is geen verwijt, maar een vaststelling. Uit ervaring weet ik hoe het er op dergelijke vergaderingen aan toe gaat: er komen allerlei voorstellen en voor men het beseft is een voorstel te nemen of te laten.
De vraag is hoe Europa, dat zich opwerpt als de beschermer van de spaardeposito's, een beslissing heeft kunnen nemen die daar helemaal haaks op staat. Anders gezegd, kan de Belgische minister van Financiën na wat er in Cyprus is gebeurd, de Belgische spaarder garanderen dat er in België, in geen enkele omstandigheid en onder geen enkel beding, een gelijkaardige oekaze als in Cyprus kan plaatsgrijpen? Het komt erop neer dat een deel van het spaargeld van de mensen zou worden geconfisqueerd. Gelukkig is dat voorstel intussen van tafel geveegd.
Hoe is het mogelijk dat een landje met minder dan 0,2% van het nationaal inkomen van de eurozone het hele eurosysteem in gevaar kan brengen? Het wijst in mijn ogen ofwel op de enorme fragiliteit van dat systeem ofwel op angst dat de landen die tot het systeem zijn toegetreden maar er absoluut niet thuishoren, er zouden uitstappen. Maken de Europese leiders niet de verkeerde inschatting dat de financiële markten daar heel driest op zouden reageren? De kernvraag blijft: kan de Belgische regering in het algemeen en de minister van Financiën in het bijzonder garanderen dat de Belgische spaarder niet vroeg of laat met zo een oekaze te maken krijgt?
De heer Servais Verherstraeten, staatssecretaris voor Staatshervorming en voor de Regie der gebouwen. - Ik verontschuldig de minister van Financiën. In de Kamer heeft hij vandaag geantwoord op zeven of acht vragen met een gelijkaardig onderwerp, maar het werd te laat om nog naar de Senaat te komen. Hij had immers verplichtingen in het kader van het IMF. Ik lees dus zijn antwoord, maar hij is ongetwijfeld bereid in de commissie dieper op de zaak in te gaan.
De fiscale heffing waarvan sprake is zou enkel gelden voor bankrekeningen in Cyprus zelf. Die heffing moet eerst nog door het Cypriotische parlement worden goedgekeurd, wat volgens de recente berichten niet lijkt te gebeuren. Die eventuele fiscale heffing valt onder de verantwoordelijkheid van de Cypriotische autoriteiten en heeft dus geen impact op de Belgische spaarder, tenzij hij natuurlijk over een bankrekening in Cyprus beschikt. Ik benadruk dat in dat geval de EU-wetgeving van kracht blijft die een garantie op deposito's biedt tot 100 000 euro per klant, per bank in het geval van een faillissement van een bank. In de Kamer zei de minister nog dat dit een juridisch argument is, maar wel een juist argument.
Verder antwoordt de minister dat zijn voorganger reeds de aanzet gaf om te bestuderen hoe het geld dat spaarders en beleggers ter beschikking stellen van de financiële sector nog beter kan worden aangewend om onze economie te financieren. Het is echter belangrijk om behalve voor kredietverlening aan ondernemingen ook voldoende oog te hebben voor het versterken van het eigen vermogen van onze ondernemingen. De minister wil daarom het beleid van zijn voorganger op dit punt voortzetten om hopelijk spoedig enkele concrete maatregelen te kunnen nemen om onze economische bedrijvigheid te stimuleren.
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik dank de staatssecretaris voor het antwoord in naam van de minister van Financiën, aan wie ik nadere uitleg zal vragen in de commissie.
We proberen al enkele weken de minister naar de Senaat te halen, maar dat is tot nu toe niet gelukt. We zouden het toch op prijs stellen als we de minister eens persoonlijk konden ontmoeten. Misschien moet ik hem voorstellen in Leuven een biertje te gaan drinken!