5-212COM | 5-212COM |
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Onlangs was er weer een incident waarbij een psychiatrisch zieke geïnterneerde overleed. Dit zoveelste incident illustreert het falende beleid van justitie tegenover personen die geïnterneerd zijn in Belgische gevangenissen en inrichtingen tot bescherming van de maatschappij. Hoe dikwijls moeten wij zulke wantoestanden hier nog aanklagen voordat er echt iets ten gronde gebeurt op het terrein?
Het sterfgeval had perfect vermeden kunnen worden indien het bewakend personeel over de vaardigheden en expertise had beschikt om te kunnen omgaan met geïnterneerden die psychiatrisch ziek en soms psychotisch zijn.
Volgens rechter Heimans, voorzitter van de Gentse Commissie ter bescherming van de maatschappij, weet ons gevangeniswezen zich geen raad met psychoten. Er is veel te weinig zorgpersoneel en de cipiers kunnen totaal niet omgaan met mensen die een opstoot van psychose hebben. Als ultieme remedie worden ze gewoon in een isoleercel gestopt en vastgebonden tot het ergste voorbij is. Dan is het volgens rechter Heimans niet verwonderlijk dat we met wantoestanden te maken krijgen.
Wanneer komt er voor elke geïnterneerde een observatieverslag en een diagnose die naam waard en met daaraan gekoppeld een deftig en geïndividualiseerd behandelingsplan?
Het wettelijke kader bestaat al, want bij koninklijk besluit van 19 april 1999 werd een Penitentiair Onderzoeks- en Klinisch Observatiecentrum (POKO) ingesteld. Bijna veertien jaar later is het POKO nog steeds niet opgericht. Ik heb evenwel begrepen dat daarvoor budgetten werden vrijgemaakt, maar dat ze jaarlijks voor andere zaken worden gebruikt binnen het gevangeniswezen.
Wanneer zal het budget bedoeld voor POKO eindelijk besteed worden zoals het hoort, namelijk voor de oprichting en werking van het POKO? Overweegt de minister ook om de bestaande zorgequipes te versterken en uit te breiden met bijkomend deskundig personeel, en dus onder meer met forensisch psychiatrische verpleegkundigen en opvoeders zodat geïnterneerden echt kunnen worden behandeld en zich zinvol kunnen bezighouden in de gevangenissen en inrichtingen in afwachting van structurele oplossingen later?
Ik weet dat in Gent en Antwerpen een forensisch psychiatrisch centrum op stapel staat. We hebben het daarover al vaak gehad. Wanneer mogen we echter op het terrein een verandering verwachten voor de psychisch zieken die nu in gevangenissen verblijven?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Het penitentiair onderzoeks- en klinisch observatiecentrum (POKO) werd inderdaad meer dan twaalf jaar geleden aangekondigd, maar het is nooit in werking getreden. De realiteit op het terrein is intussen sterk geëvolueerd, de behoeften ook. De voorbije tien jaar zijn de psychosociale diensten aanzienlijk uitgebreid, is er expertise over diagnostiek en adviesverlening opgebouwd en werden de medewerkers van de psychosociale diensten uitgebreid opgeleid met het oog op risicotaxatie en -assessments. De dienst is in staat de wetenschappelijke ontwikkelingen op de voet te volgen.
In 2007 werd de splitsing tussen Zorg en Expertise ingevoerd en werden voor alle afdelingen waar geïnterneerden verblijven zorgequipes ingevoerd. De nieuwe wet internering voorziet daarenboven in een aangepaste procedure rond de inobservatiestelling en vooral een actueel verslagmodel met een opgelegde methodiek.
Zoals bekend is de bouw van het FPC te Gent aangevat, en zou de bouw van het FPC te Antwerpen dit jaar nog moeten starten. Die instellingen zullen de opvang, behandeling en begeleiding van de Vlaamse geïnterneerden op zich nemen, waardoor er veel minder geïnterneerden in de gevangenissen zelf aanwezig zullen zijn, en waardoor de huidige bestaande structuren, zoals de zorgequipes, niet meer overbelast zullen zijn.
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Op de kern van mijn vraag heb ik geen antwoord gekregen. Als de situatie op het terrein zo goed is, waarom is er dan nog een koninklijk besluit nodig, zou ik zo denken!
Ik heb ook geen antwoord gekregen op de vraag over de bestemming van de budgetten die voor POKO waren bedoeld. Ik had daarover graag wat meer transparantie gezien.
In de gevangenissen zijn er ongetwijfeld ook heel goede zorgequipes zijn, maar de minister weet even goed als ik dat die equipes onmogelijk iedereen kunnen opvolgen.
Een tijdje geleden heeft de minister me geantwoord dat het personeelsbestand van de forensisch psychiatrische ziekenhuizen in Gent 135 personen telt, terwijl ze eerder had gesproken over 300 tot 400 personeelsleden. Zo een miniem aantal weegt op de kwaliteit. Ik zeg het niet graag, maar ik heb nog altijd een negatief gevoel bij dit dossier.