5-95

5-95

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 14 MARS 2013 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Proposition de loi instaurant un avis parlementaire dans le cadre de la nomination des chefs de missions diplomatiques et de postes consulaires belges (de M. Karl Vanlouwe ; Doc. 5-1150)

Discussion générale

Mevrouw Sabine Vermeulen (N-VA), corapporteur. - Graag breng ik mondeling verslag uit over het wetsvoorstel tot invoering van een parlementair advies bij de benoeming tot hoofd van de Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten.

De heer Vanlouwe, indiener van het voorstel, leidde zijn voorstel in als volgt: "De rol van de diplomaten, en in het bijzonder de hoofden van de diplomatieke en consulaire posten, is uiterst belangrijk. Zij volgen nauwgezet de evoluties in het buitenland, onderhouden en faciliteren belangrijke contacten en waken over de belangen van de burgers, de bedrijfswereld en de verschillende overheden in België. Gezien de brede invulling van internationale betrekkingen heeft het werk van de diplomatieke diensten vaak een impact op de voorbereidingen op mogelijk wetgevend werk binnen België. Vanuit dat oogpunt is het belangrijk dat het Parlement ten volle kan worden betrokken en zijn rol kan spelen. Daarom wil dit wetsvoorstel, in volle respect voor de verdeling van de grondwettelijke bevoegdheden, een parlementair advies invoeren bij de benoeming tot hoofd van de Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten."

De heer Anciaux noemde het voorstel ingrijpend, omdat het ingaat tegen de traditie en de bestaande evenwichten binnen de diplomatie. Volgens de heer Anciaux is er in deze geen conflict tussen enerzijds de bevoegdheid van de uitvoerende macht en anderzijds die van de wetgevende macht. Hij zei dat hij zich over het voorstel pas zou uitspreken na het juridisch advies van het kabinet.

Mevrouw Matz vroeg zich af of het wel grondwettelijk is de bevoegdheid van de Koning in te perken. De tweede paragraaf van artikel 107 van de Grondwet luidt immers als volgt: "Hij benoemt de ambtenaren bij het Algemeen Bestuur en bij de Buitenlandse Betrekkingen behoudens de door de wetten gestelde uitzonderingen."

Ook mevrouw Arena verklaarde zich terughoudend met betrekking tot de grondwettelijkheid van het wetsvoorstel en wacht eveneens het juridisch advies van het kabinet af.

Mevrouw de Bethune was van oordeel dat het wetsvoorstel opnieuw zal moeten worden bekeken in het kader van de bevoegdheden van de hervormde Senaat.

De heer Vanlouwe vond het juridisch advies van het kabinet aanbevelenswaardig, maar is van oordeel dat de Senaat zelf over de opportuniteit van zijn wetsvoorstellen moet kunnen beslissen. De evenwichten binnen de diplomatie, waarnaar de heer Anciaux verwijst, zijn de heer Vanlouwe niet bekend.

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken legde uit dat het kabinet het wetsvoorstel negatief zal adviseren vanwege de ongrondwettelijke aard ervan, maar dat toch een omstandig juridisch advies zal worden gegeven.

Dat advies werd uitgebracht. Daarop stelde de heer Vanlouwe de commissie voor over het wetsvoorstel een advies te vragen aan de Raad van State. Dat voorstel werd verworpen met vier stemmen tegen vier bij een onthouding. De heer Vanlouwe betreurde die uitslag.

Om tegemoet te komen aan de opmerkingen van het advies van de juridische dienst van de FOD Buitenlandse Zaken diende de heer Vanlouwe vijf amendementen in. Ze werden elk verworpen met vijf stemmen tegen vier bij twee onthoudingen.

Bij de eindstemming verklaarde de heer Anciaux dat hij zich zal onthouden bij de stemming over het wetsvoorstel dat hem nochtans interessant lijkt te zijn. Hij had graag meer tijd gehad om het grondiger te kunnen bespreken, ook met de meerderheidspartijen. De heer Vanlouwe antwoordde daarop dat de bespreking van het wetsvoorstel al enkele maanden geleden van start was gegaan en meermaals werd geagendeerd. Hij betreurde het dat geen enkele partij van de meerderheid zich heeft uitgesproken over de politiseringskwestie. Uiteindelijk werd het wetsvoorstel in zijn geheel verworpen met zes stemmen tegen vijf bij een onthouding.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Volgens de rapporteur zou ik gezegd hebben "dat er in deze geen conflict is tussen enerzijds de bevoegdheid van de uitvoerende macht, en anderzijds de bevoegdheid van de wetgevende macht".

Die uitspraak wil ik toch even corrigeren. Volgens het verslag heb ik het volgende gezegd en ik citeer: "In het voorstel wordt ervan uitgegaan dat er geen conflict is in deze tussen enerzijds de bevoegdheid van de uitvoerende macht en anderzijds de bevoegdheid van de wetgevende macht."

Ik heb dus niet gezegd dat er geen conflict is, alleen dat in het voorstel "ervan wordt uitgegaan" dat er geen conflict is tussen de bevoegdheid van de uitvoerende en van de wetgevende macht. Ik wil dat benadrukken omdat ook collega Vanlouwe meerdere keren naar die bevoegdheidsverdeling verwezen heeft.

Het gaat inderdaad om een ingrijpend voorstel omdat het ingaat tegen de traditie en de bestaande evenwichten binnen de diplomatie. De evenwichten waarvan sprake zijn wel degelijk die tussen de uitvoerende en de wetgevende macht, en het voorstel zou die taakverdeling vanzelfsprekend grondig wijzigen.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik dank de verslaggevers en de diensten van de Senaat voor hun medewerking aan het verslag.

Dit voorstel kadert in de depolitisering van de diplomatie, dat wil zeggen de partijpolitieke beïnvloeding zoals die op het ogenblik bestaat. Ter illustratie verwijs ik naar De Standaard van enkele dagen geleden, waarin een artikel over de toewijzing van belangrijke diplomatieke posten bij elke diplomaat vermeld staat tot welke partij de betrokkene wordt gerekend.

De rol van diplomaten, en vooral van diegenen die aan het hoofd staan van diplomatieke en consulaire posten, is uiterst belangrijk voor een land. Diplomaten volgen immers nauwgezet de evoluties in het buitenland, ze onderhouden en faciliteren belangrijke contacten en ze zorgen voor de belangen van onze landgenoten in het buitenland.

Het werk van de diplomatieke diensten heeft soms zelfs impact op het voorbereidend wetgevend werk. Het werk van de permanente vertegenwoordiging is bijvoorbeeld van groot belang voor de wetten die in het parlement worden gestemd.

Vanuit dat oogpunt is het bijgevolg belangrijk dat het parlement ten volle betrokken wordt bij de aanwijzing van diplomaten en postoversten in het buitenland.

Het wetsvoorstel dat voorligt, beoogt daarom om - met respect voor de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling - een parlementair advies in te voeren bij de aanwijzing van posthoofden bij diplomatieke en consulaire posten.

Het voorstel bepaalt dat de Koning, via de minister van Buitenlandse Zaken, aan de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen een voorstel overmaakt met betrekking tot de invulling van de functie van hoofd van een diplomatieke of consulaire post.

Het op het ogenblik geldende koninklijk besluit van 3 juni 1999, bepaalt dat het directiecomité - die in de huidige stand van zaken ook partijpolitiek is samengesteld - aan de minister van Buitenlandse Zaken een voorstel doet over de invulling van de openstaande betrekkingen bij de diplomatieke posten. De uiteindelijke beslissing wordt genomen bij koninklijk besluit.

Met dit wetsvoorstel willen wij ervoor zorgen dat de bevoegde parlementaire commissie de mogelijkheid krijgt een niet-bindend advies te geven over het voorstel dat gedaan wordt door het directiecomité van de FOD Buitenlandse Zaken.

Ten slotte zou het advies naar de minister van Buitenlandse Zaken gaan, die beslist en tot de benoemingen overgaat bij koninklijk besluit.

Om het recht op privacy te waarborgen, voorziet het voorstel zelfs een procedure achter gesloten deuren, zoals bij gelijkaardige benoemingen nog het geval is.

Het wetsvoorstel wil een einde maken aan de partijpolitieke benoemingen van diplomaten. Recentelijk was er opnieuw een zogenaamde diplomatieke beweging. Daarbij beslisten de traditionele partijen in conclaaf naar wie en welke partijen de posten zouden gaan. De media maakten daarna zonder enige schroom bekend welke partijkaart hoort bij welke ambassadeur. Uiteraard gaan de topfuncties naar de grootste partijen, de PS en de MR.

Aanwijzingen van ambassadeurs gebeuren vandaag dus louter op partijpolitieke grondslag, alsof ze enkel een partij en niet hun land vertegenwoordigen! Zoals de heer Anciaux goed weet, beslissen alleen de zes traditionele partijen over de aanwijzingen.

Nochtans zijn transparantie en openheid in de diplomatieke beweging meer dan nodig. Bekwaamheid, ervaring, expertise, talenkennis zijn althans voor mij belangrijker dan de lidkaart van een traditionele partij.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Onlangs kwam er toch een ambassadeur in het nieuws, met een lidkaart van uw partij!

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Waar haalt u dat, mijnheer Anciaux?

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ontkent u dat?

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik ontken dat manifest. Maar als de heer Anciaux dat wil, kan ik dadelijk opsommen welke ambassadeurs hun benoeming te danken hebben aan zijn partij en aan de andere partijen.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De heer Vanlouwe moet dan die lijst maar geven en niet altijd de maagd uithangen.

M. Armand De Decker (MR). - Monsieur Vanlouwe, en tant que président de la commission des Relations extérieures, vous devriez savoir qu'un diplomate travaille au moins vingt ans dans la carrière diplomatique avant de devenir ambassadeur. Ses qualités sont donc connues par le département. Ensuite, vous devriez savoir que la nomination des ambassadeurs est proposée par le comité de direction, qui est composé des directeurs généraux de chaque service. Et ce sont les directeurs généraux qui proposent les nominations au ministre.

Le premier critère dont il est tenu compte est le profil du diplomate par rapport au pays vers lequel il sera envoyé. Un diplomate qui parle très bien l'allemand n'est pas envoyé au Mexique ou en Argentine. Pour être envoyé dans un de ces deux pays, il faut qu'il parle l'espagnol. Donc, tout ce que vous dites est une caricature typique d'un parti qui est tout neuf, qui est dépourvu d'expérience, qui n'a pas le vécu de l'histoire de la Belgique. Vous essayez vis-à-vis de l'opinion publique de caricaturer la manière dont les ambassadeurs sont nommés. Je trouve cela dommage car il est préférable que le président de la commission des Relations extérieures soit respecté par les diplomates et par les ambassadeurs. En les caricaturant de cette manière, je ne crois pas que vous valorisez beaucoup votre fonction.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik zeg niet dat de diplomaten die zijn geslaagd voor het examen, niet bekwaam zijn. Wel wil ik benadrukken dat de toewijzing van bepaalde posten gebeurt op partijpolitieke basis. Wie dat durft te ontkennen, liegt manifest. Iedereen weet dat de zes klassieke partijen in de directieraad zijn vertegenwoordigd. Dat is geen karikatuur, maar de werkelijkheid.

M. Francis Delpérée (cdH). - Vous souhaitez dépolitiser et vous demandez un avis à une assemblée parlementaire. N'est-ce pas politique cela ?

M. Philippe Moureaux (PS). - Ce sont les meilleurs.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Maar dat is openheid en transparantie, mijnheer Delpérée! Het probleem is juist dat die er niet mogen zijn. Zes klassieke partijen gaan nu in conclaaf en wijzen de diplomaten aan.

Wanneer een parlementaire commissie een advies geeft, dan doet ze dat in openheid en transparantie. Op die wijze wordt iedereen die de bevolking vertegenwoordigt, bij de zaak betrokken. Maar de meerderheid wil de zaak beperken tot de zes traditionele partijen en gewoon doorgaan met de politisering.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Mijnheer Vanlouwe, daarnet zei u dat de zes klassieke politieke partijen in het directiecomité van de FOD Buitenlandse Zaken zijn vertegenwoordigd. Leg uw kaarten dan op tafel. Wie is wie? U komt hier gewoon gratuit zaken vertellen, zonder dat we kunnen nagaan of daar enige grond van waarheid in zit. Uw en mijn partij zitten samen in de Vlaamse regering en ik heb intussen begrepen dat uw partij een eigen definitie van "politieke benoeming" hanteert. Voor uw partij is een politieke benoeming de benoeming van iemand die geen lid is van uw partij.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Dat is uw definitie!

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Wordt iemand van uw partij benoemd, dan is het een objectieve, transparante benoeming die om bekwaamheid draait. Wordt iemand van een andere partij benoemd, dan is het een politieke benoeming.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Beweert u nu echt dat er geen partijpolitieke beïnvloeding is bij de aanwijzing van de postoversten?

De heer Bert Anciaux (sp.a). - In het verleden gebeurde dat inderdaad veel te veel. Op een bepaald ogenblik heeft toenmalig minister van buitenlandse zaken Fayat bijvoorbeeld met één pennentrek een hele reeks Fayat-boys in de diplomatie benoemd. Dat was een politieke benoeming, maar we stonden wel allen te applaudisseren, niet?

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Dat is veertig of vijftig jaar geleden. Het gebeurt echter nog altijd. Ontkent u echt dat er op dit ogenblik partijpolitieke beïnvloeding is?

De heer Bert Anciaux (sp.a). - In het verleden was dat zeker en vast het geval, maar nu verwijst u naar het directiecomité. Als u zegt dat daarin de zes klassieke politieke partijen zijn vertegenwoordigd, dan kletst u uit uw nek, want u weet daar niets van. Ik weet het zelf ook niet.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Wenst u dat daarmee komaf wordt gemaakt of niet?

M. Francis Delpérée (cdH). - Madame la présidente, je trouve que ce débat est tout à fait hors sujet, pour une raison très simple : cette proposition de loi est totalement inconstitutionnelle. Le Roi nomme aux emplois de relations extérieures. Point final. Vous savez parfaitement bien, monsieur Vanlouwe, que vous ne pouvez pas introduire une délibération parlementaire à l'occasion de la procédure de nomination. Cela ne va pas !

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik wil graag luisteren naar het advies van een eminent professor als de heer Delpérée, maar ik had ook graag het advies van de Raad van State hierover gekregen. We hebben daarover in de commissie gestemd.

M. Francis Delpérée (cdH). - L'avis du Conseil d'État n'est pas nécessaire. C'est écrit comme cela dans la Constitution.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Laat de Raad van State daarover beslissen. Ik wil mij perfect neerleggen bij het advies van de Raad van State, maar ik ga niet het advies volgen van degenen die zowel in de commissie als in de plenaire vergadering gekant waren tegen de vraag naar dat advies. Ik wil alleen graag geweten of een onafhankelijk orgaan als de Raad van State dit wetvoorstel ongrondwettig vindt.

M. Francis Delpérée (cdH). - Je suis aussi indépendant que vous pour donner un avis constitutionnel.

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Eigenlijk was ik helemaal niet van plan om het woord te nemen, want het is niet zo dat wij tot de zogenaamde traditionele partijen behoren die met een weegschaal de benoemingen van diplomaten onder de politieke partijen zouden verdelen.

Ik apprecieer collega Vanlouwe als voorzitter van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging en vind zelfs dat hij bij momenten het talent heeft om als een diplomaat die commissie te leiden. In deze bespreking valt hij echter uit zijn rol. Misschien ligt het aan de opleidingen van de N-VA die ervoor zorgen dat hun mandatarissen zo gebeten zijn. Ik begrijp wel dat het lastig is om veel stemmen te halen, maar geen invloed te kunnen uitoefenen. Ik begrijp dat omdat ik in mijn gemeente eveneens in de oppositie zit. In de gemeenteraad wil ik soms ook gelijk krijgen of wil ik mensen van mijn partij in een bepaalde functie zien, omdat ze daar het talent voor hebben.

Ik heb dus begrip voor een zekere gevoeligheid en ik kan me ook vinden in de grond van het wetsvoorstel. De N-VA probeert evenwel een algemene sfeer te creëren dat alle belangrijke benoemingen in binnen- en buitenland zouden stinken. Die aanwijzingen zouden niet deugen, omdat ze partijpolitiek zijn geïnspireerd. Volgens mij moeten we ophouden met die politieke nestbevuiling.

De ganse redenering en de motivering van het voorliggende wetsvoorstel ademen een sfeer van negativisme uit. Tegelijk ervaar ik een fundamenteel gebrek aan respect voor al die competente diplomaten van ons land. Ik heb in het buitenland nog maar weinig onbekwame ambassadeurs of topdiplomaten van België ontmoet.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De heer Schmidt misschien?

Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Dat gebrek aan respect voor die mensen stoort mij.

In het verleden hebben de collega's van Open Vld, de heer Daems als ik mij niet vergis, een wetsvoorstel ingediend waardoor parlementairen met een lange staat van dienst na een assessment hun ervaring in het buitenland zouden kunnen laten renderen. Mogelijk komt ook de heer Vanlouwe als commissievoorzitter daarvoor in aanmerking. Wat is er nu verkeerd aan als een diplomaat voldoende kwaliteiten en tegelijk een politieke voorkeur of achtergrond heeft?

De heer Huub Broers (N-VA). - Niets.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Wie beoordeelt de kwaliteiten? Enkele mensen? Ik vraag dat de expertise, de ervaring, de kennis, de taalkennis van de betrokken in alle openheid en transparantie worden beoordeeld in een parlementaire commissie waarin alle partijen zijn vertegenwoordigd. Daar moeten de kwaliteiten worden beoordeeld, niet boven de hoofden van de parlementsleden heen. De beoordeling gebeurt blijkbaar in de partijhoofdkwartieren. Ik wil de benoemingen uit de duistere hoek van de partijpolitieke beïnvloeding halen. Ik wil openheid en transparantie. Partijpolitieke beïnvloeding mag niet doorslaggevend zijn bij de benoeming tot postoverste.

De heer Huub Broers (N-VA). - Ik heb met aandacht naar de vorige spreekster geluisterd. Wat mij stoort, is de grote naïviteit die tentoon wordt gespreid en dat wordt verondersteld dat er alleen in bepaalde partijen bekwame mensen zijn.

De heer Bart Laeremans (VB). - Mevrouw Douifi stelde de interessante vraag wat er verkeerd aan is dat een ambassadeur een welbepaalde kleur heeft. Dat is geen enkel probleem, daar gaat het zelfs niet om. Het gaat erom dat het een van die zes kleuren moet zijn en dat alle andere kandidaten met een andere politieke kleur niet in aanmerking komen. Er is een perfide spel van evenwichten: de ene benoemd in Brazilië, de andere in Rome, nog een andere in Madrid of de Filipijnen. En dat omdat er een Belgisch evenwicht moet zijn. Dat is verkeerd want het betekent dat een kandidaat alleen maar bekwaam kan zijn als hij een bepaalde politieke kleur heeft.

De heer Ludo Sannen (sp.a). - Er wordt hier met een gespleten tong gesproken. De N-VA maakt deel uit van de Vlaamse regering en die is helemaal niet bereid om een dergelijke transparantie aan de dag te leggen bij de aanwijzing van de Vlaamse vertegenwoordigers op de diplomatieke posten in onze buurlanden en in Zuid-Amerika of Zuid-Afrika.

Is de partij van de heer Vanlouwe bereid om in het Vlaams parlement voor alle Vlaamse vertegenwoordigers dezelfde transparantie te creëren die ze hier vraagt? Momenteel is de N-VA daartoe niet bereid. Hier de heilige uithangen en in het Vlaams Parlement het spel meespelen; die gespletenheid stoort me. (Applaus van de meerderheid)

De heer Huub Broers (N-VA). - De heren Sannen en Anciaux moeten niet te veel applaudisseren, want ze hebben dat spel ook meegespeeld toen ze Vlaams minister waren.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Juist, maar we doen daar niet hypocriet over. In de Vlaamse regering worden vandaag nog altijd politieke benoemingen gedaan, maar we proberen toch nog altijd de beste kandidaten te kiezen.

De heer Huub Broers (N-VA). - Dat is net de bedoeling van ons wetsvoorstel.

De heer Ludo Sannen (sp.a). - Als ik een kopie van dit wetsvoorstel in het Vlaams Parlement indien, zal uw partij het dan steunen, mijnheer Vanlouwe?

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Ik ben ervan overtuigd dat u dat niet zult doen, mijnheer Sannen, want uw partij heeft daar geen belang bij. Ze maakt deel uit van de traditionele partijen die altijd bepaalde posten naar zich proberen toe te trekken. Dat is de houding van uw partij en van de zes klassieke partijen.

De heer Huub Broers (N-VA). - Als ik u was, mijnheer Sannen, dan zou ik dit voorstel ondersteunen, al was het maar met het oog op de volgende verkiezingen. (Uitroepen)

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Bij de toewijzing van posten in het buitenland wordt eerst gestreefd naar een consensus tussen de traditionele partijen, die - ik benadruk het nogmaals - in Vlaanderen niet eens de meerderheid van de kiezers vertegenwoordigen. Competenties zoals ervaring met het land in kwestie, expertise, talenkennis ... komen bij de aanwijzing slechts op de tweede plaats en zijn niet doorslaggevend. Iedereen weet dat bij een deel van het diplomatieke korps een grote ontevredenheid en misnoegdheid bestaat over die partijpolitieke praktijken. Elke diplomaat die zich niet aan dergelijke praktijken bezondigt, ervaart die werkwijze als demotiverend en onrechtvaardig.

De bedoeling van het wetsvoorstel is die partijpolitieke koehandel tegen te gaan. De politisering moet verdwijnen en plaats maken voor het principe van de juiste man of vrouw op de juiste plaats. Via hoorzittingen in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging moeten we de kandidaten op hun competenties beoordelen. Dat draagt bij tot openheid en transparantie.

Tijdens de commissiebespreking van dit voorstel was er amper enige discussie. Hoewel de minister van Buitenlandse Zaken ooit in de media verkondigde dat buitenlandse diplomaten moeten worden gescreend, heeft hij hiervan tot op heden geen werk van gemaakt, tenzij hij een screening naar de juiste partijaanhorigheid voor ogen had. Dat is alvast vorige maand gebleken bij de diplomatieke beweging.

Het juridische advies van het kabinet van de minister van Buitenlandse Zaken bevat zowel technische als inhoudelijke opmerkingen. Op de technische opmerkingen heeft de N-VA-fractie met verschillende amendementen gereageerd. We dienen die vandaag opnieuw in.

De inhoudelijke opmerkingen waren weinig geloofwaardig. Beweren dat het wetsvoorstel discriminerend is en dat het tegen de scheiding der machten ingaat en zelfs ongrondwettig is, houdt geen steek. De Raad van State zou hierover een correct en objectief advies kunnen geven, maar die vraag is helaas in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging en in plenaire vergadering weggestemd.

De meerderheid wil dat advies blijkbaar niet kennen. Bovendien was er tijdens de bespreking in de commissie amper een debat. Collega Anciaux heeft gesproken over een ingrijpend voorstel, dat ingaat tegen de traditie en de bestaande evenwichten. Hij heeft vandaag een bepaalde interpretatie proberen te geven aan de evenwichten waarop hij doelde.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De heer Vanlouwe weet uiteraard beter dan ikzelf wat ik bedoelde.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De heer Anciaux noemt zichzelf progressief, maar zegt plots dat de traditie moet behouden blijven.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Wanneer heb ik dat gezegd? De heer Vanlouwe is weer uit zijn nek aan het kletsen.

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - De heer Anciaux heeft gesproken over een ingrijpend voorstel dat ingaat tegen de traditie en de bestaande evenwichten. Dát heeft hij gezegd.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Heb ik gezegd dat ik de traditie, en alleen de traditie, voorop wil stellen?

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Neen, maar wel dat dit voorstel tegen de traditie ingaat. Hij stemt wel tegen het wetsvoorstel. Ik dacht nochtans dat sommige collega's een progressieve ingesteldheid hadden en bijgevolg sommige tradities wensen te doorbreken. We weten nu alleszins wie de meest conservatieve partijen zijn wanneer de eigen macht in het gedrang dreigt te komen.

De genoemde evenwichten in de diplomatie kunnen alleen maar wijzen op partijpolitieke evenwichten. Er wordt zelfs gezegd dat in de loop van de tijd een veel grotere objectiviteit is ontstaan bij de benoemingen in de diplomatieke posten. Is dat een verwijzing naar de Copernicusplannen van paars? Vijftien jaar na de invoering van de Copernicushervorming zijn de federale administraties meer gepolitiseerd en de kabinetten nog uitgebreider. Van een omwenteling is helemaal geen sprake.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Hoe gaat het er aan toe in de Vlaamse regering? Wees niet hypocriet! Op Vlaams niveau doet de N-VA mee en op het federale niveau doet ze zich voor als maagd. Dat is hypocriet. In de federale regering zijn de kabinetten veel grondiger hervormd dan in de Vlaamse regering. Ik ben bij beide beleidsniveaus betrokken geweest, dus ik kan het weten. In de Vlaamse regering is de partij van de heer Vanlouwe jarenlang voor die materie verantwoordelijk geweest. En ze is het nog steeds. Ze moet zich dus niet zo maagdelijk voordoen!

De heer Karl Vanlouwe (N-VA). - Welke openheid er zou zijn ontstaan, is tot op heden een raadsel. Het enige wat blijft bestaan, zijn de evenwichten tussen de partijen. Vandaag zien we zelfs dat er een volledige kruisbestuiving tussen diplomaten en kabinetsmedewerkers ontstaat. Diplomaten die kabinetschef worden bij Financiën, de ex-kabinetschef die bij de Belgische vertegenwoordiging bij de OESO aan de slag kan enzovoort.

De directieraad van de FOD Buitenlandse Zaken is eveneens volledig gepolitiseerd en werkt als een liaison met de partijhoofdkwartieren. Alle mannen hebben een zeer duidelijk profiel. Ik herhaal: mannen, want in het directiecomité zit geen enkele vrouw. Nochtans heeft de Senaat vorig jaar een resolutie goedgekeurd om vrouwen aan te moedigen tot de diplomatieke carrière toe te treden. Doorgroeien tot topfuncties in het directiecomité is blijkbaar aan partijgetrouwen voorbehouden. Dat zijn toevallig vooral mannen. Het plaatst de resolutie in een zeker perspectief. Ik hoop overigens dat de zoektocht naar een nieuwe directeur-generaal Bilaterale Zaken, die lid is van het directiecomité, wel transparant zal verlopen.

Met dit wetsvoorstel zou werk kunnen worden gemaakt van meer transparantie en openheid, en tegelijkertijd van de aanwijzing van diplomaten voor een post op basis van hun ervaring, expertise en kennis in plaats van op basis van hun partijaanhorigheid.

Wie het huidige systeem wil behouden, zal een klasse van bevoorrechte diplomaten en ambtenaren in stand houden en een ander deel van de ambtenaren misnoegd maken. Het getuigt van vooringenomenheid en zelfbediening. Ik hoop dat het parlement de moed heeft om daarvan afstand te nemen.

-La discussion générale est close.

-Il sera procédé ultérieurement au vote sur les conclusions de la commission.