5-93

5-93

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 28 FEBRUARI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vraag van de heer Bert Anciaux aan de minister van Justitie over «de opdracht van een procureur-generaal om een onderzoek te voeren ten aanzien van een procureur des Konings van een gerechtelijk arrondissement dat onder zijn bevoegdheid ressorteert» (nr. 5-870)

Mondelinge vraag van de heer Bart Laeremans aan de minister van Justitie over «de crisis bij het Antwerpse openbaar ministerie» (nr. 5-873)

De voorzitster. - Ik stel voor deze vragen om uitleg samen te voegen. (Instemming)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De jongste dagen beleven we een zoveelste etappe in de tragikomedie "la guerre des flics" of "la guerre des juges".

Het optreden van het Bijzonder Bijstandsteam van de Antwerpse politie heeft terecht een storm van verontwaardiging ontketend en heel wat vragen doen rijzen. Met nadruk wordt daarbij gewezen op de betrokkenheid van het parket, onder meer bij de opdracht om de patiënt "plat te spuiten".

In eerdere getuigenissen ontkende de procureur des Konings elke fout of betrokkenheid vanwege het parket van Antwerpen.

Ondertussen is die betrokkenheid komen vast te staan. Gelet op de vele controverses en onduidelijkheden heeft de procureur-generaal van het gerechtelijke gebied Antwerpen een onderzoek bevolen naar de rol en de eventuele betrokkenheid van de procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen dat onder zijn bevoegdheid ressorteert.

Eens te meer geeft de rechterlijke macht een potsierlijke en beschamende vertoning te zien. Twee topmagistraten vechten nu hun vete publiekelijk uit. Zoals iedereen weet, was hun verstandhouding al meer dan problematisch geworden, onder meer door de zogenaamde diamantenoorlog.

Dat een procureur-generaal een onderzoek opstart naar het optreden van een procureur des Konings binnen zijn ambtsgebied, wekt in die omstandigheden heel wat kritische en hoogst relevante vragen.

Hoe kijkt de minister aan tegen het onderzoek dat een procureur-generaal heeft bevolen naar het optreden van een procureur des Konings?

Wat vindt ze ervan dat beide magistraten hun vete steeds meer in de openbaarheid uitvechten?

Gaat de minister ermee akkoord dat zo'n aanpak niet aanvaardbaar is? Justitie en openbaar ministerie hebben immers nu al een kwetsbaar imago dat niet verder mag worden bezoedeld. Bovendien maakt de turbulente verhouding tussen beide topmagistraten een objectief onderzoek bijna onmogelijk.

Zal de minister kordaat en drastisch ingrijpen om die verloedering van de derde macht te counteren en zo ja, hoe en wanneer?

De heer Bart Laeremans (VB). - De mediaberichten over de dood van Jonathan Jacob hebben niemand onberoerd gelaten. Alles lijkt erop dat de jongeman is overleden onmiddellijk na het disproportioneel optreden van de politie op het ongelukkige bevel van het parket. De zwartepiet wordt doorgeschoven en zelfs voor excuses is er geen ruimte. Het is een intriest en tragisch verhaal.

Nu blijkt dat de procureur zélf in het dossier is tussengekomen en zélf het kwestieuze bevel zou hebben gegeven. Toch heeft hij dat zeer nadrukkelijk ontkend tijdens de Terzake-uitzending van de VRT vorige vrijdag.

Indien de procureur in de media publiek heeft gelogen, is zijn positie onhoudbaar. Uit een artikel in de krant De Tijd van vandaag blijkt dat de minister zelf een rol zou hebben gespeeld in het bekendmaken van de feiten. De procureur zou namelijk zijn betrokkenheid persoonlijk aan de minister hebben opgebiecht. De minister zou die feiten dan hebben doorgespeeld aan het parket-generaal.

Het is ook verontrustend als het klopt dat de parketdocumenten over het bevel van de procureur herhaaldelijk zijn gewijzigd. Het strafdossier werd dus achteraf vervalst. Volgens de krant De Morgen werd het relaas van de feiten wel vijf keer gewijzigd.

Wat kan de minister meedelen over het onderzoek naar de dood van Jonathan Jacob en over de verantwoordelijkheden daarin van politie en parket? Is ondertussen iets ondernomen om het onderzoek grondig en volledig over te doen? Klopt het dat de procureur in de Terzake-uitzending heeft gelogen over zijn rol in het bevel tot platspuiten van Jonathan Jacob en dat hij daarbij zelfs een wezenlijke rol heeft gespeeld? Acht de minister de positie van de procureur in die situatie nog langer houdbaar?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De beelden die vorige week donderdag door de VRT werden uitgezonden hebben iedereen diep geraakt. Ze laten niemand onberoerd. De daaropvolgende gebeurtenissen bij het parket en het parket-generaal in Antwerpen hebben voor grote onrust gezorgd. Daardoor is er twijfel ontstaan over de goede werking van Justitie. We stellen ons daar dus terecht vragen over.

Tegelijkertijd mogen we ons niet laten leiden door de waan van de dag. In het weekend luidde het dat het openbaar ministerie en de zetel van Antwerpen elkaar in bescherming nemen en alles toedekken. Sinds dinsdag geldt het omgekeerde; binnen het openbaar ministerie woedt een complete oorlog, waarbij al de betrokken partijen elkaar niet ontzien.

Willen we een goed beleid voeren, dan moeten we blijven uitgaan van de feiten, van de ratio, van de wet en van de rechtsstaat in functie van de noden van de burgers. In de zaak waarover het gaat, lopen drie onderzoeken waarbij ik uiteraard, vermits er een gerechtelijk onderzoek aan de gang is, commentaar noch uitleg zal geven.

Het eerste onderzoek is dat van het voorrecht van rechtsmacht, inzake de beschuldiging van schriftvervalsing in het onderzoek naar de dood van Jonathan Jacob. Dat onderzoek gevoerd door een raadsheer-onderzoeksrechter, was afgesloten en geseponeerd. Dinsdag heeft de procureur-generaal, na bekendmaking van nieuwe gegevens, dat onderzoek heropend. Het is onmiddellijk opnieuw aan dezelfde raadsheer-onderzoeksrechter toevertrouwd.

Het tweede onderzoek is het eigenlijke onderzoek naar de dood van Jonathan Jacob, dat zich bij de Kamer van Inbeschuldigingstelling bevindt.

Het derde onderzoek waarvan de pers gewag maakt, staat volledig los van de zaak Jonathan Jacob en moet worden gezien als een gevolg van eerdere onderzoeken tegen een fiscaal substituut. Dit onderzoek gaat over mogelijke schendingen van het beroepsgeheim en zal uiteindelijk door een onafhankelijke rechter worden beoordeeld.

Wat deze week is gebeurd, is slecht voor het imago van Justitie. Vriend en vijand zijn het erover eens dat het Antwerpse parket de voorbije jaren goed heeft gewerkt, maar de voorbije dagen heeft het veel geloofwaardigheid verloren. Als minister van Justitie betreur ik dat. Ook al zijn de wettelijke mogelijkheden voor de minister van Justitie beperkt, we moeten samen naar oplossingen zoeken om de waarheid aan het licht te brengen. We moeten ervoor zorgen dat de werking van Justitie verzekerd blijft en de sereniteit terugkeert, niet alleen in het belang van de goede werking van het parket en het parket-generaal, maar ook in het belang van het onderzoek en de waarheid waar de familie recht op heeft.

Procureur Dams zei me bezorgd te zijn over de emotionele reacties en de commotie die de zaak binnen zijn parket heeft teweeggebracht. Het parket is één en ondeelbaar. Dat is een algemeen rechtsbeginsel. Daarom heeft procureur Dams besloten de dagelijkse leiding tijdelijk door te geven aan de eerste substituut, zodat het onderzoek naar de bewuste feiten in alle sereniteit kan worden gevoerd.

Het gerechtelijk onderzoek dat het parket-generaal op basis van nieuwe elementen heeft heropend, wordt gevoerd volgens de vigerende regels van voorrecht van rechtsmacht. Het is een gerechtelijk onderzoek, geleid door een onafhankelijke raadsheer-onderzoeksrechter. De procureur-generaal bij het Hof van Cassatie liet me vandaag bij brief weten dat hij in het kader van de algemene toezichtsfunctie, die de wetgever aan de procureur-generaal van Cassatie heeft toegekend, artikel 400 van het gerechtelijk wetboek, nieuwe inlichtingen heeft opgevraagd bij het parket-generaal van Antwerpen in verband met het onderzoek, voorrecht van rechtsmacht in de zaak Jonathan Jacob.

Ik lees de brief voor: "Tot uw onderrichting heb ik de eer u te laten weten dat mijn ambt een dossier in deze zaak op 3 april 2012 heeft geopend. Gelet op de destijds verkregen inlichtingen werd het dossier op 2 oktober 2012 geklasseerd. Gelet op de nieuwe actuele gekende elementen werd het dossier op 26 februari 2013 heropend. Ik wacht op nieuwe inlichtingen vanwege de heer procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Antwerpen over de stand van zaken. Het dossier is nu heropend op basis van artikel 400 van het Gerechtelijk Wetboek. Bovendien zal de procureur-generaal bij het Hof van Beroep het dossier en de te nemen beslissingen voorleggen in elke stap aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Nu de procureur de komende weken tijdelijk de dagelijkse werking heeft overgedragen en Cassatie ook het heropende gerechtelijk onderzoek zal opvolgen, hoop ik dat de sereniteit kan terugkeren in het belang van het onderzoek naar de dood van Jonathan Jacob en in het belang van zijn familie".

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik wil de minister uitdrukkelijk danken voor het duidelijke antwoord. De procureur des Konings treedt, al dan niet tijdelijk, terug en in het kader van het onderzoek. Dat is niet meer dan normaal en juist. Het is een goede en verstandige zaak en ik hoop dat de waarheid daarmee ook sneller aan het licht komt.

De procureur-generaal van het Hof van Cassatie neemt in deze zaak een belangrijke maatregel. Eigenlijk moet de procureur-generaal van het Hof van Beroep systematisch de procureur-generaal van het Hof van Cassatie briefen over het onderzoek. Dat gebeurt niet zomaar. Dat is omdat zowel de procureur-generaal als de procureur des Konings door wat er is gebeurd, een stuk van hun geloofwaardigheid zijn kwijtgespeeld. Voor de geloofwaardigheid van justitie en voor het recht om de waarheid in deze zaak te kennen - zeker ook belangrijk voor de ouders van Jonathan - is het goed dat de procureur-generaal ook voor een stuk onder toezicht van de procureur-generaal van het Hof van Cassatie wordt geplaatst. Ik weet dat het zwaarwichtige maatregelen zijn, die in ons land heus niet snel worden genomen. Dat wijst op een bijzonder moeilijke situatie die ons hele justitieapparaat bijzonder kwetsbaar maakt. Ik ben blij dat de minister niet te lang heeft gewacht om druk uit te oefenen om tot die situatie te komen. Soms moet de minister van Justitie een belangrijke beslissing nemen en dat heeft ze dan ook gedaan. Dat stemt me zeer tevreden. Ik hoop dat het onderzoek in Antwerpen verder op een serene wijze kan worden gevoerd. Indien daarover echter na deze maatregelen nog de minste twijfel zou blijven bestaan, dan hoop ik dat de minister het nodige zal doen om het onderzoek naar een ander parket over te hevelen, maar voorlopig hebben de huidige maatregelen alles in zich om een correct onderzoek mogelijk te maken.

De heer Bart Laeremans (VB). - Ik ben tevreden met die belangrijke evolutie. Het is een goede zaak dat de procureur tijdelijk een stap opzij zet en dat er extern toezicht wordt ingesteld. De minister weet wat er is gebeurd, want de procureur heeft het haar zondag in een persoonlijk gesprek gezegd. Als hij inderdaad een belangrijke rol heeft gespeeld én dus heeft gelogen in de Terzake-uitzending van vrijdag, dan kan hij niet aanblijven en dan is een tijdelijke stap opzij niet voldoende. Een parketmagistraat, hoe nobel en succesrijk hij in het verleden in andere dossiers ook was, mag de publieke opinie niet voorliegen zoals hij dat heeft gedaan. Daarvoor moet hij een sanctie krijgen en moet hij definitief terugtreden. Ik hoop dan ook dat de minister hem daarvan kan overtuigen en dat de zaak geen maanden blijft aanslepen. Iemand die publiek liegt, kan geen procureur blijven.

Daarnaast zijn er de elementen van schriftvervalsing, die zeer zwaarwichtig zijn, als ze kloppen, en als er inderdaad tot vijf keer toe pv's zijn veranderd om de verantwoordelijkheid te minimaliseren.

Ik heb tot op heden nog altijd van niemand van politie of gerecht enig excuus gehoord. De beelden hebben niemand onberoerd gelaten, dat zegt ook de minister, maar het is erg dat er de uitzending van een overigens journalistiek schitterende reportage nodig was om het dossier in de openbaarheid te brengen. We zijn wel drie jaar na de feiten en zonder de reportage was de zaak misschien nooit aan het licht gekomen. Toch is het nog niet te laat voor excuses en wie zich moet excuseren, kan dat het best zo snel mogelijk doen.