5-90 | 5-90 |
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ruim 200 000 mensen zijn actief in de horecasector: zelfstandigen, deeltijdse en voltijdse werknemers, maar ook occasionele werknemers en studenten. Heel wat mensen die weinig of niet geschoold zijn vinden er een job of een bijverdienste. Het geld dat ze in de sector verdienen, komt opnieuw in het economisch circuit en meestal meteen. De horecasector vervult ook een sociale rol, brengt mensen bij elkaar en geeft ons land daardoor een eigen karakter.
Ik ben nogal geschokt door de uitspraken van sommige vertegenwoordigers van de horecasector, die beweren dat er te veel horecazaken zijn in het land en dat de sector moet worden uitgezuiverd.
Via de media heb ik gehoord dat de staatssecretaris me bijvalt en toegeeft dat het voor sommige horecabedrijven volgens de vigerende regels onmogelijk is om rendabel te zijn. Ik verheug me over die uitspraak. De vraag is dan hoe dat probleem aan te pakken.
Zal er voor de horecasector een regelgevend kader worden gecreëerd en zullen de lasten worden verminderd zodat rendabiliteit mogelijk is?
Als er geen nieuw aangepast kader komt, dan vrees ik dat we in de toekomst zes euro zullen moeten betalen voor een biertje te drinken in een of andere keten. Dat stemt echter niet overeen met het beeld dat ik heb van de horecasector.
Ter compensatie van de invoering van de geregistreerde kassa en de "verwitting" van de sector stelt de staatssecretaris voor zo een 10 procent van de BTW-opbrengst weer in de sector te injecteren. Het is wel wat, maar mijn vraag is of dat wel voldoende is om de sector overeind te houden.
Graag kreeg ik dan ook een antwoord op volgende vragen.
Vindt de staatsecretaris dat het geregistreerde kassysteem kan worden ingevoerd zonder bijkomende maatregelen, die in mijn ogen nodig zijn om de sector rendabel te maken?
Is het niet beter het kasregister gefaseerd in te voeren? Dus in 2014 starten met de grote zaken die al in grote mate overgeschakeld zijn op het nieuwe systeem en in 2015 met de kleinere zaken nadat er ervaring is opgebouwd.
Vandaag zijn heel wat horecazaken niet rendabel. Als men niet gefaseerd te werk gaat en er geen bijkomende omkaderingsmaatregelen komen dan zullen nog meer zaken failliet gaan, en dat kan toch de bedoeling niet zijn.
De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - Ik dank de heer Daems voor deze vraag, die symbool kan staan voor veel discussies die over de horecasector gevoerd worden. In de horecasector bedraagt de loonkost vaak meer dan 50% van al de werkingskosten.
De nieuwe kassa kan inderdaad niet ingevoerd worden zonder flankerende maatregelen. Voor alle duidelijkheid, de sp.a maakte geen deel uit van de regering toen de maatregel werd afgesproken. Intussen hebben de zes regeringspartijen beslist om de sector met bijkomende maatregelen te ondersteunen. Voor de horecasector blijkt dat niet genoeg te zijn.
Voor de regering is de voornaamste vraag of we onze diverse, kwaliteitsvolle horecasector in stand willen houden. Ons land telt veel horecazaken vergeleken bij andere landen. België telt honderden horecazaken meer dan Nederland, voor een kleinere bevolking. Welnu, het antwoord op de vraag of we die sector in stand willen houden, is positief.
Het belang dat de regering aan de sector hecht blijkt uit de opeenvolgende steunmaatregelen die al werden genomen. Allereerst zijn er de maatregelen over de gelegenheidsarbeid en de contractuele arbeid. Los van de timing voor de nieuwe kassa, worden de maatregelen op de gelegenheidsarbeid in elk geval dit jaar ingevoerd. Die maatregelen houden in dat de belasting vooraf wordt vastgesteld, dat de kosten voor de werkgever zullen dalen en dat de werknemers netto meer zullen overhouden.
Mijn collega van Financiën, die mij op de hoogte houdt over de timing van de invoering van de nieuwe kassa, laat me weten dat de budgetten die dit jaar al voorhanden zijn om de bedrijven te ondersteunen, ook behouden blijven bij de invoering van de nieuwe kassa.
Door de startdatum te verschuiven naar 2014, hebben we wat extra tijd om met de sector over bijkomende maatregelen te overleggen, wat niet evident is met een sector die een complex gegeven is. De personeels- en loonkosten variëren enorm al naargelang de omvang van het horecabedrijf. Een klein café is niet te vergelijken met een groot restaurant. Zo moet voor elk type worden nagegaan wat de impact is van de gelegenheidsarbeid, van de korting op de contracten, van de bijkomende beslissingen rond de overuren enzovoort.
Ik begrijp dat sommigen een compenserende injectie van 10% in de sector te weinig vinden, maar toch ben ik tevreden dat die beslissing is genomen. Het nieuwe uitgangspunt is alleszins dat we met de sector willen samenwerken en dat we willen dat er geld terugvloeit naar de sector. De regering denkt aan een compensatie via de overuren omdat restaurants met veel personeel de overuren als bijkomend probleem aanhalen.
Ook die maatregel zal wellicht nog niet genoeg zijn, maar wees gerust: we hebben nog tijd om een pakket van bijkomende maatregelen uit te werken om de goed draaiende ondernemingen te ondersteunen. Ik verwijs daarmee naar wat de sector zelf zegt, namelijk dat sommigen niet zo goed bezig zijn en zelfs voor oneerlijke concurrentie zorgen. Wie te goeder trouw is, heeft er door samenwerking met de overheid belang bij te `verwitten'. Veel horecaondernemers zijn vragende partij voor `verwitting' als het voor hen op een rendabele manier kan. Een deel van het loon wordt meestal op vraag van het personeel in het zwart betaald om het verschil tussen het bruto- en nettoloon kleiner te maken.
Kortom, de begeleidende maatregelen ter ondersteuning van de sector moeten er komen vóór de invoering van de nieuwe kassa en zullen al gedeeltelijk worden opgestart voor de invoering van die kassa.
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik ben uitermate tevreden met het antwoord van de minister. Hij bevestigt dat er maar een controlemechanisme kan worden ingevoerd, dus ook een geregistreerd kassysteem, als bedrijven daarbij rendabel kunnen blijven. Ik onthoud dat de minister zegt dat de invoering van het geregistreerd kassysteem gepaard moet gaan met flankerende maatregelen. Ik neem me dan ook voor in de commissie terug te komen op de concrete aspecten daarvan.
Tenslotte denk ik dat in de toekomst niemand graag zes euro zal willen betalen voor een pint. Laten we het toch gezellig houden in België!