5-1949/1

5-1949/1

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

31 JANUARI 2013


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 13 februari 1998 met het oog op het behoud van de economische activiteit en de werkgelegenheid in het kader van de sluiting van een levensvatbaar bedrijf

(Ingediend door de heer Willy Demeyer c.s.)


TOELICHTING


In de context van een wereldwijde financialisering van de economie is het tegenwoordig gangbaar dat winstgevende bedrijven bepaalde vestigingen sluiten en werknemers ontslaan, louter met de bedoeling de winstmarges en de vergoeding van hun aandeelhouders nog te verhogen.

Zo kondigde de Danone-groep in 2001 aan wereldwijd 1 780 banen te willen schrappen, terwijl de groep met meer dan 130 miljoen euro rijkelijk winst maakte.

Ook het bedrijf Michelin, dat in 1999 semestriële winstcijfers van 20 % publiceerde, kondigde een herstructureringsplan aan waarbij 7 500 banen zouden sneuvelen.

België bleef niet gespaard van deze tendens. Zo gaf een grote industriegroep in januari 2010 te kennen dat hij 10 % van zijn personeel in Europa wou ontslaan, terwijl hij rijkelijk winst maakte. Uiteindelijk verdwenen er in België 167 banen (brugpensioen en vrijwillig ontslag), terwijl de multinational voor het boekjaar 2010 meer dan 1,285 miljard euro aan zijn aandeelhouders uitkeerde.

In oktober 2011 kondigde de groep ArcelorMittal de sluiting van de warme lijn te Luik en het ontslag van 581 werknemers aan, terwijl het financiële centrum van de staalgroep ArcelorMittal België 1,394 miljard euro winst maakte en voor het boekjaar 2010 gul dividenden bleef toekennen aan zijn aandeelhouders. Op 31 juli 2012 maakte de directie bekend dat 795 banen definitief zouden worden geschrapt. Ondertussen heeft ArcelorMittal aangekondigd dat het bedrijf een plan om 138 miljoen euro te investeren in de koude lijn intrekt als gevolg van de blokkering van de onderhandeling over de sluiting van de warme lijn, hetgeen op termijn 2 000 ontslagen in de Luikse staalindustrie zou kunnen teweegbrengen.

Op 24 januari 2013 heeft ArcelorMittal aangekondigd 7 van de 12 vestigingen van de koude lijn te willen sluiten, waardoor meer dan 1 300 banen verloren zullen gaan.

Voor de indieners is het absoluut noodzakelijk dat alle politieke verantwoordelijken en dynamische krachten van het land hun krachten bundelen om een volledige of gedeeltelijke overname van de activiteiten door een andere industriële operator mogelijk te maken.

Op dit moment biedt het Belgische recht werknemers verschillende beschermingsniveaus in geval van sluiting van een onderneming. De wet van 13 februari 1998 — de zogenaamde « wet-Renault » — schrijft met name de nadere bepalingen voor inzake inlichting en overleg voor een procedure van collectief ontslag. Bepaalde collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO) — in het bijzonder CAO nr. 24 (artikel 6) en (CAO) nr. 9 (artikel 11) — regelen eveneens de inlichting van de ondernemingsraad. Andere CAO's voorzien in hulp bij outplacement van de ontslagen werknemers (CAO nrs. 51 en 82) of de toekenning van brugpensioen (CAO nr. 17).

In Frankrijk hebben PS-afgevaardigden gereageerd naar aanleiding van de sluiting van de papierfabriek van Alizay in het departement Eure die deel uitmaakt van de Finse groep M-real, en van de staalfabriek Mittal in Gandrange.

Zij hebben op 28 februari 2012 een wetsvoorstel ingediend dat de voortzetting van de activiteit van leefbare ondernemingen wil garanderen, meer bepaald wanneer ze door hun exploitant aan hun lot worden overgelaten.

Dit voorstel schrijft voor dat op bepaalde voorwaarden de rechtbank van koophandel optreedt met het oog op de overdracht van een vestiging of een activiteit aan een potentiële overnemer wanneer de economische gevolgen, de financiële gevolgen en de gevolgen voor de werkgelegenheid in de activiteitenzone en de toestand van de onderneming dit verantwoorden.

Bovendien wil het voorstel in dit kader het inlichten van de werknemers verbeteren en met name het economische alarmrecht aanvullen dat de ondernemingsraad in het Franse recht geniet — dat hem op dit moment de mogelijkheid biedt de aandeelhouders in te lichten over de bezorgdheid over het beheer van de vennootschapsmandatarissen — door een bijkomend alarmrecht in het leven te roepen waarbij de rechtbank van koophandel optreedt wanneer een vestiging duidelijk in de steek wordt gelaten.

Volgens de indieners is het van cruciaal belang om ook het Belgische recht in die zin aan te vullen.

Enerzijds wijzigt dit voorstel de wet van 13 februari 1998 — de zogenaamde « wet-Renault » — door een artikel 70 toe te voegen dat ertoe strekt de economische activiteit en de werkgelegenheid te behouden in het kader van de sluiting van een levensvatbare onderneming.

Dit artikel voert een nieuwe procedure in die bestaat uit zes fasen :

1) wanneer de economische gevolgen, de financiële gevolgen en de gevolgen voor de werkgelegenheid in de activiteitenzone en de toestand van de onderneming of een van haar componenten het verantwoorden, benoemt de voorzitter van de rechtbank van koophandel een mandataris die belast wordt met het zoeken naar overnamebiedingen van de vestiging of de activiteit, in samenspraak met de overdragende onderneming en onder de door de Koning bepaalde voorwaarden;

2) de onderneming is verplicht alle overnamebiedingen die zij ontvangt, te goeder trouw te onderzoeken;

3) de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming kunnen zich laten bijstaan door een ad-hoc deskundige om de geldigheid van de overnamebiedingen te beoordelen. De deskundige bezorgt de mandataris die door de voorzitter van de rechtbank is aangewezen een evaluatieverslag van deze biedingen;

4) indien de onderneming binnen een door de Koning bepaalde termijn geen enkel gevolg geeft aan het overnamebod, kunnen de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming, of iedere kandidaat-overnemer de door de voorzitter van de rechtbank van koophandel aangewezen mandataris vragen zich uit te spreken over de relevantie van de biedingen;

5) de mandataris onderzoekt of de biedingen ervoor kunnen zorgen dat een zo duurzaam mogelijke werkgelegenheid behouden blijft in het overgedragen geheel, en of hun bedrag overeenstemt met de economische waarde van dit geheel. Hij houdt rekening met het evaluatieverslag over de biedingen bedoeld in paragraaf  3. Hij vraagt de overdragende onderneming om een van de biedingen die hij relevant acht, te aanvaarden;

6) wanneer de mandataris heeft geoordeeld dat minstens één bod relevant was en de onderneming weigert om er een aan te nemen, kan de rechtbank van koophandel op voorstel van de bevoegde overheid de overdracht van de vestiging of de activiteit uitspreken onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden.

Anderzijds wijzigt dit voorstel de wet van 13 februari 1998 — de zogenaamde « wet-Renault » — door een artikel 70bis toe te voegen dat het inlichten van de werknemers in het kader van de in dit nieuwe artikel 70 bedoelde procedure wil verbeteren.

Dit artikel bestaat uit vier punten :

1) in het geval bedoeld in artikel 70 worden de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming tijdens de hele duur van de procedure op de hoogte gehouden van de overnamebiedingen die de onderneming ontvangt;

2) wanneer in de vraag bedoeld in artikel 70, § 4 (bovengenoemd punt 4), gesteld wordt dat de feiten van zodanige aard lijken dat het voortbestaan van de onderneming of van een van haar componenten in gevaar is, wordt in het met redenen omklede antwoord van de werkgever het ondernemingsplan voorgesteld dat het voortbestaan van de exploitatie waarborgt of de geplande voorwaarden voor een overdracht of een stopzetting van de exploitatie aangeeft;

3) de analyse van het ondernemingsplan wordt van rechtswege ingeschreven op de agenda van de eerstvolgende zitting van de ondernemingsraad;

4) indien het ondernemingsplan niet binnen die termijn werd bezorgd, kunnen de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming dit verzuim bij de rechtbank van koophandel aanhangig maken.

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN

Artikel 2

Dit artikel wijzigt de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling door een nieuw artikel 70 in te voegen dat de economische activiteit en de werkgelegenheid moet behouden wanneer een levensvatbare onderneming met sluiting bedreigd wordt.

Paragraaf 1 van dit nieuwe artikel bepaalt dat wanneer de economische en financiële gevolgen, en de gevolgen voor de werkgelegenheid in de activiteitenzone en de toestand van de onderneming of een van haar componenten het verantwoorden, de voorzitter van de rechtbank van koophandel een mandataris benoemt die belast wordt met het zoeken naar overnamebiedingen voor de site of de activiteit, in samenspraak met de overdragende onderneming en onder de door de Koning bepaalde voorwaarden.

Paragraaf 2 van dit nieuwe artikel bepaalt dat de onderneming verplicht is alle overnamebiedingen die zij ontvangt, te goeder trouw te onderzoeken.

Paragraaf 3 van dit nieuwe artikel bepaalt dat de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming zich kunnen laten bijstaan door een ad hoc deskundige om de geldigheid van de overnamebiedingen te beoordelen. De deskundige bezorgt de mandataris die door de voorzitter van de rechtbank is aangewezen, een evaluatieverslag over de biedingen.

Paragraaf 4 van dit nieuwe artikel bepaalt dat indien de onderneming binnen een door de Koning bepaalde termijn geen enkel gevolg geeft aan het overnamebod, de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming, of iedere kandidaat-overnemer, aan de door de voorzitter van de rechtbank van koophandel aangewezen mandataris kunnen vragen zich uit te spreken over de relevantie van de biedingen.

Paragraaf 5 van dit nieuwe artikel bepaalt dat de mandataris onderzoekt of de biedingen ervoor kunnen zorgen dat een zo duurzaam mogelijke werkgelegenheidbehouden blijft in het overgedragen geheel, en of het bedrag ervan overeenstemt met de economische waarde van dit geheel. Hij houdt rekening met het evaluatieverslag over de biedingen bedoeld in § 3. Hij vraagt de overdragende onderneming om één van de biedingen die hij relevant acht, te aanvaarden.

Paragraaf 6 van dit nieuwe artikel bepaalt dat wanneer de mandataris heeft geoordeeld dat minstens één bod relevant was en de onderneming weigert om er een te aanvaarden, de rechtbank van koophandel op voorstel van de bevoegde overheid de overdracht van de site of de activiteit kan uitspreken onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden.

Paragraaf 7 van dit nieuwe artikel geeft aan dat de bepalingen van dit artikel gelden voor ondernemingen waarvan de omzet een door de Koning vast te stellen bedrag overschrijdt.

Artikel 3

Dit artikel wijzigt de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling door een nieuw artikel 70bis in te voegen dat de informatieverstrekking aan de werknemers wil verbeteren in het raam van de procedure die vervat is in dit nieuwe artikel 70.

Paragraaf 1 van dit nieuwe artikel bepaalt dat in het geval bedoeld in artikel 70, de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming op de hoogte worden gehouden tijdens de hele duur van de procedure voor de overnamebiedingen die de onderneming ontvangt.

Paragraaf 2 van dit nieuwe artikel bepaalt dat wanneer in de vraag bedoeld in artikel 70, § 4, gesteld wordt dat de feiten van zodanige aard lijken dat het voortbestaan van de onderneming of van een van haar componenten in gevaar is, in het met redenen omklede antwoord van de werkgever het ondernemingsplan wordt voorgesteld dat het voortbestaan van de exploitatie waarborgt of de geplande voorwaarden voor een overdracht of een stopzetting van de exploitatie aangeeft.

Paragraaf 3 van dit nieuwe artikel bepaalt dat de analyse van het ondernemingsplan van rechtswege wordt ingeschreven op de agenda van de eerstvolgende zitting van de ondernemingsraad.

Paragraaf 4 van dit nieuwe artikel bepaalt dat indien het ondernemingsplan niet binnen die termijn werd bezorgd, de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming dit verzuim bij de rechtbank van koophandel aanhangig kunnen maken.

Paragraaf 5 van dit nieuwe artikel geeft aan dat de bepalingen van dit artikel gelden voor ondernemingen waarvan de omzet een door de Koning vast te stellen bedrag overschrijdt.

Willy DEMEYER.
Hassan BOUSETTA.
Philippe MAHOUX.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling wordt een nieuw artikel 70 ingevoegd, luidende :

« § 1. Wanneer de economische en financiële gevolgen, en de gevolgen voor de werkgelegenheid in de activiteitenzone en de toestand van de onderneming of van een van haar componenten het verantwoorden, benoemt de voorzitter van de rechtbank van koophandel een mandataris die belast wordt met het zoeken naar overnamebiedingen voor de site of de activiteit, in samenspraak met de overdragende onderneming en onder de door de Koning bepaalde voorwaarden.

§ 2. De onderneming is verplicht alle overnamebiedingen die zij ontvangt, te goeder trouw te onderzoeken.

§ 3. De ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming kunnen zich laten bijstaan door een ad hocdeskundige om de geldigheid van de overnamebiedingen te beoordelen. De deskundige bezorgt de door de voorzitter van de rechtbank aangewezen mandataris een evaluatieverslag over deze biedingen.

§ 4. Geeft de onderneming binnen een door de Koning bepaalde termijn geen gevolg aan een overnamebod, dan kunnen de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming, of iedere kandidaat-overnemer, de door de voorzitter van de rechtbank van koophandel aangewezen mandataris vragen dat hij uitspraak doet over de relevantie van de biedingen.

§ 5. De mandataris onderzoekt of de biedingen ervoor kunnen zorgen dat een zo duurzaam mogelijke werkgelegenheid behouden blijft in het overgedragen geheel, en of het bedrag ervan overeenstemt met de economische waarde van dit geheel. Hij houdt rekening met het evaluatieverslag over de biedingen bedoeld in § 3. Hij vraagt de overdragende onderneming om één van de biedingen die hij relevant acht, te aanvaarden.

§ 6. Wanneer de mandataris heeft geoordeeld dat minstens één bod relevant was en de onderneming weigert om er een te aanvaarden, kan de rechtbank van koophandel, op voorstel van de bevoegde overheid, de overdracht van de site of de activiteit uitspreken onder de door de Koning vastgestelde voorwaarden.

§ 7. De bepalingen van dit artikel gelden voor ondernemingen waarvan de omzet een door de Koning vast te stellen bedrag overschrijdt. »

Art. 3

In de wet van 13 februari 1988 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling wordt een nieuw artikel 70bis ingevoegd, luidende :

« § 1. In het geval bedoeld in artikel 70, worden de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming op de hoogte gehouden tijdens de hele duur van de procedure voor de overnamebiedingen die de onderneming ontvangt.

§ 2. Wanneer in de vraag bedoeld in artikel 70, § 4, wordt gesteld dat de feiten van zodanige aard lijken dat het voortbestaan van de onderneming of van een van haar componenten in gevaar is, wordt in het met redenen omklede antwoord van de werkgever het ondernemingsplan voorgesteld dat het voortbestaan van de exploitatie waarborgt of de geplande voorwaarden voor een overdracht of een stopzetting van de exploitatie aangeeft.

§ 3. De analyse van het ondernemingsplan wordt van rechtswege ingeschreven op de agenda van de eerstvolgende zitting van de ondernemingsraad.

§ 4. Indien het ondernemingsplan niet binnen die termijn wordt bezorgd, kunnen de ondernemingsraad, de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, de leden van de vakbondsafvaardiging en de werknemers van de onderneming, dit verzuim bij de rechtbank van koophandel aanhangig maken.

§ 5. De bepalingen van dit artikel gelden voor ondernemingen waarvan de omzet een door de Koning vast te stellen bedrag overschrijdt. »

Art. 4

Deze wet treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

25 januari 2013.

Willy DEMEYER.
Hassan BOUSETTA.
Philippe MAHOUX.