5-88

5-88

Belgische Senaat

Handelingen

DONDERDAG 17 JANUARI 2013 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Mondelinge vragen

Mondelinge vraag van mevrouw Caroline Désir aan de minister van Justitie over «de recente verklaringen van de Antwerpse procureur des Konings» (nr. 5-787)

Mondelinge vraag van de heer Bert Anciaux aan de minister van Justitie over «de publieke uitspraken van een procureur» (nr. 5-789)

De voorzitster. - Ik stel voor deze mondelinge vragen samen te voegen. (Instemming)

Mme Caroline Désir (PS). - Les propos du procureur du Roi d'Anvers Herman Dams repris dans De Standaard ce week-end ont suscité la polémique. Le point de départ de celle-ci a été l'opération Patsers, qui a pour objectif de contrôler davantage les jeunes gens, sans emploi ou revenus, roulant au volant de voitures coûteuses et de rechercher comment celles-ci ont été financées. Si au cours de l'enquête, le jeune en question ne peut prouver qu'il a bien payé sa voiture légalement, le véhicule peut être saisi par le parquet aussi longtemps que dure l'enquête. Ce type de contrôle vise principalement certains quartiers comme Borgerhout, où vit une importante communauté d'origine étrangère.

Pour ce faire, le procureur du Roi encourage par ailleurs les citoyens à signaler ce genre de cas à la police. D'une manière plus générale, le procureur estime que les citoyens doivent aider la police dans la lutte contre certaines formes de criminalité. Il plaide pour un retour à plus de contrôle social et cite l'exemple du citoyen qui verrait une camionnette avec une plaque étrangère et devrait appeler la police pour le signaler.

Enfin il estime que la Justice doit investir davantage dans la lutte contre la petite criminalité, qui désunit la société. Selon ses propos, « lorsqu'on interroge la population sur ce qui la dérange le plus, personne ne place en tête de liste la criminalité en col blanc ou le trafic international de drogue ».

Madame la ministre, cette interview a suscité plusieurs réactions indignées. Vous avez pour votre part affirmé que l'approche du parquet d'Anvers était en accord complet avec le plan national de sécurité.

Pourtant, madame la ministre, la lutte contre le trafic de drogue ainsi que la lutte contre la fraude sociale et fiscale font bien partie des dix priorités du plan national de sécurité. N'y voyez-vous pas une contradiction avec les déclarations du procureur d'Anvers ? Ne voyez-vous pas dans ces appels à la délation un risque de dérive inquiétant ? Ne risque-t-on pas de stigmatiser de manière disproportionnée certains jeunes sur la base de leur origine sociale ou culturelle ?

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Het voorbije weekend deed een Antwerpse procureur in een belangrijke krant toch wel straffe uitspraken over het vervolgingsbeleid. Maak een verschil tussen "grote" en "kleine" criminaliteit en maak van de strijd tegen de "kleine" criminaliteit een prioriteit. Leg een verband tussen criminaliteit en vreemdelingen of althans tussen criminaliteit en auto's met een vreemde nummerplaat. Roep op tot een vorm van burgervigilantie en creëer angst voor een warme islamitische of Chinese lente. Dat is ongeveer de samenvatting van zijn betoog.

Een procureur is een leidende, uiterst belangrijke magistraat voor wie we in principe allemaal veel respect hebben. Hij vertegenwoordigt bij de rechterlijke macht de belangen en bekommernissen van onze gemeenschap en van het volk. Hij wordt geacht dit te doen met onwrikbaar respect voor de wetten, op een objectieve wijze, met terughoudendheid en fijngevoeligheid en zeker met consideratie voor de gevoeligheden van culturele en sociale groepen. De recente uitspraken vertonen echter geen van deze gewenste en noodzakelijke eigenschappen. De procureur ging zijn bevoegdheden, zijn publieke rol en zijn mandaat als magistraat ver te buiten.

Gaat de minister ermee akkoord dat de betrokken Antwerpse procureur zich het voorbije weekend schuldig maakte aan ongeoorloofde, onware, onbeleefde en zeker ook ondoelmatige publieke uitspraken, waarin hij op onaanvaardbare wijze een onderscheid maakte tussen zogenaamde "kleine" en "grote" criminaliteit, een totaal fictief verband legde tussen criminaliteit en vreemdelingen, uitgedrukt in auto's met vreemde nummerplaten, onverantwoord opriep tot een ongewenste, gevaarlijke en inefficiënte vorm van burgervigilantie, expliciet verwees naar de mogelijke dreiging van een islamitische warme lente en hierdoor getuigde van een groot gebrek aan kennis van en respect voor de interculturele werkelijkheid en de bijbehorende gevoeligheden?

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Dat Justitie transparanter communiceert, wordt al jaren gevraagd, zowel door de burger als door vele politici. Als minister van Justitie ben ik dan ook bijzonder tevreden met elke magistraat die communiceert over zijn beleid en de beslissingen die hij neemt, ook al geeft hij de minister van Justitie niet altijd gelijk. Dat neem ik er dan graag bij. Dat magistraten zelf hun beleid verdedigen vind ik een zeer goede evolutie van de voorbije maanden.

Wat de procureur heeft gezegd, sluit perfect aan bij de prioriteiten die zijn opgenomen in het nationaal veiligheidsplan, in de zonale veiligheidsplannen en in de kadernota integrale veiligheid die momenteel in opmaak is. Ik citeer uit het nationaal veiligheidsplan, dat in maart van vorig jaar door de voltallige regering werd goedgekeurd.

"Op basis van het nationaal politioneel veiligheidsbeleid 2011, de prioriteiten van de Europese beleidscyclus en de beleidsopties van de beide ministers worden de volgende criminaliteitsfenomenen als prioritair beschouwd voor het veiligheidsplan 2012-2015: diefstal gewapenderhand; geweld in de publieke ruimte, in het bijzonder in het openbaar vervoer en door stadsbendes; drugs, in het bijzonder de import en export van cocaïne, productie en smokkel van synthetische drugs en de verkoop van drugs; illegale vuurwapenzwendel; terrorisme; intrafamiliaal geweld en geweld tegen vrouwen; mensenhandel en mensensmokkel; informaticacriminaliteit; fraude, fiscale, sociale en afvalfraude; inbraak in woningen en andere gebouwen. (...)

Alle geledingen van de politie zullen deze prioritaire criminaliteitsfenomenen, in de mate dat ze ermee geconfronteerd worden, ter harte nemen.

(...) Dit sluit evenmin uit dat de bevoegde overheden op het arrondissementele en/of lokale niveau, op basis van datzelfde veiligheidsbeeld, eigen aanvullende prioriteiten kunnen vooropstellen."

Zoals iedereen weet, zijn deze prioriteiten geen exclusiviteiten. Het is duidelijk dat zowel de zogenaamde kleine criminaliteit, als de grote criminaliteit prioritair worden aangepakt.

Hoewel ik mij aansluit bij de inhoud van de communicatie van de procureur, kan ik mij niet uitspreken over de vorm. De Hoge Raad voor Justitie werd opgericht om, onafhankelijk van de uitvoerende macht, externe controle uit te oefenen op de werking van de rechterlijke orde via audits, bijzondere onderzoeken, de behandeling van klachten over de werking enzovoort. Ik wacht dus de uitspraak van de Hoge Raad voor Justitie af.

Mieux associer les citoyens à la politique policière était l'un des objectifs fondamentaux de la réforme des polices. Les partenariats locaux de prévention (PLP) tirent leur origine de cet objectif et ont ancré dans la loi l'échange d'informations entre les citoyens et les services de police.

Ce principe est encore en vigueur aujourd'hui.

Selon la note-cadre de sécurité intégrale en cours de préparation, l'autorité fédérale ainsi que les Communautés et les Régions estiment qu'une société plus sûre et plus vivable se réalise par une politique de sécurité intégrale, qui s'étend à toute la chaîne de la sécurité, de l'approche préventive au maintien de l'ordre réactif et au suivi. Une telle politique nécessite les efforts de tous les acteurs sociaux concernés.

Concernant les questions relatives au Collège des procureurs généraux, voilà ce que je peux vous communiquer : il n'existe aucune circulaire du Collège des procureurs généraux.

Le Code d'instruction criminelle contient le cadre légal de l'information et de l'instruction. Selon le Code judiciaire et le Code d'instruction criminelle, la politique criminelle consiste en un système hiérarchisé : le ministre de la Justice qui définit les directives, en concertation ou non avec le Collège des procureurs généraux ; le Collège des procureurs généraux qui les appliquent au niveau national ; les procureurs généraux, dans leur ressort ; le procureur du Roi dans son arrondissement judiciaire, conformément à l'article 28ter du Code d'instruction criminelle.

L'initiative du procureur du Roi d'Anvers se situe à ce dernier niveau, à savoir l'arrondissement judiciaire.

Ik benadruk nog eens dat ik ontzettend blij ben wanneer procureurs hun beleid verdedigen. De initiatieven die vandaag in Antwerpen worden uitgevoerd, zijn tot stand gekomen op basis van het nationale en zonale veiligheidsplan. De procureur des Konings heeft enkele maanden geleden op een conferentie, samen met de burgemeesters van de gemeenten van zijn gerechtelijk arrondissement en met de gouverneur Berx, zijn plannen en visie voorgesteld. Daar kwam toen geen commentaar op.

Mme Caroline Désir (PS). - Votre réponse, madame la ministre, me surprend quelque peu. Je comprends que la définition de priorités dans le plan zonal de sécurité n'exclut pas que les autorités locales proposent des accents complémentaires. Mais si on lit bien l'interview dans De Standaard, le procureur du Roi déplore que, durant des années, la Justice ait dû trop s'occuper de la « topcriminaliteit » au détriment des petites incivilités. Ici, l'ordre des priorités est réellement inversé !

Vous disiez que la note-cadre en préparation évoque également des échanges d'informations entre les citoyens et les services de police. La responsabilisation des citoyens en tant qu'acteurs de la sécurité est certes nécessaire ; mais il y a une différence entre cela et les appels à la délation, comme on a pu l'entendre dans cette interview. Les risques de dérives me semblent très inquiétants.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik ben ontgoocheld. Het klopt dat in het nationaal veiligheidsplan een hele reeks prioriteiten worden opgesomd, waaronder de strijd tegen drugs. In het interview zegt de procureur des Konings letterlijk: "Als je de bevolking bevraagt over wat hen het meest stoort, schrijft niemand bovenaan de lijst de witteboordencriminaliteit of de internationale drugstrafiek. Niemand laat zijn slaap omdat er een boot is aangekomen met 800 kilo cocaïne tussen de bananen. Who cares, behalve de politie. De burger ligt wakker van het roepen en tieren van jongeren op straat, van agressieve zatlappen, van het dealen voor zijn huis, van zwerfvuil en hondenpoep." Met die uitlatingen wordt de internationale drugshandel echter gebanaliseerd. Ik vind dat echt ontoelaatbaar.

Ik ben het ermee eens dat de procureurs goed en open moeten communiceren, maar ik aanvaard niet dat ze oproepen tot georganiseerd wantrouwen en verklikking.

De procureur des Konings zegt verder: "Wat hebben we gemaakt van de samenleving die we na de Franse Revolutie, die mooie lente van toen, hebben gekregen? Een bittere winter. Nu moeten we zelf verantwoordelijkheid opnemen, anders zal er ons een nieuwe lente overkomen. En dan mag je kiezen. Wil je een islamitische of een Chinese lente? Want zoiets zal het worden." Die uitspraken vinden ik en heel mijn partij verwerpelijk. Wij aanvaarden niet dat de minister van Justitie dit goedkeurt.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Ik wil hier nog twee zaken aan toevoegen.

Het eerste citaat van de procureur des Konings verwoordt de conclusies van de subjectieve veiligheidsbarometer. Het klopt dat de burger persoonlijk vooral wordt geraakt door bijvoorbeeld een inbraak in zijn woning of bij zijn buurman. De procureur heeft evenwel niet gezegd dat hij, de politie of het parket andere zaken niet als een prioriteit beschouwen. Het nationaal veiligheidsplan bestempelt zowel het geweld in publieke ruimtes als de grote fraudezaken als prioriteiten. De recente cocaïnevangst in de Antwerpse haven bewijst dat politie en parket zich met al de prioriteiten bezighoudt.

Het nationaal veiligheidsplan 2012-2015 is in maart 2012 door de voltallige regering goedgekeurd. Het beleid dat de procureur des Konings vandaag voert, is gebaseerd op de zonale veiligheidsplannen van vóór de lokale verkiezingen. Ik ben niet bang om iemand terug te fluiten, maar alleen als er feiten zijn die niet met het nationaal veiligheidsplan in overeenstemming zijn. Dat is in het bewuste interview niet het geval.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Als het gevoerde beleid met het nationale en het zonale veiligheidsplan in overeenstemming is, vind ik dat vanzelfsprekend goed. Maar de communicatie van de procureur des Konings was niet correct. Ik las nergens in het interview dat een drugsvangst van achthonderd kilo belangrijk is, maar wel - integendeel - dat niemand daarvan wakker ligt. Dat klinkt bijna als een vrijgeleide voor het invoeren van drugs. De cocaïnegebruikers daarentegen zullen vermoedelijk hard worden aangepakt.

Ook de verwijzing naar het gevaar van een islamitische of Chinese lente is ontoelaatbaar voor een procureur des Konings.

Mme Caroline Désir (PS). - Vous dites, madame la ministre, que l'ordre de priorités est un sentiment subjectif de la population. Mais le procureur affirmait « Justitie is de laatste jaren gedwongen geweest in de topcriminaliteit te investeren », ce qui n'est pas un sentiment subjectif. La Justice a été obligée d'investir dans un domaine qui ne lui semble pas prioritaire. On est en opposition avec l'ordre des priorités - sans compter d'autres propos que mon parti condamne aussi fermement que M. Anciaux.