5-1872/2

5-1872/2

Belgische Senaat

ZITTING 2012-2013

15 JANUARI 2013


Wetsontwerp houdende instemming met de akkoorden in het kader van Artikel XXI van de GATS met Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, het afzonderlijk douanegebied van Taiwan, Penghu, Kinmen en Matsu (Chinees Taipei), Colombia, Cuba, Ecuador, Hongkong (China), India, Japan, de Republiek Korea, Nieuw-Zeeland, de Filipijnen, Zwitserland en de Verenigde Staten van Amerika over de compenserende aanpassingen die noodzakelijk zijn als gevolg van de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie


VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN EN VOOR DE LANDSVERDEDIGING UITGEBRACHT DOOR

DE HEER VERSTREKEN


I. INLEIDING

De commissie heeft dit wetsontwerp besproken tijdens haar vergadering van 15 januari 2013

II. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE VERTEGENWOORDIGER VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De zeventien bovengenoemde akkoorden (ook akkoorden « Consolidatie EG-25 » genoemd) werden ondertekend op 26 juli 2006. Deze akkoorden zijn tot stand gekomen ingevolge de uitbreiding van de Europese Unie en van de toepassing van het bepaalde in de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (de « GATS » — General Agreement on Trade in Services).

Overeenkomstig artikel XX van de GATS stellen de leden van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) de lijst op van de specifieke verbintenissen die zij aangaan inzake de vrijmaking van de diensten.

De huidige lijst voor de Europese Gemeenschap en haar lidstaten (de « Europese Gemeenschap ») heeft uitsluitend betrekking op de specifieke verbintenissen van de twaalf lidstaten van 1994 (slotdatum van de « Uruguay Round »). De individuele lijsten met specifieke verbintenissen van de lidstaten die in 1995 en 2004 tot de Europese Gemeenschap zijn toegetreden (de « nieuwe lidstaten ») werden vóór hun toetreding tot de Europese Unie vastgesteld.

Om ervoor te zorgen dat de beperkingen in de lijst van specifieke verbintenissen van de Europese Gemeenschap met name ook van toepassing zijn op de nieuwe lidstaten en om de samenhang met het acquis communautaire te verzekeren, dienden alle lijsten met de specifieke verbintenissen van de vijfentwintig lidstaten van de EU te worden geconsolideerd. Als gevolg van deze consolidatie moesten bepaalde specifieke verbintenissen in de lijst van specifieke verbintenissen van de Europese Gemeenschappen en van de nieuwe lidstaten worden gewijzigd of ingetrokken.

Door verbintenissen op haar lijst te wijzigen of in te trekken heeft de Europese Gemeenschap de in artikel XXI van de GATS bedoelde procedure in gang gezet. Als gevolg daarvan moet met de leden van de WHO die beweren getroffen te zijn door de wijzigingen en intrekkingen, worden onderhandeld over compensaties. Aldus heeft de Europese Commissie onderhandelingen gevoerd met zeventien leden van de WHO en heeft zij met elk van deze leden een akkoord getekend. Deze akkoorden bestrijken zowel de wijzigingen en intrekkingen waarvan de Europese Gemeenschap kennis had gegeven als de compenserende aanpassingen in verband met de wijzigingen en intrekkingen.

0p 23 juli 2007, besloot het Comité van permanente vertegenwoordigers van de Europese Unie dat de zeventien akkoorden, gemengde akkoorden zijn. Ze dienen dan ook door de Europese Gemeenschap en door elke lidstaat afzonderlijk te worden bekrachtigd.

Op 19 september 2008, besloot de « Groep Gemengde Verdragen » op Belgisch niveau tot de vaststelling van het exclusief federaal karakter van de zeventien akkoorden. Zij dienen dan ook op federaal niveau te worden bekrachtigd.

III. ALGEMENE BESPREKING

De heer Anciaux stelt vast dat dit ontwerp een technische aanpassing van de GATS-akkoorden is. Alhoewel het gaat over telecommunicatie heeft de groep van gemengde verdragen geoordeeld dat dit een exclusieve federale bevoegdheid is. Bevat telecommunicatie echter ook geen luik media ?

Een tweede vraag betreft het feit dat zowel de Volksrepubliek China als Taipei tegelijk verdragsluitende partij zijn, wat normaal gezien niet het geval is. Wat is de verklaring hiervoor ?

De heer Verstreken kreeg graag meer uitleg over de stand van zaken van de ratificatie bij de andere lidstaten van de EU. Dit wetsontwerp dateert van 2007, het advies van de Raad van State van 2009. Het betreft de toetreding van de lidstaten in die periode. Is er echter al een nieuwe onderhandelingsronde opgestart met betrekking tot recenter toegetreden lidstaten ?

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken deelt mee dat er in het luik telecommunicatie soms inderdaad materies opgenomen zijn die tot de bevoegdheden van de deelstaten behoren. Dit is hier echter niet het geval. Het gaat enkel over de transmissie en de ontvangst van signalen, dus alles wat infrastructuur betreft en niet de inhoud. Daardoor heeft de groep « gemengde verdragen »y in 2008 geoordeeld dat dit geen gemengd verdrag is.

De vraag inzake Chinees Taipei heeft een historische verklaring. Taipei is al lang lid van de WHO en er is geen reden deze situatie te wijzigen. De bestaande engagementen moeten gerespecteerd worden. Vermits Taipei lang vóór de Volksrepubliek China lid was van de WHO, en de Chinezen hun eigen toetreding niet op de helling wensten te zetten omwille van Taipei, hebben zij deze toestand moeten aanvaarden.

De vorige procedure kon niet afgerond worden omdat er nieuwe landen tot de EU toetraden, waardoor een nieuwe procedure bij de WHO moest aangevat worden. Het was de bedoeling een globale consolidatie te maken, niet enkel na de uitbreiding van 1995 met drie nieuwe lidstaten, maar ook na de toetreding van tien nieuwe lidstaten in 2004. Het probleem stelde zich vervolgens bij de juridische basis die gebruikt was door de Europese commissie, die gezorgd heeft voor interne Europese problemen. Ondertussen vond een nieuwe uitbreiding van de Europese Unie plaats in 2007. De situatie is dus op zijn minst complex te noemen. De derde partijen bij de WHO hebben kunnen aanvaarden dat de procedure moest heropstarten omwille van de twee eerste uitbreidingen. Gelet op de opgelopen vertraging hebben ze echter niet willen wachten op de consolidatie, die nog zal moeten gebeuren, voor Roemenië en Bulgarije die in 2007 zijn toegetreden. Daarvoor wordt echter gewacht op de goedkeuring van de voorliggende akkoorden.

De heer Vanlouwe merkt op dat het eerste lid verwijst naar het verdrag van 1995 tot toetreding van het Koninkrijk Noorwegen tot de Europese Unie.

De vertegenwoordiger van de minister van Buitenlandse Zaken antwoordt dat de tekst opgesteld werd op het ogenblik dat Noorwegen kandidaat-lid was en vóór het referendum dat het niet toeliet om toe te treden. Vandaar dat Noorwegen in deze tekst vermeld wordt als kandidaat-toetredingslid.

IV. STEMMINGEN

De artikelen 1 en 2, alsmede het wetsontwerp in zijn geheel, worden aangenomen met 8 stemmen bij 1 onthouding.

Vertrouwen werd geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.

De rapporteur, De voorzitter,
Johan VERSTREKEN. Karl VANLOUWE.

De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het wetsontwerp (zie stuk Senaat, nr. 5-1872/1 — 2012/2013).