5-456/4 | 5-456/4 |
8 JANUARI 2013
De Senaat,
A. overwegende dat de doodstraf een onterende handeling is die indruist tegen de menselijke waardigheid en de gerechtigheid en die door vrijwel alle landen, met instemming van de bevolking, wordt veroordeeld en verboden;
B. overwegende dat alleen een vastberaden en onafgebroken optreden van alle verdedigers van de mensenrechten die gruwelijke daad uit de wereld kan helpen;
C. met tevredenheid vaststellend dat België actief deelneemt aan de werkzaamheden van de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties;
D. gelet op het feit dat binnen de mensenrechtenraad een tiental werkgroepen zijn opgericht, elk met hun eigen thema, maar dat nog geen werkgroep werd opgericht in verband met de afschaffing van de doodstraf;
E. overwegende dat ons land zijn vastberaden beleid ter bevordering en bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden overal ter wereld, alsook met het oog op een universele toepassing ervan, moet voortzetten;
F. overwegende dat in het streven naar de universele afschaffing van de doodstraf vooruitgang is geboekt, doordat in tientallen landen het middenveld nauw bij de zaak betrokken werd en sommige regeringen passend zijn opgetreden;
G. betreurend dat, hoewel in de meeste partnerlanden van de Belgische Coöperatie vooruitgang wordt geboekt, sommige partnerlanden nog altijd doodstraffen uitspreken, en dat minstens één partnerland nog altijd doodvonnissen uitvoert;
H. zich erover verheugend dat in sommige partnerlanden van de Belgische Coöperatie, de doodstraf officieel is afgeschaft;
I. gelet op de zorgwekkende situatie in de vijf landen waar het gros van alle doodstraffen wordt uitgevoerd, namelijk China, Iran, Irak, Saoedi-Arabië en de Verenigde Staten;
J. diep geschokt door de terechtstelling van minderjarigen in Iran, alsook door het feit dat dit land de doodstraf voortaan ook toepast wegens pornografie en overweegt ze toe te passen wegens geloofsverzaking, ketterij en hekserij,
K. verwijzend naar het ontwerp van resolutie, waarin de lidstaten worden opgeroepen om een moratorium op de doodstraf in te stellen en dat op 19 november 2012 werd aangenomen door 110 landen binnen de Derde Commissie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,
Vraagt de regering :
1. de universele afschaffing van de doodstraf stelselmatig maar nog nadrukkelijker te bepleiten in de verschillende internationale instanties die waken over de rechten van de mens;
2. specifieke stappen te ondernemen jegens de landen die de doodstraf uitvoeren, en hen met name van deze resolutie in kennis te stellen;
3. er bij de landen die dat nog niet hebben gedaan, stelselmatig op aan te dringen dat zij de voor die afschaffing vereiste rechtsinstrumenten bekrachtigen, onder meer het tweede Facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, gericht op de afschaffing van de doodstraf;
4. binnen de Verenigde Naties de passende initiatieven te nemen om de universele afschaffing van de doodstraf te bespoedigen;
5. bij de bilaterale gesprekken met de vertegenwoordigers van derde landen die de doodstraf uitvoeren, de grote ongerustheid van ons land stelselmatig ter sprake te brengen;
6. er bij de partnerlanden waarmee België bilateraal samenwerkt, via een onafgebroken politieke dialoog op aan te dringen dat zij de doodstraf niet langer uitvoeren en officieel afschaffen, alsook degene die ze afschaffen in dat verband te feliciteren. Voor partnerlanden die, na diplomatiek overleg, gevangenen blijven executeren, moet de bilaterale hulp worden verminderd, overeenkomstig de wet betreffende de Belgische internationale samenwerking;