5-82 | 5-82 |
Mme la présidente. - La parole est à Mme Winckel pour un rapport oral.
Mme Fabienne Winckel (PS), rapporteuse. - Le projet de loi qui fait l'objet du présent rapport relève de la procédure bicamérale facultative et a été initialement déposé le 22 octobre 2012 à la Chambre des représentants par le gouvernement.
Il a été adopté et transmis le 30 novembre 2012 au Sénat, qui l'a évoqué ce 3 décembre.
La commission a examiné ledit projet de loi au cours de ses réunions des 13 novembre et 5 décembre 2012.
Le projet a été présenté par M. Bogaert, secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances.
Il s'agit d'un troisième volet de mesures budgétaires que le gouvernement avait consignées dans son accord. Ces mesures, au caractère moins urgent, ne pouvaient être reprises dans la loi du 28 décembre 2011 portant des dispositions diverses ou la loi-programme du 29 mars 2012, comme par exemple la transformation d'une série de déductions fiscales en réductions d'impôts.
D'autres dispositions doivent permettre à la Belgique de soumettre à l'impôt des non-résidents des revenus pour lesquels un pouvoir d'imposition existe conformément à une convention préventive de la double imposition, mais pour lesquels il n'y avait aucune disposition en droit interne.
Enfin, quelques adaptations ponctuelles sont apportées à des dispositions fiscales et financières.
M. Laaouej s'est réjoui de l'adoption du projet de loi.
L'ensemble du projet de loi a été adopté sans modification par neuf voix contre deux.
Confiance a été faite à la rapporteuse pour un rapport oral.
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Met dit wetsontwerp worden bepaalde begrotingsmaatregelen van het regeerakkoord van 1 december 2011 uitgevoerd en wordt eveneens de wijziging van de bijzondere financieringswet in het kader van de zesde staatshervorming voorbereid.
Voor N-VA heeft het streven naar meer fiscale autonomie voor de deelgebieden nooit betekend dat de federale regering voorafgaand aan een staatshervorming de vigerende federale wetgeving wijzigt. In het verleden werden bij elke staatshervorming bevoegdheden overgedragen volgens de bestaande wetgeving. Nu worden met dit wetsontwerp in de personenbelasting, met uitzondering van de onderhoudsuitkeringen en voorlopig ook nog de woonbonus, de meeste aftrekposten omgevormd tot een belastingvermindering. Zoals we al meerdere malen van de regering-Di Rupo mochten ervaren, staat vereenvoudiging gelijk met belastingverhoging. Nu slaagt de regering er zelfs in om van belastingverminderingen belastingverhogingen te maken.
Ik leg uit. Voortaan geldt voor uitgaven voor kinderoppas en voor giften het tarief van 45% en voor de andere uitgaven het tarief van 30%, terwijl tot nog toe in beide gevallen 50% van toepassing was. Voor wie iets meer dan het minimumloon verdient, geldt dus reeds een belastingtarief van 45%. Het zijn dus alweer werkende mensen die de kosten van deze belastingverhoging dragen. Door deze oefening zal het Vlaams Gewest nog eens 61 miljoen euro aan inkomsten verliezen.
Bovendien wordt fiscaal geen homogene bevoegdheid bereikt. De gewesten krijgen in de toekomst de exclusieve bevoegdheid om voor hun materies belastingvermindering toe te kennen, maar doordat de belastingvrije som én de verhoging ervan voor personen ten laste een federale bevoegdheid blijven, valt het niet uit te sluiten dat de federale overheid alsnog uitgaven zal blijven financieren via de verhoging van de belastingvrije som of het belastingkrediet voor kinderen ten laste.
Om al deze redenen zullen wij ook tegen dit wetsontwerp stemmen.
-La discussion générale est close.