5-178COM | 5-178COM |
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik stel deze vraag naar aanleiding van een concreet incident, namelijk de zelfmoordpoging van een zwaar zieke gevangene in Leuven Centraal, maar ik wil de zaak echter ook opentrekken.
Al eerder ondervroeg ik de minister over de vicieuze cirkel die ontstaat bij langdurig gedetineerden, bij wie de onzekerheid over de kans op een vervroegde invrijheidstelling groeit nadat een eerste verzoek werd afgewezen. Die ervaring veroorzaakt niet zelden een depressie, die vaak tot hopeloosheid evolueert en waarbij levensmoeheid een logisch gevolg wordt. Die neerwaartse spiraal wordt sterk gestimuleerd door het structurele gebrek aan psychische verzorging en begeleiding.
Beaamt de minister dat de vaak onzorgvuldige wijze waarop met een kans op vervroegde en voorwaardelijke invrijheidstellingen wordt omgegaan, veel en soms ook onnodig psychisch leed veroorzaakt bij langdurig geïnterneerden? Bevestigt de minister dat dit psychisch leed nu onvoldoende kan worden verzorgd en begeleid? Vindt de minister het belangrijk dat bij de bepaling van de strafuitvoering ook aspecten als het behoud van een perspectief en/of een zo duidelijk mogelijk toekomstbeeld voor de gedetineerde van doorslaggevend belang zijn? Wil de minister die bekommernis ook duidelijk formuleren in haar beleidsvisie en -richtlijnen?
Wat het concrete geval betreft moet me wel van het hart dat ik sommige bedenkingen die naar aanleiding ervan werden gemaakt met betrekking tot euthanasie, zeer bedenkelijk vond.
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Zonder in de details van dit concrete dossier te treden wil ik toch enkele zaken rechtzetten. Het ging om een persoon die tot een levenslange gevangenisstraf is veroordeeld en niet om een geïnterneerde. Betrokkene was in het verleden al eens voorwaardelijk vrijgelaten, maar zijn vrijlating werd herroepen wegens een schending van de voorwaarden. De strafuitvoeringsrechtbank is bevoegd voor dit dossier en wegens de scheiding der machten kan en wil ik als minister van Justitie in dit dossier op geen enkele manier interveniëren.
Als minister van Justitie kan ik eventueel wel een voorlopige vrijlating om medische redenen toestaan. Uiteraard moeten hierbij wettelijke voorwaarden worden nageleefd en moet een bepaalde procedure worden gevolgd. Op het ogenblik van de zelfmoordpoging had de gevangenis die procedure opgestart, maar rees een probleem met een van de wettelijke voorwaarden, namelijk de opvang van de betrokken gedetineerde. Hij kon wegens plaatsgebrek niet onmiddellijk binnen de zorgsector worden opgevangen. Hierdoor werd de gedetineerde op een wachtlijst gezet. Er bestond een mogelijkheid van privéopvang, maar die moest door mijn administratie verder worden onderzocht.
Ik betreur dat de persoon in kwestie een zelfmoordpoging heeft ondernomen. Ik ben er echter ook van overtuigd dat mijn administratie dit dossier op de gepaste wijze heeft behandeld.
De heer Bert Anciaux (sp.a). - Mijn vragen gingen niet over dit concrete dossier, maar over de nood aan algemene begeleidingsmaatregelen. Daarover heeft de minister het al gehad in haar antwoord op andere vragen.