5-178COM

5-178COM

Commission de la Justice

Annales

MERCREDI 7 NOVEMBRE 2012 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Bert Anciaux à la ministre de la Justice sur «la nécessité d'un Service de médiation Justice» (no 5-2410)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De voorbije decennia evolueerde Justitie op spectaculaire wijze. De uitdaging om de noodzakelijke standvastigheid te koppelen aan de snelle maatschappelijke ontwikkelingen bleek en blijkt zwaar. Dat die wedloop niet succesvol verloopt, behoeft weinig illustratie. Elke dag opnieuw vinden de media en de publieke opinie wel een aanleiding om kritiek te hebben op een onderdeel van het brede apparaat dat Justitie is, te wijzen op een euvel en vooral op onvolmaaktheden. Tegelijkertijd voltrok zich onmiskenbaar een juridisering van onze samenleving, waarvan ik absoluut geen voorstander ben. Steeds meer burgers worden voor tal van aspecten uit hun persoonlijke en professionele leven geconfronteerd met de vele kanten van Justitie. Meer dan ooit vormt de wereld van wetten, rechtbanken en rechters, openbaar ministerie, parket en onderzoeksrechter, om daarbij zeker de advocaten niet te vergeten, een vaak ongewenste omgeving waarin mensen zich moeten handhaven. Het hoeft geen betoog dat in de confrontatie van burgers met Justitie heel veel vragen en zelfs problemen rijzen. Die zijn zowel van technische aard, zoals het begrijpen van de complexe wereld van Justitie en zijn structuren, als van eerder menselijke aard waarbij burgers zich bijvoorbeeld tekort gedaan voelen. Daarbij valt ook op dat vooral kansengroepen moeizaam hun weg vinden naar een adequate rechtsbedeling.

Het valt op dat Justitie, ondanks de hoge en sterk toegenomen, zelfs toenemende relevantie, niet beschikt over een eigen en dus gespecialiseerde ombudsdienst. Justitie valt als een van de vele federale beleidssectoren, onder de Federale Ombudsdienst. Heel wat andere overheidssectoren, hoewel vaak in een bepaalde fase van verzelfstandiging, beschikken over eigen ombudsdiensten. Men mag en moet zich afvragen of Justitie, met zijn toch wel aparte structuur en zijn bijzonder hoge maatschappelijke, politieke en ook menselijke relevantie, ook niet een aparte ombudsdienst behoeft of verdient.

Hoe staat de minister tegenover het voorstel voor een aparte en gespecialiseerde ombudsdienst voor Justitie? Dat voorstel is gebaseerd op tal van argumenten, zoals de uitzonderlijk hoge maatschappelijke, politieke en menselijke relevantie en de toch wel aparte status van Justitie, en vooral de vele problemen van burgers inzonderheid van kansengroepen om van een faire rechtsbedeling te genieten. Aanvaardt de minister deze argumenten die vooral de uitzonderlijke nood en behoefte aan zo'n ombudsdienst onderstrepen? Wil de minister zich daarvoor inzetten? Koestert zij daaromtrent al concrete plannen? Of verwijst de minister het voorstel naar de beruchte Griekse kalender? Ik ben alleszins van plan een concreet voorstel voor zo'n ombudsdienst in te dienen.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Uiteraard deel ik de bekommernis dat het noodzakelijk is om Justitie dichter bij de burger te brengen door de communicatie en de transparantie te verbeteren en door een betere klachtenbehandeling waardoor ook onterechte verhalen over Justitie zullen verdwijnen.

Het lijkt me coherent dat de Federale Overheidsdienst Justitie zoals alle federale overheidsdiensten, blijft ressorteren onder de bestaande Federale Ombudsman. Op die manier heeft de burger een uniek aanspreekpunt voor zijn klachten over de werking van de federale overheidsadministraties, Justitie inbegrepen. Vergeet immers niet dat klachten over Justitie vaak gerelateerd zijn aan andere administraties.

In de mate dat de vraag betrekking heeft op de algemene werking van de Justitie, en meer specifiek op de hoven en rechtbanken, merk ik op dat de Hoge Raad voor de Justitie reeds een ruime bevoegdheid in klachtenbehandeling en audit is toegekend. Het lijkt mij dan ook overbodig een bijkomend orgaan in het leven te roepen. Meer specifiek ontvangen de advies- en onderzoekscommissies van de Hoge Raad voor de Justitie de klachten over de werking van de rechterlijke orde en verzekeren ze de opvolging ervan. De klachten die de advies- en onderzoekscommissies zelf behandelen, worden volgens het geval, ter kennis gebracht van de korpschef van het rechtscollege en van de korpschefs of hiërarchische meerderen van de personen die het voorwerp zijn van de klacht. In voorkomend geval wordt de klager doorverwezen naar de bevoegde overheden die verplicht zijn de advies- en onderzoekscommissies op gemotiveerde wijze in te lichten over het gevolg dat aan de klacht werd gegeven. De advies- en onderzoekscommissies lichten de klager schriftelijk in over het gevolg dat aan de klacht werd gegeven.

Bij gegronde klachten kunnen de advies- en onderzoekscommissies aanbevelingen doen ter oplossing van het probleem en voorstellen formuleren tot verbetering van de algemene werking van de rechterlijke orde ten behoeve van de betrokken instanties en de minister van Justitie.

De verenigde advies- en onderzoekscommissie kan volgens artikel 259bis van het Gerechtelijk Wetboek een bijzonder onderzoek instellen naar de werking van de rechterlijke orde en daarbij ook overgaan tot een doorlichting van de rechterlijke orde.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Bij het antwoord heb ik twee bedenkingen. Ten eerste, de behandeling van klachten kan niet altijd worden georganiseerd via de Federale Ombudsdienst. Ten tweede, die dienst houdt zich vooral bezig met de algemene werking en behandelt geen individuele problemen.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De meerderheid van de klachten die door die dienst wordt behandeld heeft betrekking op individuele dossiers.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Dat is mogelijk. Ik vrees echter dat de Hoge Raad niet de bevoegdheid heeft in een concreet dossier een gemaakte fout recht te zetten.

Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - Vaak vinden de problemen die mensen als individuele onrechtvaardigheden ervaren hun oorsprong in een vonnis. De oplossing moet dan worden gevonden in het juridische systeem, via een beroepsprocedure of een wetswijziging.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Bijna dagelijks word ik geconfronteerd met mensen die een probleem hebben met Justitie. Ik voel me vooral machteloos als mensen me komen zeggen dat een procureur of onderzoeksrechter weigert hun klacht te aanvaarden. Ze kunnen daartegen niet in beroep, gewoon omdat er geen uitspraak is. Wat moet men in mensen in zo een geval vertellen?

Ik heb begrip voor het antwoord van de minister, maar blijf wel op mijn honger.