5-173COM

5-173COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

WOENSDAG 18 JULI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking over «de evaluatie van de voorwaardelijke enveloppes» (nr. 5-2444)

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Deze vraag sluit aan bij vragen die we ook al in de plenaire vergadering hebben gesteld over het systeem van voorwaardelijke enveloppes dat de afgelopen jaren geregeld gebruikt is in indicatieve samenwerkingsprogramma's. In dat systeem wordt een deel van de toegezegde hulp opzijgezet om op een later tijdstip en onder voorwaarden te worden uitbetaald. We vragen ons af of het niet hoog tijd wordt dat systeem grondig te evalueren en kritisch tegen het licht te houden. Naar ons aanvoelen wordt het geld van de toegevoegde enveloppe op het ogenblik wat al te gemakkelijk uitbetaald. In Burundi hebben we zo'n voorbeeld gehad en dat vormde meteen ook de concrete aanleiding voor mijn vraag.

Gaat de minister ermee akkoord dat het systeem van de voorwaardelijke enveloppes geëvalueerd moet worden en dat die evaluatie het beste transparant verloopt?

De criteria van de enveloppes lijken ons nu vaak zeer technisch van aard te zijn. Diezelfde kritiek horen we ook vanuit het middenveld, dat eveneens aandringt op meer aandacht voor criteria als mensenrechten, persvrijheid, democratisch bestuur en bewegingsvrijheid voor de oppositie.

Wie evalueert de voorwaarden verbonden aan een voorwaardelijke enveloppe? Is dat de Belgische administratie? Gebeurt het in samenwerking met het partnerland?

Is er nu een procedure om de criteria te evalueren? Wat gebeurt er bij een negatieve evaluatie van de voorwaardelijke enveloppe? Is de minister van plan om dergelijke zaken in toekomstige indicatieve samenwerkingsprogramma's concreter in te schrijven, zodat ze meteen duidelijk zijn voor het betrokken partnerland?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De speciale vergadering van het partnercomité wordt belast met de evaluatie van de voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke enveloppe. Het is dus een gezamenlijke evaluatie door de Belgische ontwikkelingssamenwerking en het partnerland, op basis van rapportage. De uiteindelijke beslissing over de toekenning van de enveloppe wordt door de minister van Ontwikkelingssamenwerking genomen en in alle transparantie meegedeeld.

Als voorwaarden voor de toekenning van de enveloppe binnen de indicatieve samenwerkingsprogramma's worden zoveel mogelijk objectieve en internationaal aanvaardbare en meetbare criteria gekozen, bijvoorbeeld de CPIA-indicator van de Wereldbank en de Doing Business Indicators. Over deze voorwaarden wordt wel met het partnerland onderhandeld. Die onderhandeling vormt een onderdeel van de politieke dialoog die we willen aanhouden, niet alleen vóór de toekenning van de enveloppe, maar ook na afloop ervan. Mijn beleidscel zal in samenwerking met de administratie het gebruik van het instrument van de voorwaardelijke enveloppe, dat relatief nieuw is voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking, evalueren.

Als voorwaarden voor de toekenning van de enveloppe worden er zowel politieke indicatoren, bijvoorbeeld het electorale proces en de strijd tegen de corruptie, als eerder technische aspecten van goed bestuur, zoals Public Finance Management en de Doing Business Indicators, gebruikt. Het promoten van goed bestuur, democratisering en mensenrechten op zichzelf verdient alle lof. Het gaat tenslotte om een set van waarden en normen die de Belgische ontwikkelingssamenwerking ook in haar relaties met de partnerlanden wenst op te nemen. Maar het zijn doelstellingen, net zoals ook armoedebestrijding in het algemeen en de millenniumdoelstellingen in het bijzonder doelstellingen zijn. En een doelstelling is geen voorwaarde.

Alhoewel goed bestuur, democratisering en andere politieke aspecten in het paradigma van de ontwikkelingssamenwerking aan belang hebben gewonnen, vormen ze niet de eerste doelstelling ervan. Dat blijft duurzame armoedebestrijding. De band tussen democratisering en goed bestuur, enerzijds, en ontwikkeling en armoedebestrijding, anderzijds, is niet lineair, maar complex. Daar moeten we mee rekening houden bij de evaluatie van onze instrumenten.

In principe is in de indicatieve samenwerkingsprogramma's vastgelegd dat de voorwaardelijke enveloppe wordt uitbetaald op basis van een verslag over de uitvoering van de voorwaarden ervan. Bij een negatieve evaluatie wordt het geld niet toegekend, dat is de logica zelve. Vermits er in de indicatieve samenwerkingsprogramma's is opgenomen volgens welke criteria de enveloppe wel wordt toegekend, lijkt me daar geen probleem te zijn en hoeft dat aspect niet concreter te worden ingeschreven.

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Ik onthoud uit het antwoord van de minister dat het instrument, dat inderdaad nog nieuw is, zal worden geëvalueerd.

Ik wil toch een oproep doen om alle voorwaarden zo concreet mogelijk te omschrijven. In het voorbeeld van Burundi luidde een van de voorwaarden: `Een begin van uitvoering dient gemaakt te worden ...' Veel vager kan moeilijk. Ik weet dat dat natuurlijk maar één van de voorwaarden was, maar een dergelijke voorwaarde kan men beter weglaten. Ze is zo vaag dat men er nauwelijks een zinvolle discussie over kan voeren.

Op zich vinden we de voorwaardelijke enveloppe een goed instrument, maar het partnerland moet ze ook effectief als een bijkomend controlemiddel zien om op de afgesproken weg vooruitgang te boeken. Anders wordt het veel te veel iets wat de minister als een extra geschenkje kan overhandigen en dan schiet het systeem zijn doel voorbij.

(De vergadering wordt gesloten om 14.50 uur.)