5-73 | 5-73 |
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik ga opnieuw in op mijn vraag van vorige week over hetzelfde onderwerp en het antwoord dat de minister toen heeft gegeven. Het betrof namelijk de overschotten aan niet-gebruikte spaartegoeden bij de banken. Het voorbeeld was BNP Paribas Fortis, waarvan de Belgische staat de grootste aandeelhouder is.
Ik heb toen gewezen op het risico dat banken in het kader van hun algemeen beheer, liquiditeiten gebruiken om elders tekorten tegen te boeken. Daardoor wordt het mogelijk dat Belgisch spaargeld niet naar Belgische producten gaat, maar naar risicovolle producten.
Aanvankelijk was ik aangenaam verrast door de aankondiging van BNP Paribas Fortis dat het zijn `corporate finance' zou concentreren op Brussel. Een versterking van de Belgische tak leek immers goed. Maar naarmate de details bekend werden, werd het meer en meer duidelijk waartoe het overschot van ongeveer zestien miljard euro op de Belgische spaarboekjes zou dienen: namelijk het dekken van gestructureerde kredieten die niet uit België kwamen.
Bovendien raakte bekend dat twaalf Franse managers de Belgische tak van de bank zouden versterken.
Bij mijn vragen daaromtrent maak ik dezelfde reserve als vorige week. Het gaat om een beursgenoteerd bedrijf en ik begrijp wanneer dingen gezegd en niet-gezegd kunnen worden.
Heeft de minister via zijn diensten informatie ingewonnen na de aankondiging door BNP Paribas Fortis?
Is mijn analyse juist? Ik hoop van niet, want dat zou betekenen dat Belgische spaargelden ten goede komen aan risicovolle producten buiten België.
Zal de regering in de komende weken actief nagaan wat er mogelijk is met het tegoed van 50 miljard euro op de Belgische zichtrekeningen? Er zijn immers collega's die hebben gesuggereerd dat tegoed gedeeltelijk onder te brengen in Belgische staatsobligaties.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Zoals ik vorige week reeds heb gezegd, is de transactie een strategische beslissing waarover de Nationale Bank zich nog moet uitspreken. Daarom heeft ze bij de betrokken bank een volledig en gedetailleerd dossier opgevraagd. Op die manier kan de Nationale Bank zich een juist idee vormen over de verrichting en nagaan welke impact er is voor de Belgische bank en voor de financiële stabiliteit in België.
Die werkwijze is niet nieuw en hoort tot de opdrachten van de Nationale Bank als toezichthouder. Ze is immers voorgeschreven in de organieke wetgeving die de bevoegdheden van de Nationale Bank regelt.
De regering neemt de aanbevelingen van de bijzondere Dexia-commissie ernstig. Zoals de heer Daems weet, is een bijzondere opvolgingscommissie belast met het onderzoek naar de financiële crisis. Die commissie staat onder leiding van de heer Herman De Croo en werkt momenteel een tussentijds rapport uit. Daarin zal ze alle aanbevelingen bundelen die de verschillende parlementaire commissies hebben voorgesteld. Op die basis zal de regering een actieplan voorstellen inzake regelgeving voor de financiële sector.
Volgens de informatie die mij wordt verstrekt vanuit de betrokken bank, is de besluitvorming nog niet rond.
De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Als minister van Financiën is het niet aangewezen, commentaar te leveren bij gedetailleerd cijfermateriaal over een operatie waarbij één van de betrokken partijen een beursgenoteerde onderneming is.
Ik wil afsluiten, senator Daems, met nog één overweging. Het is absoluut noodzakelijk dat we dit soort van verrichtingen zonder a priori's benaderen. Ik wil er nogmaals aan herinneren dat in de EU, en meer bepaald in het eurogebied, sinds het midden van de jaren '90, bijzonder grote inspanningen zijn gedaan om de financiële integratie op te voeren. De crisis waar we sinds enkele jaren mee afrekenen, mag er ons nu niet toe leiden het kind met het badwater weg te gooien en de integratie van het financiële landschap terug te schroeven. Ik hoor dat impliciet wanneer u zegt het spaargeld te willen gebruiken buiten de Belgische grenzen, maar dan wel risico vrij. Dergelijke argumenten, mijnheer Daems, kunnen gemakkelijk worden misbruikt om te doen, waarvan ik overtuigd ben dat u er ook tegen bent, namelijk segregatie in plaats van integratie.
Europa is een project dat niet vertrekt vanuit het opbouwen van grenzen. België heeft inderdaad het voordeel een bijzonder goed sparende bevolking te hebben. Dat betekent dat we hoe dan ook met dat spaargeld op zoek moeten gaan naar een goede besteding. A priori veronderstellen dat het aanwenden van middelen buiten de grenzen van België gelijk staat met het nemen van nodeloze risico's, is een oordeel dat u niet heeft gemaakt in uw vraagstelling. Sommigen zouden dat wel zo kunnen begrijpen. Daarom ben ik ervan overtuigd dat we opnieuw moeten bevestigen dat de integratie van het financiële landschap terugschroeven, ongetwijfeld ten na dele van de economische groei zou zijn en ten na dele van een gezonde financiële sector. Dat wilde ik toch nog opmerken.
De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Daarvan onthoud ik een aantal aspecten. We hebben het inderdaad over een beursgenoteerd bedrijf. Ik begrijp dus perfect dat op bestaande cijfers geen commentaar kan worden gegeven. Dat wens ik ook niet, want dan zouden we uiteindelijk zelf de markt beïnvloeden. Wat in dit geval ongewenst is.
Wat ik wel onthoud is dat de Nationale Bank de procedure niet heeft beëindigd. Dat zal wellicht tijdens de vakantie gebeuren. Toch zou ik de minister willen vragen om mij, volgens de gebruiken van het huis, te informeren over de resultaten van die procedure. Voor zover dat mogelijk is, tenminste.
Vervolgens heb ik begrepen dat het proces intern niet tot een einde is gebracht. Daar is iets over te zeggen. Als grootste aandeelhouder van de bank hebben we een betere kijk op de situatie dan anderen.
Ik zou de minister dan ook willen oproepen de grootste omzichtigheid aan de dag te leggen bij het bekijken van die operatie. Nogmaals, het is niet de bedoeling een financieel `eigen volk eerst'-gedachte naar voren te brengen. Wel willen we vermijden dat risico's genomen in het verleden, hier opnieuw ongepast en ongewild zouden hernomen worden. Vandaar mijn opmerkingen aan de voorzitter op het antwoord van de minister.