5-165COM

5-165COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

WOENSDAG 27 JUNI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken over «de Belgische houding rond het homofoob optreden» (nr. 5-2204)

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Op 29 februari 2012 stelde ik de minister een vraag over de houding van België tegenover de homofobie in Kameroen. De minister liet in zijn antwoord weten dat België de andere EU-partners heeft verzocht een gezamenlijk initiatief te nemen om de Europese bezorgdheid te uiten. Bijkomend deelde hij ook mee dat ons land actief gepleit had voor het organiseren van een paneldebat tijdens de vergadering van de Mensenrechtenraad in 2012.

Kwam dit thema daar aan de orde en wat is daarvan het resultaat? Zijn de andere Europese partners ingegaan op het Belgische voorstel om een gezamenlijke brief te sturen naar de regering van Kameroen waarin onze bezorgdheid wordt geuit? Zo ja, heeft de Europese Unie al een antwoord ontvangen dat tegemoetkomt aan de Europese verzuchtingen?

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Zoals ik al vermeldde in mijn antwoord op de vraag om uitleg nr. 5-1598, delen landen zoals Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk onze bezorgdheid omtrent de situatie van LGBT's, of holebi, in Kameroen. We wachten het antwoord af van de Kameroense autoriteiten op de brief van de EU-posthoofden alvorens een beslissing te nemen over aanvullende demarches.

Voor de tweede vraag verwijs ik naar mijn antwoord op schriftelijke vraag nr. 11170 over de negentiende zitting van de Mensenrechtenraad. Ons land was daar bijzonder actief. Tijdens de duur van die sessie is de Belgische aanwezigheid steeds verzekerd, dus ook tijdens de paneldiscussies. Dat betekent helaas niet dat ons land telkens de gelegenheid krijgt het woord te nemen. Deze discussies verlopen nu eenmaal binnen een strikt gehanteerde tijdsduur. Ons land had zich wel ingeschreven op de sprekerslijst voor het LGBT-panel, maar heeft wegens tijdsgebrek het woord niet kunnen nemen. Zelf leg ik steeds een spreektijd op om dergelijke situaties te vermijden.

Andere Europese landen konden dat evenmin. Gelukkig kregen de EU-delegatie en sommige gelijkgezinde Europese en niet-Europese landen wel het woord. Ook de ngo ILGA, die in juli 2011 dankzij België de consultatieve status bij de VN verworven heeft, heeft een verklaring kunnen afleggen in naam van driehonderd ngo's.

Zelf heb ik deze kwestie op hoog niveau aangekaart in mijn toespraak tijdens bij de opening van de maartsessie van de Mensenrechtenraad.