5-164COM

5-164COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 27 JUNI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling over «de Belgische vertegenwoordiging bij de Wereldbank» (nr. 5-2313)

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - De Wereldbank is 's werelds grootste instituut voor ontwikkelingssamenwerking. De organisatie bestaat uit de regeringsleden van de lidstaten die nog steeds volledige beslissingsmacht hebben over de thema's die er worden behandeld. De lidstaten besturen de Wereldbank via een Raad van Gouverneurs en een Raad met executive directors. Minister van financiën, Steven Vanackere, treedt op als Belgisch gouverneur in de Wereldbank.

Al vele jaren houdt onder meer de sector van de ontwikkelingssamenwerking een pleidooi om de minister van Ontwikkelingssamenwerking aan te stellen als Belgisch vertegenwoordiger in de Wereldbank. Deelt de minister de visie dat de werking van de Wereldbank zo sterk gericht is op ontwikkelingssamenwerking dat het logisch zou zijn dat de minister van Ontwikkelingssamenwerking er de Belgische zetel inneemt? Werden hierover al gesprekken gevoerd of zal dat nog gebeuren? Wordt de Belgische afvaardiging in de Wereldbank aangepast?

De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Dat de Wereldbank onder de bevoegdheid valt van het ministerie van Financiën is historisch gegroeid. De oprichting van die internationale financiële instelling op het einde van de Tweede Wereldoorlog had vooral de wederopbouw van de lidstaten tot doel. Toen was van ontwikkelingssamenwerking of ontwikkeling nog helemaal geen sprake. Dat onderwerp kwam pas rond 1960 in de belangstelling naar aanleiding van de dekolonisatiegolf.

In de meeste landen vallen de opvolging van de internationale financiële instellingen onder de bevoegdheid van het ministerie van Financiën. Slechts in enkele landen is het ministerie van Buitenlandse Zaken of van Ontwikkelingssamenwerking bevoegd. Soms, onder meer in Nederland, gaat het daarbij zelfs om een gedeelde verantwoordelijkheid met het ministerie van Financiën. De minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling heeft in zijn portefeuille de relaties met de Wereldbank. Dit zou een leerrijk precedent kunnen zijn.

De dagelijkse opvolging van de Wereldbankgroep en van de andere internationale financiële instellingen wordt behartigd door een team van de Thesaurie dat bestaat uit specialisten, ook inzake ontwikkelingsmateries. De medewerkers van die administratie hebben dus wel degelijk een jarenlange ervaring en expertise opgebouwd omtrent deze instellingen en ontwikkelingsgerichte materies. Ze zijn ook specialist inzake multilaterale aspecten van ontwikkelingssamenwerking.

Sinds enkele jaren werken de leden van de Thesaurie nauw samen met deze van DGD, Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp, van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, zowel in Brussel als in Washington DC. Er worden geregeld coördinatievergaderingen belegd met de Thesaurie en de DGD.

Hoewel het ontwikkelingsaspect in het werk van de bank de voorbije jaren meer op de voorgrond is getreden, ligt de nadruk nog bijzonder op economische ontwikkeling en financiële aspecten. De sectorale verdeling van de verstrekte leningen van de Wereldbank blijft voor 75% focussen op transport, energie, mijnbouw, publieke administratie, industrie, handel, informatie en communicatie, financiën en water infrastructuurwerken.

Spreker zal dan ook begrijpen dat ik niet positief kan antwoorden op zijn eerste vraag. We streven naar samenwerking tussen DGD en de Thesaurie. Er wordt trouwens overlegd over een iets meer gemengde vertegenwoordiging. Inmiddels heb ik mijn principiële goedkeuring verleend aan collega Magnette over de aanstelling van een adviseur van DGD in de Belgische delegatie bij de Wereldbank. Met andere woorden, ik steun de evolutie naar een grotere rol voor ontwikkelingssamenwerking, maar als minister bevoegd voor financiën en duurzame ontwikkeling hecht ik veel belang aan de manier waarop onze belangen behartigd worden.

Op de vergadering van het IMF in Washington heb ik aan alle activiteiten van de Wereldbank deelgenomen, en de nadruk gelegd op aspecten die voor Ontwikkelingssamenwerking van belang zijn.

Ik blijf erbij dat we in deze instelling belang hebben bij het handhaven van de traditie, die de voorbije jaren heeft geresulteerd in heel wat expertise binnen de Thesaurie.

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Ik dank de minister voor dit antwoord, waarin hij motiveert waarom hij, enerzijds, bereid is een sterkere betrokkenheid van Ontwikkelingssamenwerking vorm te geven maar, anderzijds, ook de vertegenwoordiging van de minister van Financiën verdedigt. Dit verrast me enigszins, omdat in het verkiezingsprogramma van zijn partij in 2010 nog uitdrukkelijk werd gepleit voor de overdracht van die vertegenwoordiging naar Ontwikkelingssamenwerking. Ik heb er echter begrip voor dat hij moet opereren binnen de regeringscontext en dat ook ministers bereid moeten zijn tot een compromis. Het doet me alleszins genoegen die evolutie vast te stellen. We zullen het dossier verder opvolgen, want ik vind betrokkenheid van Ontwikkelingssamenwerking absoluut cruciaal.