5-164COM

5-164COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 27 JUNI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling over «de Belgische zetel in de bestuursraad van het Internationaal Monetair Fonds» (nr. 5-2312)

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Sinds het indienen van deze vraag hebben we het wetsontwerp op de quotawijziging goedgekeurd. Daardoor blijft er nog maar een punt van mijn vraag actueel. Voor de andere vragen neem ik graag genoegen met een schriftelijk antwoord.

De minister zegde dat hij met Nederland wilde nagaan of er met dat land niet meer samenwerking mogelijk is bij de toekenning van de quota in de bestuursraad van het IMF. Kan de minister kort de huidige stand van zaken toelichten?

De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - Ik ga graag in op de suggestie van de heer De Bruyn, maar ik wil toch even een klaar onderscheid maken tussen twee zaken die beiden te maken hebben met de plannen om plaats te maken voor de opkomende economieën in het IMF. Aan de ene kant zijn er de quotahervormingen en het stemrecht dat gepaard gaat met het gewicht dat aan elk van de landen wordt toegekend, en aan de andere kant is er de hervorming van het bestuur van het IMF.

Inzake de quotahervormingen hebben we intussen de veertiende hervorming in het Parlement goedgekeurd. Daardoor daalt het stemgewicht van België bijvoorbeeld van 1,85 procent naar 1,30 procent. Dat van de Verenigde Staten zakt van 17 naar 16,5 procent. De tendens is dat het gewicht van de oude Bretton-Woodslanden van na de Tweede Wereldoorlog stap voor stap aan de nieuwe realiteit wordt aangepast.

In de andere operatie wordt in het bestuur van de organisatie plaatsgemaakt voor de opkomende landen door het herschikken van diverse kiesgroepen of constituencies. Los van het gewicht van de landen wordt daarbij een appel gedaan, onder andere op Europese landen, om te komen tot een situatie waarin er mandaten extra aan de opkomende economieën kunnen worden gegeven.

We overleggen hierover inderdaad met Nederland en die gesprekken schieten goed op, maar de politici van onze noorderburen vragen wat geduld omdat ze vandaag een regering van lopende zaken hebben. Zonder op de beslissingen te willen vooruitlopen, voorspel ik dat de constituency of kieskring van Nederland, die vandaag ook België en Luxemburg omvat, zal evolueren tot een situatie waarin we in een rotatie, op voet van gelijkheid, onze belangen kunnen blijven behartigen in een en dezelfde constituency. Ik ga ervan uit dat tegen de vergadering van oktober dit jaar in Tokio een en ander gefinaliseerd zal zijn. Door die operatie werkt België mee aan het opgeven door Europa van twee volledige zetels. De helft van die inspanning komt van Nederland en België.