5-163COM | 5-163COM |
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - De Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen is een raad van vrijwilligers die erop toeziet dat de rechten van de gedetineerden gerespecteerd worden. Hij kan incidenten in de gevangenis signaleren en met de verantwoordelijken naar oplossingen zoeken. De raad is in zekere zin een waakhond van het gevangeniswezen.
De raad moet onder moeilijke omstandigheden werken: hij krijgt van de FOD Justitie niet de logistieke steun van een secretaris noch een werkingsruimte, wat toch een minimum is om te kunnen werken. Daarenboven zou de federale overheid weinig of niets doen met de opmerkingen van de raad.
Gevolg is dat psychiater Cosyns onlangs zijn ontslag heeft gegeven als voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen. Het bestuur van de raad besloot daarop eenparig zijn werkzaamheden op te schorten.
Kan de minister zeggen welke reden de heer Cosyns gegeven heeft om zijn ontslag als voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen te motiveren? Welke stappen zal de minister ondernemen om de werking van de raad weer op gang te trekken. Is ze bereid de raad een minimale omkadering te bieden zodat hij zijn taken op een deftige manier kan uitvoeren?
Op welke manier wil de minister in de toekomst rekening houden met de aanbevelingen of opmerkingen van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen? Bestaat daarvoor een gestructureerd overleg tussen de FOD Justitie en de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen zodat er korter op de bal kan worden gespeeld?
Wie maakt deel uit van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen en hoe werden deze personen geselecteerd? Zetelen ze in eigen naam of namens een organisatie? Zo ja, welke? Hoelang duurt hun mandaat?
Mevrouw Annemie Turtelboom, minister van Justitie. - De heer Cosyns uitte bij zijn ontslag als voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen kritiek op mijn beleid voor het gevangeniswezen. Hij vindt dat er te weinig rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van de raad en dat het orgaan op onvoldoende logistieke steun kan rekenen van de FOD Justitie.
Ik ben het daarmee niet eens. De FOD Justitie biedt wel degelijk de nodige steun aan de Centrale Raad voor het gevangeniswezen, zowel budgettair als logistiek. Sinds 2011 beschikt de raad over een eigen budget van 100 000 euro, dat vorig en dit jaar werd opgenomen in het algemeen budget voor Justitie. Met andere woorden, de middelen zijn al toegekend. De Centrale Raad is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van deze middelen. Hij betaalt hiermee in de eerste plaats de vervoersonkosten van de leden van de lokale commissies van toezicht. Daarnaast kan hij met dat geld colloquia organiseren, aan de lokale commissies van toezicht financiële middelen toekennen voor de aankoop van boeken, het volgen van studiedagen enzovoorts.
De Centrale Toezichtsraad maakt bovendien al jaren gebruik van de logistieke ondersteuning van de FOD Justitie. Hij beschikt over een kantoor met bureau en printer en gebruikt er maandelijks een vergaderzaal. De door de Centrale Toezichtsraad georganiseerde studiedag vond trouwens plaats in de gebouwen van de FOD Justitie.
Sinds begin mei 2012 beschikt de Centrale Toezichtsraad over een voltijdse secretaris en een van de volgende dagen vindt er een selectie voor een vervangend secretaris plaats.
Het is dus niet correct dat er een gebrek is aan logistieke en financiële ondersteuning. De Centrale Toezichtsraad beschikt over alle nodige middelen om zijn taak te kunnen uitvoeren.
De aanbevelingen van de Centrale Toezichtsraad worden altijd met de nodige aandacht onderzocht en zo veel mogelijk toegepast. Elk jaar schrijft de raad zijn opmerkingen en aanbevelingen neer in een jaarverslag, dat hij aan alle parlementsleden en de beleidscel van de minister bezorgt. De minister of diens vertegenwoordiger kunnen de vergaderingen van de raad ook bijwonen. Zoals duidelijk blijkt uit mijn algemeen plan vind ik de Belgische gevangenissen en de toestanden daarbinnen absoluut prioritair.
De Centrale Toezichtsraad voor het gevangeniswezen bestaat uit maximaal twaalf leden, zes Nederlandstaligen en zes Franstaligen. Hij heeft een voorzitter en een vicevoorzitter, elk van een andere taalrol. De leden zijn aangesteld voor vijf jaar, kandidaat-leden worden geselecteerd op basis van hun motivatie en ervaring. Ze vertegenwoordigen geen organisaties, maar bij de samenstelling van de Raad wordt erop gelet dat er minstens een advocaat, een criminoloog, een magistraat en een arts in zitten.
Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Normaal moet de voorzitter van de Centrale Toezichtsraad weten waarover hij praat, maar de minister en de heer Cosyns hebben duidelijk een totaal andere visie. Blijkbaar hebben ze zelfs in een andere wereld geleefd, aangezien de minister zowat alle kritiek van de heer Cosyns weerlegt.
Ik kan alleen maar hopen dat de Centrale Toezichtsraad na het ontslag van de heer Cosyns snel een nieuwe voorzitter krijgt en met een propere lei kan beginnen. De werking van de raad is te belangrijk om door persoonlijke kwesties verlamd te worden. Ik dring er toch nog eens op aan dat de FOD Justitie rekening houdt met de aanbevelingen van de raad.