5-1668/1

5-1668/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

14 JUNI 2012


Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument wat de parkeertarieven betreft

(Ingediend door de heer Bart Tommelein)


TOELICHTING


Wanneer men ondergronds of in een parkeergarage wil parkeren, betaalt men vandaag de dag vrijwel steeds een tarief dat per uur wordt berekend. Per begonnen uur betaalt men dus extra, ook wanneer men nog maar enkele minuten van de parkeerplaats gebruik maakt. Dit maakt parkeren duurder dan wanneer getarifeerd zou worden volgens de werkelijke tijd dat men de parkeerplaats bezet. In principe betaalt men voor een dienst die in feite niet geleverd wordt.

Dergelijke manier van vaststellen van parkeertarieven is niet alleen in het nadeel van de consument maar ook van de plaatselijke middenstand. Men gebruikt een parkeerplaats immers vaak om in de stad te gaan shoppen. Wanneer dit te duur uitvalt, schroeft men vaak de aankopen terug of men opteert ervoor om sneller de stad te verlaten.

In Spanje is recent een wet aangenomen die de uitbaters van parkeervoorzieningen verplicht om de tarieven te berekenen op basis van de reële parkeertijd. Dergelijke vorm van « real time » betalend parkeren komt in de praktijk neer op een berekening van het parkeertarief per minuut.

Technisch is dit perfect mogelijk. In Amsterdam is de gemeente op 1 april 2008 met een experiment rond « real time » parkeren gestart. Bedoeling is om op termijn in alle gemeentelijke parkings dergelijke tarifering per minuut in te voeren. Dit zou voor de automobilisten een gemiddelde prijsverlaging betekenen van tien procent. Zelfs indien de prijsdaling beperkter zou uitvallen dan verwacht, lijkt het ons niettemin logisch om gebruikers een tarief aan te rekenen voor de werkelijke tijd dat men de parking gebruikt.

Wij zijn dan ook van mening dat we het voorbeeld van Spanje en Amsterdam moeten volgen. Vandaar dat wordt voorgesteld om de uitbaters van parkeerplaatsen te verplichten hun tarieven per minuut te berekenen. Dit geldt voor alle uitbaters dus zowel voor publieke instanties als voor private ondernemingen. De wettelijke instelling van dit principe belet uiteraard niet dat voor de concrete uitvoering overleg wordt gepleegd met de betrokken sector.

Concreet wordt ervoor geopteerd een nieuwe afdeling in te voeren in de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.

Bart TOMMELEIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Dit wetsvoorstel regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

In hoofdstuk VI van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument wordt een afdeling 12 ingevoegd, die het artikel 92/1 bevat, luidende :

« Afdeling 12 — Parkeertarieven

Art. 92/1.— Deze afdeling is van toepassing op de uitbaters van parkeergarages en overdekte parkeerplaatsen voor personenwagens, wanneer het parkeren gebeurt tegen betaling van een parkeertarief.

De parkeertarieven vermelden de prijzen voor het gebruik van de parking. De prijs wordt berekend voor de werkelijke parkeertijd. De berekening geschiedt per minuut en per ingenomen parkeerplaats. »

Art. 3

In artikel 102 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 5 juni 2007, wordt de bepaling onder 7/1 ingevoegd, luidende :

« 7/1. — van het artikel 92/1 wat de parkeertarieven betreft; »

24 mei 2012.

Bart TOMMELEIN.