5-160COM | 5-160COM |
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Als lid van de werkgroep Ruimtevaart had ik graag vernomen van wie de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid opdrachten ontvangt en wat die opdrachten inhouden.
Hoe vaak vindt er overleg plaats met u als minister, of met uw diensten?
Hoe wordt het geleverde werk geëvalueerd?
Moet er regelmatig verslag worden uitgebracht? Ik kon geen jaarverslag vinden.
Voorts heb ik nog een meer specifieke vraag.
Artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 april 2003 tot aanwijzing van een Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 april 2003, vermeldt onder andere het volgende: `In akkoord met de Minister, kan de Hoge Vertegenwoordiger opdrachten ontvangen van een andere Minister, onder meer de Minister van Buitenlandse Zaken, voor zover die betrekking hebben op de aangelegenheden waarmee hij belast is.'
Hoe vaak is artikel 5 sindsdien al van toepassing geweest? Over welke opdrachten ging het dan specifiek en door wie werden ze gegeven?
De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De inhoud en de regels voor de uitoefening van de opdracht zijn nauwkeurig vastgelegd in het koninklijk besluit van 8 april 2003.
De minister die bevoegd is voor het wetenschapsbeleid en de Hoge Vertegenwoordiger voor de vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid zijn verplicht op geregelde tijdstippen en als de omstandigheden het vereisen contacten te hebben, om de minister in staat te stellen de krachtlijnen vast te leggen van de Belgische ruimtevaartstrategie en de Hoge Vertegenwoordiger de kans te geven ze mee te delen en te verdedigen bij de Belgische en buitenlandse partners.
Uit de taken van de Hoge Vertegenwoordiger blijkt hoe de minister en de Hoge Vertegenwoordiger ieder op hun gebied overduidelijk de noodzaak inzien van een perfect gecoördineerd optreden: het verdedigen van de Belgische belangen in de internationale en Europese instellingen die zich bezighouden met vraagstukken inzake ruimtevaartbeleid, in het bijzonder de Europese Ruimtevaartorganisatie en de Europese Unie; de adviezen inwinnen van de wetenschappelijke en industriële kringen die bij het ruimtevaartonderzoek of de ruimtevaarttoepassingen zijn betrokken, alsook van de overheidsbesturen die gebruik maken van het ruimtevaartinstrument en van de informatie die het voortbrengt; mij als minister van Wetenschapsbeleid bijstaan bij alle vraagstukken inzake ruimtevaart; mij vertegenwoordigen in de Raad van de Europese Ruimtevaartorganisatie en in het leidinggevende orgaan van de intergouvernementele of internationale organisaties die bevoegd zijn inzake ruimtevaartonderzoek en -toepassingen, waar de Hoge Vertegenwoordiger de Belgische delegatie leidt; in overeenstemming met de Permanente Vertegenwoordiger van België bij de Europese Unie de activiteiten coördineren van de leden van de genoemde vertegenwoordiging in de aangelegenheden waarvoor hij bevoegd is.
In het voornoemde koninklijk besluit van 8 april 2003 is stricto sensu niet voorzien in een evaluatiesysteem. Daar de Hoge Vertegenwoordiger buiten de administratieve hiërarchie is geplaatst en rechtstreeks aan de minister rapporteert, hem verslag uitbrengt over de besluiten van de vergaderingen waaraan hij deelneemt en over de contacten die hij legt, en hem vertegenwoordigt op zijn verzoek, kan ik zijn activiteiten continu evalueren.
In het voornoemde koninklijk besluit van 8 april 2003 is ook niet voorzien in een specifiek jaarverslag vanwege de Hoge Vertegenwoordiger. Hij heeft wel de taak mij bij te staan bij alle ruimtevaartvraagstukken en mij geregeld verslag uit te brengen, wat hij ook doet.
De Hoge Vertegenwoordiger heeft geen specifieke opdracht gekregen van een andere minister dan degene die bevoegd is voor het ruimtevaartbeleid.
In 2009 heeft de Ministerraad hem op voorstel van de ministers bevoegd voor de mobiliteit en voor het wetenschapsbeleid gelast de interministeriële coördinatiegroep voor GALILEO voor te zitten. Die groep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken administraties en ministeriële kabinetten en is belast met de voorbereiding van de verdediging van de Belgische belangen bij de ontwikkeling en de exploitatie van het Europese satellietnavigatiesysteem en met de coördinatie van de uitvoering ervan op Belgisch vlak. Die groep heeft mij en mijn collega, de staatssecretaris voor Mobiliteit, zopas een activiteitenverslag ter hand gesteld dat wij binnenkort aan de regering zullen voorleggen.
Mevrouw Lieve Maes (N-VA). - Eigenlijk wou ik vooral weten wat de Hoge Vertegenwoordiger al effectief heeft gerealiseerd.
Het koninklijk besluit voorziet niet in een verslag vanwege de Hoge Vertegenwoordiger. Wat doet hij eigenlijk voor het zeer belangrijke domein van de ruimtevaart? Ik vind daarover geen enkele informatie. Vanwege mijn bezorgdheid voor de sector had ik graag vernomen dat alle mogelijkheden ten gronde worden benut. De minister is er niet in geslaagd mijn twijfel dienaangaande weg te nemen. De Franse versie van de website van de Hoge Vertegenwoordiger is sedert maart 2010 niet meer geüpdatet. De Nederlandstalige versie is zelfs nog ouder.
Ik zal dit onderwerp opnieuw ter sprake brengen want ik weet enkel wat de Hoge Vertegenwoordiger verondersteld wordt te doen, maar niet wat hij echt doet.
(De vergadering wordt gesloten om 10.50 uur.)