5-156COM | 5-156COM |
De heer Huub Broers (N-VA). - De begroting van de politiezone moet worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving op de politie en het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie. Een lokale politiezone haalt haar middelen hoofdzakelijk uit de federale dotatie en uit de gemeentelijke dotatie of dotaties, naargelang ze zich over één of meer gemeentes uitstrekt. Die ontvangsten uit overdrachten zijn de belangrijkste financieringsbron van de politiezones.
De instroom van die geldmiddelen bepaalt in grote mate de financiële gezondheid van de zones. Een gestage uitbetaling van die toelagen is dus een must. Als toelagen pas in december worden uitbetaald, dan kan het totale financiële plaatje op het einde van het boekjaar wel kloppen, maar om zover te geraken moet de gemeente tijdens het werkjaar wel geld voorschieten, anders wordt de politiezone drooggelegd. De extra financiële lasten die daaruit voortvloeien, moet de gemeente zelf dragen.
Zo moest mijn gemeente, Voeren, vorig jaar zo maar eventjes een thesaurievoorschot van 660 000 euro ophoesten, omdat de bijkomende federale bijdrage pas in december is uitbetaald. De interestlasten erop zijn uiteraard voor rekening van de gemeente.
Het bedrag in twaalfden uitbetalen of volgens andere modaliteiten die de minister kan bepalen, maakt een betere spreiding van de uitgaven mogelijk en kan het probleem uiteindelijk ook verhelpen.
Van de minister had ik graag vernomen of ze bereid is om de gespreide uitbetaling van de federale bijdragen en meer bepaald van de bijzondere bijdrage te onderzoeken.
Indien de bijzondere bijdrage pas op het einde van het boekjaar kan worden berekend, dan kan men zich voor de uitbetaling baseren op het bedrag van het vorige boekjaar en in december een aanpassing voor het lopende boekjaar berekenen. Hebben de gemeenten te weinig ontvangen, dan kunnen ze het verschil nog uitbetaald krijgen; kregen ze te veel, dan kunnen ze het saldo terugstorten.
Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - De politiezone Voeren bevindt zich in een zeer bijzondere situatie. Daar waar de bijkomende federale toelage gemiddeld 8% van het totaalbedrag van de federale basistoelage bedraagt, bedraagt de bijkomende toelage van de politiezone Voeren nagenoeg 86,23% van de federale basistoelage.
De federale bijdrage wordt effectief in voorlopige twaalfden betaald om de politiezones van voldoende cashflow te voorzien. Die voorlopige twaalfden worden bepaald op basis van het bedrag van de federale basistoelage van het vorige jaar; de basistoelage vormt het grootste gedeelte van de federale financiering voor alle politiezones, behalve echter voor die van Voeren.
De overige toelagen, waaronder de bijkomende toelage, worden echter in één keer uitbetaald, zodra het koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag is goedgekeurd.
Het ontslag van de vorige regering en het laattijdig aantreden van de nieuwe regering hebben de situatie er vorig jaar niet gemakkelijker op gemaakt. Bovendien kunnen de koninklijke besluiten pas na een lange procedure goedgekeurd worden. Die procedure kan maar beginnen te lopen als de begroting is goedgekeurd en gepubliceerd. Sommige termijnen zijn nu eenmaal minder samendrukbaar dan men wel denkt.
Ik zal evenwel de aandacht van mijn diensten vestigen op de bijzondere situatie van de politiezone Voeren en vragen of er een structurele oplossing bestaat om de besluiten sneller goed te keuren. Ook voor de bijkomende federale toelage zou de betaling van voorlopige twaalfden kunnen worden overwogen.
De heer Huub Broers (N-VA). - Die 86% klopt bijna. Dat heeft ermee te maken dat de zone Voeren als faciliteitengemeente niet mocht fuseren met een zone van een andere gemeente. Het is trouwens de enige politiezone van de faciliteitengemeenten die niet met een andere zone gefuseerd is. Nochtans hadden we zo een pak geld kunnen besparen. Die 86% heb ik destijds goed onderhandeld met minister Duquesne.
Ik had beter de cijfers van 2010 genoemd, dan had ik kunnen aantonen dat de situatie vorig jaar niet specifiek was. Ik dank de minister echter dat ze op mijn vraag wil ingaan en dat ze een oplossing wil zoeken.
We moeten overigens niet alleen naar de zone Voeren kijken; ook in andere, misschien wel grote steden, kunnen problemen rijzen. Laten we dus oppassen.
De minister moet uiteraard ook besparen en daarom heb ik begrip voor enige terughoudendheid, maar misschien kunnen we samen toch naar oplossingen zoeken.