5-155COM | 5-155COM |
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - In het federaal regeerakkoord staat dat de regering de follow-up zal garanderen van de aanbevelingen van de Kamer om pesten op het werk te voorkomen. In haar algemene beleidsnota heeft de minister dat voornemen woordelijk herhaald.
Het is een voor de hand liggende beleidskeuze nadat de bijzondere werkgroep die werd opgericht in het kader van de Kamercommissie voor de Sociale Aangelegenheden, beleidsaanbevelingen had geformuleerd voor een evaluatie van de antipestwet na een reeks hoorzittingen naar aanleiding van de schandelijke gebeurtenissen in de Henegouwse onderneming Mactac. De regering kan best op korte termijn overgaan tot de evaluatie van de wet, aangezien we door de aanslepende regeringsvorming al te lang op tastbare resultaten wachten.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de follow-up van de aanbevelingen van de bijzondere werkgroep van de Kamer met betrekking tot pestgedrag op het werk? Op welke termijn ziet de minister een aanpassing van de antipestwet haalbaar? Welke concrete procedures moeten worden opgezet en welke adviezen moeten nog worden ingewonnen vooraleer de minister een wetsontwerp indient? Welke concrete maatregelen overweegt de minister om de functie van de vertrouwenspersonen en de informele procedure te versterken? Zal de minister ervoor waken dat ingevolge de bijsturing van de antipestwet de kosten niet zullen stijgen voor de ondernemingen, en in het bijzonder voor KMO's?
Acht de minister de gevoelige aanbeveling bij de ontslagbescherming haalbaar waarbij moet worden onderzocht in welke omstandigheden de werknemer de mogelijkheid heeft ontslag te nemen zonder opzegging en met een opzegvergoeding? Zal de minister die aanbeveling slechts invoeren indien vooraf in sluitende mechanismen is voorzien, die misbruik voorkomen?
Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. - De aanbevelingen van de Kamer met betrekking tot pestgedrag op het werk omvatten drie onderdelen, zijnde de nood aan een betere sensibilisatie van alle betrokkenen, een beter toezicht op de naleving van de wetgeving en een aanpassing van de wetgeving.
Mijn administratie heeft de sensibiliseringscampagne ten aanzien van de verschillende doelgroepen opgestart. Op budgettair niveau zal de campagne deel uitmaken van de projecten die worden ondersteund door het Europees Sociaal Fonds. Een begeleidingscomité, samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen, werd opgericht en kwam reeds tweemaal samen. De eerste fase die reeds werd afgerond, bestond erin een nulmeting te doen in verband met de kennis van de doelgroepen omtrent dit thema. Op het einde van de campagne zal de meting worden herhaald om de werkelijke impact van de campagne te meten.
Gelet op de complexiteit van de problematiek werd een strategisch plan voor de campagne opgesteld door een agentschap gespecialiseerd in strategische communicatie. Op basis van dat strategisch plan werd een openbare aanbesteding gedaan om een communicatieagentschap in te schakelen, dat het creatieve concept zal ontwerpen.
De campagne wordt gespreid over de jaren 2012 en 2013 en zal verschillende golven omvatten, die zich telkens richten op een specifieke doelgroep. Vanaf september zou de campagne van start moeten gaan voor het grote publiek. De acties die ten aanzien van de werknemers, de werknemersvertegenwoordigers en de werkgevers worden genomen, zullen in 2013 doorgaan.
Mijn administratie heeft eveneens een onderzoek opgestart omtrent de aanpassing van de wetgeving. De aanpassing zal verlopen in twee fasen: enerzijds de uitwerking van een wetsontwerp betreffende de aanpassing van de wetgeving inzake pesten op het werk en een wetsontwerp betreffende de aanpassing van de gerechtelijke procedures en anderzijds de uitwerking van een koninklijk besluit, waarin de procedures die in de ondernemingen worden toegepast nader worden gepreciseerd en waarin eveneens de vorming van de vertrouwenspersonen en de psychosociale preventieadviseurs zal worden verfijnd. De wetsontwerpen worden thans gefinaliseerd en worden binnenkort voorgelegd aan de ministerraad.
Het is steeds moeilijk precies te zeggen wanneer een wetsontwerp effectief wet zal worden. Dat hangt immers af van verschillende instanties, bijvoorbeeld van de ministerraad, de Raad van State en in sociale materies ook van de Nationale Arbeidsraad. De Nationale Arbeidsraad onderzoekt thans de aanbevelingen van de Kamer en zal binnenkort voorstellen doen tot aanpassing van de wetgeving.
Het wetsontwerp zal de rol van de vertrouwenspersoon verduidelijken en preciseren wie die rol op zich kan nemen conform de aanbevelingen van de Kamercommissie. Eveneens wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de informele procedures en de formele procedures en de behandeling van vragen die betrekking hebben op psychosociale risico's die niet te beschouwen zijn als geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. In elk geval wordt het accent meer dan in het verleden gelegd op de informele procedure waarin de rol van de vertrouwenspersoon belangrijk is.
De kost voor de ondernemingen en in het bijzonder voor de KMO's, van de maatregelen tot voorkoming van pestgedrag op het werk, mag niet los gezien worden van de kosten voor de uitvoering van het welzijnsbeleid in zijn geheel. Dat maakt dan ook, zoals blijkt uit de aanbevelingen van de Kamer, deel uit van een afzonderlijk debat dat betrekking heeft op de financiering van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk in het algemeen.
De zesde vraag werd door mijn administratie onderzocht. Die kwam tot de conclusie dat de algemene beginselen voldoende mogelijkheden bieden aan de werknemer om de onderneming te verlaten.
Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - Hoeveel zal de campagne kosten?
Mevrouw Monica De Coninck, minister van Werk. - Dat moet ik navragen.
(La séance est levée à 12 h.)