5-149COM | 5-149COM |
Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Na de visumliberaliseringen voor de Westelijke Balkan ontstond er een verhoogde instroom van asielzoekers uit deze landen in de lidstaten van de Europese Unie, niet het minst in België. Daarom stak de vorige regering heel wat energie in informatie- en ontradingscampagnes in de betrokken landen. Aanvragen uit die landen werden door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen met voorrang behandeld en er werd een bijzonder programma voor vrijwillige terugkeer op poten gezet.
De ministers van Binnenlandse Zaken van Albanië en van Bosnië en Herzegovina engageerden zich om misbruik van de visumliberalisering te voorkomen. In het kader van het monitoringmechanisme voor de liberalisering reizen experts van de Commissie, maar ook van de lidstaten en Frontex, geregeld naar de Westelijke Balkan om problematische gevolgen van de liberalisering vast te stellen.
Hebben de ministers van Binnenlandse Zaken van Albanië en van Bosnië en Herzegovina zich aan hun engagement gehouden en daadwerkelijk actie ondernomen om misbruik van de liberalisering te voorkomen? Zo ja, hoe?
Kan de minister spreken over een dalende trend sinds 2010 in het aantal asielaanvragen uit de Balkan? Zijn er al cijfers voorhanden die erop wijzen dat deze trend zich voortzet in de aanvragen van 1 januari 2012 tot nu?
Bestaan er rapporten of verslagen voor het monitoringmechanisme voor de liberalisering en hoe frequent gebeurt de rapportering aan de lidstaten?
Worden er momenteel nog ontradings- en informatiecampagnes gevoerd in de Westelijke Balkan? Zo ja, welke?
Hoe succesvol is het bijzondere programma voor vrijwillige terugkeer naar de landen van de Westelijke Balkan? Wordt er nog altijd gebruik gemaakt van dit programma en zo ja, welk budget heeft de staatssecretaris daarvoor dit jaar vrijgemaakt?
De regering heeft intussen met het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen een lijst van veilige landen van herkomst opgemaakt. Kan de staatssecretaris die lijst met cijfers verantwoorden? Heeft het bestaan van die lijst al veranderingen teweeggebracht? Maakt de staatssecretaris uitsluitend gebruik van die lijst voor veilige landen van herkomst of blijft ze investeren in informatie- en ontradingscampagnes en eventueel andere maatregelen die door de vorige regering zijn gelanceerd?
Wanneer een inwoner uit een van de landen van de Westelijke Balkan hier verblijft met een visum van drie maanden en een asielaanvraag indient, op welk moment doet die persoon dat dan doorgaans? Gebeurt dat meteen bij de aankomst in België of pas wanneer zijn of haar verblijfsvergunning dreigt te verstrijken?
Mevrouw Maggie De Block, staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding. - De situatie is niet dezelfde in elk van de Balkanlanden, maar algemeen kunnen we zeggen dat wij in de Balkanlanden volgende maatregelen nemen: organisatie van informatiecampagnes, aanpak van documentenfraude, positieve implementatie van readmissieakkoorden en verscherpte grenscontroles.
Voor Albanië is er een goede samenwerking tussen de bevoegde migratiediensten. Er is een maximale uitwisseling van informatie en de problematiek van valse getuigschriften inzake bloedwraak werd aangepakt door de vervolging van twee burgemeesters en een onderzoek tegen een derde wegens het afleveren van deze getuigschriften. De afdeling Bestrijding van de Georganiseerde Misdaad en Ernstige Misdrijven van de Staatspolitie bezorgde dossiers aan het openbaar ministerie, waarin personen worden aangeklaagd op basis van artikel 186 van de Strafwet over vervalsing van documenten.
Er is een maximale bereidheid om mee te werken aan ontradingsboodschappen in de media zoals voorgesteld in de gezamenlijke persverklaring van 18 oktober 2011. Grote media-aandacht wordt besteed aan het terugsturen van uitgeprocedeerde asielzoekers of vrijwillig teruggekeerden. Dit omwille van het ontradend effect. De grensposten delen folders met uitleg over voorwaarden uit aan elke vertrekkende passagier.
De Albanese minister van Binnenlandse Zaken geeft zelf interviews op nationale tv-zenders waarin hij de nadruk legt op de bezorgdheid over het toenemende aantal asielaanvragen in België en waarin hij publiek verklaart een onderzoek te zullen starten naar de valse verklaringen die afgewezen asielzoekers als motief voor asielaanvragen inroepen. Daarnaast wordt op maximale wijze meegewerkt aan de toepassing van het readmissieakkoord.
In Bosnië en Herzegovina is er eveneens een goede samenwerking tussen de bevoegde migratiediensten en een grote bereidheid om maximaal informatie uit te wisselen. Zo worden er specifieke maatregelen genomen ten aanzien van transportfirma's die mogelijk illegale activiteiten organiseerden. Een overleg tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Transport, de Kamer voor Buitenlandse Handel en de vereniging van busmaatschappijen resulteerde in de vaststelling van problemen bij bepaalde maatschappijen zoals de Gold-busmaatschappij van Zenica.
Voorts wordt er nauwer toezicht en controle uitgeoefend op de uitgifte van vergunningen voor busmaatschappijen. Zo werd ook met bonafide busmaatschappijen een samenwerkingsverband opgezet om te kunnen vooruitlopen op mogelijke risicogroepen van reizigers en om meer doelmatige exitcontroles aan de grens te kunnen uitvoeren.
Op 18 november 2011 startte de Dienst Vreemdelingenzaken de onderhandelingen met Bosnië en Herzegovina over het uitvoeringsprotocol van het readmissieakkoord tussen Bosnië en Herzegovina en de Benelux-staten. Dit protocol kan in de praktijk beschouwd worden als een formaliteit, aangezien de terugname van onderdanen momenteel zonder problemen verloopt.
De cijfers over het aantal asielaanvragen tonen een duidelijk effect van de ontradingscampagnes. Uit Albanië waren er bijvoorbeeld 84 asielaanvragen in september 2011 en 342 in oktober. In februari 2012 is dat gedaald naar 31. Uit Bosnië-Herzegovina kwamen er 111 aanvragen in september 2011 en 21 in oktober. In februari 2012 is dat gedaald naar 15. De dalende trend zet zich door.
Voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) liep het aantal asielzoekers terug vanaf november 2011. Deze trend zet zich door tot februari 2012. Er is eenzelfde evolutie voor Servië merkbaar. We volgen de evolutie uiteraard op de voet en zijn vast van plan om die ontradingscampagnes nog te herhalen, zoals voor alle preventiecampagnes nodig is.
Op 14 maart 2011 stelde de Risk Analysis Unit van Frontex een eerste monitoringsverslag op voor de Europese Commissie, in het kader van het post-visa liberalisation monitoring mechanism.
De rapportering gebeurt maandelijks. In februari 2012 werd het 14e rapport bezorgd. Deze verslagen worden opgemaakt voor intern gebruik. Ook de Europese Commissie stelt regelmatig monitoringsverslagen op. Er worden in de Balkanlanden momenteel nog ontradings- en informatiecampagnes gevoerd.
Er lopen ook twee preventieprojecten in Kosovo en FYROM, gefinancierd door de Dienst Vreemdelingenzaken, maar uitgevoerd door het IOM, die zich bevinden in de voorbereidingsfase. Er is, ten eerste, het project Promoting Responsible Migration Decisions among Youth through Outreach and Education in cofinanciering met Duitsland. Doel is aan jonge Albanezen en RAE-minderheden door middel van sociale media zoals YouTube, Facebook, Twitter, tv-documentaires, een bustournee van lokale hiphopmuzikanten, Youth Music Festival ... de boodschap over te brengen dat onregelmatige migratie niet het antwoord is en dat de toekomst in het eigen land ligt.
Ten tweede, is er het project Promoting Responsible Migration Decisions among Ethnic Minorities through Outreach and Education, met als doelgroep de RAE-minderheden in het zuidwesten van Kosovo en Pristina alsook in het noorden van FYROM en Skopje. De middelen van dit project zijn complementair aan de activiteiten van voornoemde youth campaign, maar dan met aandacht voor specifieke doelgroepen. Het project draagt dezelfde boodschap uit.
In Servië wordt er een preventiecampagne gevoerd door de ngo Praxis, namelijk de Human Rights and Social Inclusion versus Bogus Asylum Seeking. De doelgroep hier bestaat uit potentiële asielzoekers voornamelijk van de Romaminderheid, evenals uitgeprocedeerde asielzoekers. Door middel van veldbezoeken, mediacampagnes, liedjes op radio, radio- en tv-show, informatiesessies ... wil men informeren over de risico's van onregelmatige migratie en de doelgroep vertrouwd maken met rechten en plichten, zodat de sociale inclusie vlotter verloopt.
Inzake het bijzondere programma voor vrijwillige terugkeer herinner ik eraan dat de terugkeerpremie voor Balkanlanden sedert 1 maart 2010 is afgeschaft teneinde IOM-shopping te vermijden. Sedert die datum kunnen ex-asielzoekers uit de Balkan terecht op een hotlinetelefoonnummer om hun terugkeer te organiseren. Dit resulteerde onder meer in de organisatie van twee busreizen naar Servië en FYROM in 2010. Sedert begin november 2011 wordt de vrijwillige terugkeer naar FYROM uitsluitend door de DVZ - via de hotline - georganiseerd en niet meer door het IOM. De terugkeer gebeurt hoofdzakelijk met bussen en dit met meerdere reizen per maand. Plaatsen op de bus worden maximaal bezet. De cijfers van vrijwillige terugkeer zitten in stijgende lijn: in het eerste trimester van dit jaar zijn 40% meer mensen vrijwillig teruggekeerd dan in het eerste trimester van vorig jaar.
Sedert 2012 wordt er tweewekelijks een busreis georganiseerd. Zolang er vraag is naar deze manier van terugkeer en zolang de bussen vol zitten, zullen we ze blijven aanbieden.
Voor alle westelijke Balkanlanden heeft het CGVS een uitvoerig en onderbouwd advies uitgebracht en besloten dat deze landen als `veilige landen van herkomst' kunnen worden beschouwd in overeenstemming met de criteria die werden vastgelegd in artikel 57/6/1 van de Vreemdelingenwet. Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen komt tot het advies dat er in de Balkanlanden algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie en dat er geen zwaarwegende gronden zijn om aan te nemen dat de asielzoeker een reëel risico loopt op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in art. 48/4 van de Vreemdelingenwet.
Er werd nauwgezet toegekeken op vaststellingen betreffende de rechtstoestand in deze landen, de toepassing van de rechtsvoorschriften in het democratische stelsel, de politieke omstandigheden, de mate waarin vervolging of mishandeling voorkomt en de mate waarin er tegen eventuele vervolging of mishandeling bescherming geboden wordt.
De Ministerraad gaf op 23 maart 2012 haar goedkeuring aan de opname van de Balkanlanden in de lijst van veilige herkomstlanden opgenomen in het ontwerp van koninklijk besluit. Nadat de Raad van State zijn advies had gegeven werd dit ontwerp van koninklijk besluit in tweede lezing goedgekeurd op de Ministerraad van 11 mei 2012. Het koninklijk besluit wordt nu ter ondertekening aan het Staatshoofd bezorgd en zal binnenkort - vanaf de publicatie in het Belgisch Staatsblad - in werking treden. Behalve het ontradende effect van de aankondiging van dit koninklijk besluit, dat er zeker is, kunnen we vandaag uiteraard nog niets zeggen over de gevolgen ervan. Na de publicatie plannen we een Balkantoer, waar we opnieuw zullen hameren op de lijst van veilige landen. De asielaanvragen van onderdanen uit de Balkanlanden zullen een versnelde procedure volgen, maar wel met blijvende waarborg op toegang tot asiel en een individueel even kwalitatief onderzoek ten gronde.
De toepassing van de lijst van veilige herkomstlanden zal niet leiden tot de stopzetting van een geïntegreerd beleid inzake de Balkanlanden, inclusief de organisatie van preventiecampagnes en terugkeer. Het wordt niet het ene of het andere, we zijn vast van plan de twee te doen.
Op de vraag op welk moment een onderdaan van de Balkanlanden gewoonlijk een asielaanvraag indient, is het antwoord dat dit voor elk geval verschillend is. Statistieken worden hierover niet bijgehouden, maar uit een steekproef blijkt dat velen vrij snel na binnenkomst in het Rijk een asielaanvraag indienen. We kunnen dat ook moeilijk achterhalen, aangezien onderdanen uit de Balkanlanden, met uitzondering van Kosovo, visumvrij reizen.
Samengevat komt het erop neer dat we alle maatregelen implementeren en dat we de maatregelen die in het verleden succes boekten, niet laten vallen omdat we nu een lijst van veilige landen hebben. We zijn op de goede weg, maar ik besef dat er niet veel nodig is om opnieuw een hoop mensen naar hier te doen trekken. Daarom moeten we alle instrumenten waarover we beschikken, blijven inzetten.
Mevrouw Dalila Douifi (sp.a). - Uit het omstandige antwoord van de staatssecretaris blijkt duidelijk dat de regering doorwerkt, zonder los te laten en op verschillende terreinen tegelijk: de strijd tegen de misbruiken, de illegale activiteiten, de administratieve fraude, de grenscontroles ... Daarnaast zijn er ook de ontradings- en informatiecampagnes, de terugname van onderdanen van Balkanlanden en de belangrijke lijst van veilige landen. Veel cijfers heeft de staatssecretaris niet kunnen geven, maar degene die ze wel had, tonen een dalende trend en bewijzen dat de regering op dit vlak goed bezig is. Tegelijk heeft ze oog voor andere dingen dan de cijfers, ze durft ook te zeggen dat er onmenselijke toestanden zijn, zoals bij de Roma en hun kinderen, en ze durft te wijzen op de grootstedelijke problematiek.
Mensen uit die landen kunnen nog altijd vrij reizen en ze kunnen in ons land een welbepaalde periode legaal verblijven. De staatssecretaris zegt dat er een steekproef is gedaan en dat daaruit blijkt dat ze vrij snel de asielprocedure inzetten. Aan de andere kant zijn die landen na grondig onderzoek en uitvoerige afweging opgenomen in de lijst van veilige landen.
Dat alles doet me concluderen dat de betrokken mensen er niet zozeer op uit zijn om hier duurzaam te verblijven of om aan alle voorwaarden voor een tijdelijk verblijf te beantwoorden en daarna terug te keren, conform de Europese wetgeving. Ze dienen blijkbaar snel een asielaanvraag in om vervolgens de procedure zo lang mogelijk te rekken. We weten allemaal waar we daarmee terechtkomen ...
Ik ben ervan overtuigd dat het pakket maatregelen dat de regering uitvaardigt, correct is en dat het ook oog heeft voor de menselijkheid. Belangrijk is tevens dat er ook in de landen van herkomst campagnes worden gevoerd, dat er afspraken worden gemaakt om de mensen op te vangen, zodat ze niet aan hun lot worden overgelaten. In een volgende stap, die we vooral op Europees niveau moeten doen, moeten we een toekomst voorbereiden voor de groepen waarover we het vandaag hebben.