5-148COM

5-148COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 9 MEI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Ludo Sannen aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling over «de inning van en de controle op de gewestbelastingen» (nr. 5-2090)

De heer Ludo Sannen (sp.a). - Op 12 februari stelde professor fiscaal recht Michael Maus de conclusies van zijn boek over fiscale fraude in België voor. De zwarte economie zou in 2010 goed zijn geweest voor 17,9% van het BBP, wat neerkomt op circa 26 miljard euro. Bij het kopen of verkopen van een huis geeft meer dan 37% toe een deel van de verkoopprijs onder tafel betaald of ontvangen te hebben. Veertig procent zegt gesjoemeld te hebben bij een erfeniskwestie.

De fraudecijfers zijn relevant met betrekking tot de inning van en de controle op enkele gewestbelastingen, zoals de successierechten en de onroerende voorheffing.

De Vlaamse overheid besliste reeds dat de inning van die gewestbelastingen en de controle daarop vanaf 1 januari 2015 zullen worden overgenomen door de Vlaamse belastingdienst. Voor drie jaar zitten controle en inning echter nog bij de federale overheid, die niet langer een financieel belang heeft bij prioriteit geven aan de controle op de inning van een belasting die doorgesluisd wordt naar een ander bestuursniveau, noch bij de uitbouw van een moderne controle-infrastructuur.

De controle op de aangegeven waarde van de onroerende goederen bij verkoop en in successieaangiftes gebeurde vroeger door de registratieontvanger, bij wie die aangiftes ook gebeurden. Enkele jaren geleden werd de controle op die waarde overgeheveld naar de Dienst Kadaster binnen de FOD Financiën, waarvan de medewerkers landmeter zijn van opleiding en dus beter gekwalificeerd om de waarde te beoordelen.

De minister kondigde in zijn algemene beleidsnota financiën aan dat de FOD Financiën dit jaar 276 extra ambtenaren zou aanwerven teneinde werk te maken van een efficiëntere inning. De helft zijn ambtenaren die worden toegewezen aan de inspectiediensten die belast zijn met de strijd tegen de fraude, de andere helft werd verspreid over de andere diensten van de FOD Financiën.

Hoeveel ambtenaren zijn momenteel belast met de inning van en de controle op de onroerende voorheffing en de successierechten bij de FOD Financiën? Wat is de evolutie van dat aantal in de voorbije tien jaar? Hoeveel van de 276 door de FOD Financiën nieuw aan te werven ambtenaren zullen met genoemde taken worden belast?

Zal de minister, de cijfers uit het recente onderzoek in acht genomen, nieuwe initiatieven nemen met betrekking tot de inning van en de controle op de gewestbelastingen die tot 2015 onder zijn bevoegdheid vallen?

Ik heb deze vragen ook in het Vlaams Parlement gesteld, maar daar werd de bal doorgespeeld naar het federale niveau dat tot 2015 bevoegd blijft.

De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - De federale ontvangkantoren van de Algemene administratie van de inning en de invordering zijn op het vlak van de onroerende voorheffing enkel nog bevoegd voor het Brussels en het Waals Gewest. Het Vlaams Gewest besliste om reeds vanaf het aanslagjaar 1999 zelf de dienst van de onroerende voorheffing te verzekeren. Hetzelfde geldt voor de controle die wordt uitgeoefend door de controlekantoren die afhangen van de Algemene administratie van de fiscaliteit.

Het aantal voltijdse eenheden dat momenteel belast is met de inning van en de controle op de onroerende voorheffing bedraagt om en bij de 80 voor het Waals gewest en om en bij 50 voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ik zeg met opzet om en bij omdat die ambtenaren niet exclusief belast zijn met die taken. Daarom kan ik ook geen overzicht van de evolutie geven, maar hebben we een raming gemaakt van wie momenteel voltijds instaat voor die taken.

De inning van en de controle op de successierechten gebeurt voor de drie gewesten door de ontvangkantoren van de registratie die deel uitmaken van de Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie. Die kantoren zijn tevens belast met de inning en de controle van de registratierechten waarvan de ontvangsten voor 98% zijn geregionaliseerd.

Wat de personeelsevolutie betreft van de Algemene administratie van de patrimoniumdocumentatie, kan ik meedelen dat in de periode 2002- 2009 het personeelsbestand met 10% is verminderd. Als de heer Sannen meer details wenst, kan hij daartoe een schriftelijke vraag indienen.

De 276 ambtenaren zijn uitsluitend bestemd voor de fraudebestrijding, meer bepaald voor de diensten van de BBI, Fiscaliteit en de Inning en Invordering.

De FOD Financiën zal de controles verder blijven uitoefenen. Sinds enkele jaren zijn er moderniseringsinitiatieven, zoals Coperfin in de FOD Financiën, ook voor de diensten die voorlopig voor die materies bevoegd blijven. De voortzetting van de informatisering in die domeinen heeft tot doel de dienstverlening te verbeteren.

De heer Ludo Sannen (sp.a). - De registratierechten worden geïnd door de federale instanties, die eveneens instaan voor de controle. Het is mij echter niet duidelijk in welke mate dat ook effectief gebeurt. We beschikken immers niet over cijfers, maar alleen over indicaties van professor Maus. Vandaar dat ik die vraag ook aan minister Muyters heb gesteld. Uiteindelijk zijn die gegevens van groot belang, aangezien die inkomsten bestemd zijn voor de gewesten. Ik vraag me dus af wie de verantwoordelijkheid opneemt om dat te controleren en verwijs in dat verband naar het concrete voorbeeld van geldsommen die bij een verkoop `onder de tafel' worden betaald.

De heer Steven Vanackere, vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken. - De federale overheid heeft maatregelen genomen voor een betere inning van de belastingen en voor de fraudebestrijding, zoals het versterken van het aantal personeelsleden in het kader van de fraudebestrijding. Al die maatregelen samen beogen een extra opbrengst voor de federale begroting van 610 miljoen euro. Uiteraard zijn die maatregelen niet enkel bestemd voor de belastingen die rechtstreeks aan de federale overheid ten goede komen, maar beogen ze de betere inning van alle belastingen die vandaag nog tot de verantwoordelijkheid van de FOD Financiën behoren. Het is uiteraard niet zo dat de federale overheid niet omkijkt naar de belastingen die moeten worden doorgestort. Dat zou niet van federale loyaliteit getuigen.

(Voorzitter: de heer Ludo Sannen.)