5-147COM

5-147COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

WOENSDAG 9 MEI 2012 - NAMIDDAGVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Cindy Franssen aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking over «vrouwen en klimaatverandering» (nr. 5-2078)

Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Eind november 2011 vond de VN-klimaatconferentie in Durban plaats. Verscheidene ngo's, zoals Oxfam, het Europees Parlement en de VN zelf vroegen daarbij aandacht voor de rol van vrouwen in klimaatverandering.

Door de verschillende sociale rol en arbeidsverdeling tussen mannen en vrouwen ondervinden vrouwen op een andere manier de gevolgen van de klimaatveranderingen. Vrouwen zijn hiervoor kwetsbaarder omdat ze meer armoede kennen, lager geschoold zijn en omdat ze meer fysieke en culturele beperkingen hebben. Uit cijfers blijkt dat 85% van de mensen die sterven bij klimaatgebonden natuurrampen, vrouwen zijn. Tevens zijn 75% van de milieuvluchtelingen vrouwen en volgens de Hoge Commissaris voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties zal de invloed van milieuverandering op migratie en ontheemding alleen nog maar toenemen.

De strijd tegen klimaatverandering moet dus meer aandacht hebben voor vrouwen. Van de miljoenen dollars voor klimaatprojecten in ontwikkelingslanden komt helaas maar weinig terecht bij projecten die ook voordelen voor vrouwen bieden. Vrouwen hebben nochtans een rijke ervaring en kennis van de natuur en beschikken over betere overlevingsstrategieën, maar die kunnen ze niet benutten zonder toegang tot grondgebruik, technologie en beslissingsbevoegdheden.

Hoeveel projecten over klimaatopwarming waren specifiek gericht op vrouwen en hoeveel projecten hadden indirect een impact op het leven van lokale vrouwen?

Welke maatregelen denkt de minister te nemen inzake gendermainstreaming in het beleid van ontwikkelingssamenwerking en klimaatverandering?

Beschikt de overheid over gendergedifferentieerde indicatoren en benchmarks bij het evalueren van projecten over klimaatverandering?

Ondersteunt de minister momenteel projecten inzake milieumigratie? Zo ja, zijn deze projecten gendergevoelig?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - Bij wijze van inleiding beklemtoon ik dat de Belgische Ontwikkelingssamenwerking vastbesloten is haar inspanningen op het vlak van gendergelijkheid en vrouwenempowerment voort te zetten. Dit is een belangrijke hoeksteen voor de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen inzake armoedebestrijding, duurzame ontwikkeling en strijd tegen klimaatverandering.

De rol van de vrouwen in de strijd tegen klimaatverandering krijgt dan ook steeds meer weerklank en concrete vorm. Daarom werd tijdens de laatste VN-Klimaatconferentie in Durban in november 2011 de kwestie van de aandacht voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen opgenomen in de beslissingen voor het operationaliseren van een reeks comités, waaronder het Adaptatiecomité.

Voor ontwikkelingssamenwerking zijn leefmilieu/klimaat en gender transversale thema's. Specifieke steun voor aanpassing aan klimaatverandering gebeurde via snelstartfinanciering voor het Least Developed Countries Fund en het Special Climate Change Fund, twee fondsen van multilaterale samenwerking. In de bilaterale samenwerking lopen er enkele specifieke projecten inzake klimaatopwarming, bijvoorbeeld in Vietnam, waar momenteel een eerste van drie formuleringen aan de gang is die gender en klimaatverandering in de gehele interventie opnemen. Ook in onze samenwerking met Marokko - conversie van de landbouw - en Rwanda - hernieuwbare energie - werden onlangs klimaatgerelateerde initiatieven opgestart.

Naast deze specifieke projecten is het de bedoeling om genderkwesties en de strijd tegen klimaatverandering en -aanpassing systematisch te integreren in alle activiteiten van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Op deze manier streven we duurzame ontwikkeling na, waarbij we inderdaad meer aandacht moeten hebben voor de specifieke kwetsbaarheid van vrouwen én hun mogelijkheden. Vrouwen zijn immers de motor van ontwikkeling, vooral in de landbouwsector in ontwikkelingslanden.

Gender en klimaat beschouw ik als prioritaire transversale thema's binnen het beleid van ontwikkelingssamenwerking. In het verleden werd dit thema aangepakt door het uitwerken van nieuwe richtlijnen voor de voorbereiding van gemengde commissies en indicatieve samenwerkingsprogramma's met de partnerlanden van België. Voor elke sector waarin de Belgische Ontwikkelingssamenwerking actief is, moeten strategische prioriteiten, aandachtspunten en doelstellingen voor beide thema's geïdentificeerd worden. In Vietnam, waar een van de strategische assen van het nieuwe samenwerkingsprogramma Waterbeheer in verband met urbanisatie en klimaatverandering is, werd tijdens de voorbereiding een uitgebreide genderanalyse gemaakt. Op basis hiervan werden indicatoren opgenomen in het indicatief samenwerkingsprogramma die moeten helpen om de gendermainstreaming op te volgen.

In de logische kaders van alle interventies worden daar waar relevant gendergedifferentieerde indicatoren opgenomen, maar België overweegt wel degelijk de rapporteringsprocedures aan te passen om de rapportering over gendergelijkheid te vergemakkelijken.

Momenteel ondersteunt de Belgische Ontwikkelingssamenwerking geen concrete projecten specifiek gericht op milieumigratie, maar het verband tussen milieumigratie en ontwikkelingssamenwerking, gekoppeld aan de enorme uitdagingen op het vlak van voedselveiligheid kunnen we niet op de lange baan schuiven. Deze uitdagingen zijn onderling verweven en verdienen ook op beleidsondersteunend en beleidsvoorbereidend vlak vanuit ontwikkelingssamenwerking de nodige aandacht.

Mevrouw Cindy Franssen (CD&V). - Ik dank de minister voor zijn antwoord en vooral dat hij de eerste stappen zet om gendergelijkheid in zijn beleid voor ontwikkelingssamenwerking op te nemen. Ik noteer dat het vooral gaat om projecten in Vietnam, Marokko en Rwanda. Plant hij ook een evaluatie van die projecten? En vooral, heeft hij ook een plan met operationele en strategische doelstellingen om genderkwesties in de totaliteit van zijn beleid rond ontwikkelingssamenwerking te integreren? Is dat misschien een van de doelstellingen van de projecten die vandaag al lopen? Of houdt de minister het bij een projectmatige aanpak?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - Een strategisch plan bestaat op dit moment niet, maar gendergelijkheid is voor mij wel een transversaal thema dat in alle programma's en projecten moet worden opgenomen. We evalueren elk project op basis van zijn specifieke doelstellingen, maar ik wil mijn administratie wel vragen een meer algemene evaluatie op te maken.

(De vergadering wordt gesloten om 14.40 uur.)