5-1628/1

5-1628/1

Belgische Senaat

ZITTING 2011-2012

23 MEI 2012


Wetsvoorstel tot wijziging van de artikelen 140, 398 en 399 van het Gerechtelijk Wetboek ter uitvoering van een aanbeveling van de Fortis-commissie met het oog op het wegwerken van tegenstrijdigheden in het toezicht op de hoven en rechtbanken

(Ingediend door mevrouw Martine Taelman en de heer Bart Tommelein)


TOELICHTING


Het parlementair onderzoek naar de eerbiediging van de Grondwet, in het bijzonder de scheiding der machten, en de wetten in het raam van de tegen de nv FORTIS ingestelde gerechtelijke procedures, beter bekend als de werkzaamheden van de Fortis-commissie, werd afgerond met aanbevelingen.

De onderzoekscommissie stelde in haar onderzoek ondermeer vast dat er tegenstrijdigheden zijn tussen de toezichthoudende bevoegdheden van het openbaar ministerie (artikel 140 en 399 van het Gerechtelijk Wetboek) en het hogere rechtscollege in het algemeen dan wel de korpschef van het hogere rechtscollege (artikel 398 Ger. W.). De commissie beveelde aan om deze tegenstrijdigheden af te schaffen door middel van een wetswijziging.

Zo is het problematisch dat zowel het openbaar ministerie (artikel 140 en 399 van het Gerechtelijk Wetboek) als het Hof van Cassatie toezicht op alle hoven en rechtbanken binnen hun rechtsgebied. Dit kan leiden tot tegenstrijdigheden.

Dit wetsvoorstel wil een einde stellen aan mogelijke tegenstrijdigheden die door deze gedeelde bevoegdheden op toezicht kunnen ontstaan. Het wil daarom een opdeling maken wat betreft het toezicht en van het gedeelde toezicht een exclusief toezicht maken. Het strekt ertoe een exclusief recht van toezicht op de hoven van beroep en de arbeidshoven te verlenen aan het Hof van Cassatie. In deze zal het Hof van Cassatie als hoogste rechtscollege exclusief toezien op de hogere rechtscolleges. Anderzijds zal voor de lagere rechtbanken, de procureur-generaal bij het hof van beroep, onder het gezag van de minister van Justitie, exclusief toezien op de handhaving van de orde in de rechtbanken.

Deze strikte opdeling van de bevoegdheden van toezicht zal ervoor moeten zorgen dat mogelijke tegenstrijdigheden in de toekomst vermeden worden.

Martine TAELMAN.
Bart TOMMELEIN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

In artikel 140 van het Gerechtelijk Wetboek worden de woorden « hoven en » opgegeven.

Art. 3

In artikel 398 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 4 maart 1997, worden de woorden « en de rechtbanken van eerste aanleg op de vredegerechten en de politierechtbanken van het arrondissement. »opgeheven.

Art. 4

In artikel 399, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 4 maart 1997, worden de woorden « in de hoven en » opgeheven.

Art. 5

Deze wet treedt in werking 1 januari van het jaar na dat waarin ze in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

29 maart 2012.

Martine TAELMAN.
Bart TOMMELEIN.