5-57 | 5-57 |
De heer Rik Daems (Open Vld). - De horecasector is, met ongeveer 50 000 zaken en 200 000 werknemers, een van de belangrijkste sectoren van ons land; ze heeft nagenoeg alle landgenoten als klant.
In het regeerakkoord zijn een aantal maatregelen ter verdediging en versterking van de sector opgenomen. Enkele regeringsleden hebben ter zake trouwens diverse verklaringen afgelegd. De vraag is, of en wanneer de daad bij het woord zal worden gevoegd.
De uitlatingen van vice-eersteminister Vande Lanotte over een forfaitaire belasting voor de horeca stemmen me gunstig. Dit is de juiste aanpak, want niet alleen de staat zou er wel bij varen. Grijze activiteiten zullen immers wit worden, met meer inkomsten tot gevolg. Ook de horeca en de klant zullen er wel bij varen, want de prijzen zullen niet moeten stijgen.
De Ministerraad van maart jongstleden besliste dat er voor eind juni een horecaplan moet komen. Het zal dan nog wel tot juli 2013 duren voor de maatregelen, voornamelijk de invoering van de geregistreerde kassa, in praktijk zullen worden gebracht.
Heeft de regering de intentie een wetsontwerp in te dienen inzake forfaitaire belasting, zowel voor de gelegenheidswerkers als voor het vast personeel?
Welke andere maatregelen zullen nog in het horecaplan staan?
Kan de minister bevestigen dat eerst de positieve maatregelen en dan pas de geregistreerde kassa worden ingevoerd?
Overweegt de regering de maatregelen sneller in te voeren? De horeca heeft de jongste tijd immers veel schade geleden en zal dat in de volgende maanden moeten goedmaken.
De heer John Crombez, staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude. - De beslissing om in de horeca een kasregister in te voeren dateert al van een tijd geleden. Het is een gelegenheid om in een belangrijke sector een drastische stap te doen om de activiteiten `witter' te maken. We moeten echter realistisch zijn. Als we de sector alleen maar witter, en niet tegelijkertijd gezonder maken, zal dat gepaard gaan met sluitingen en zullen er banen voor laaggeschoolden verdwijnen.
In mijn beleidsnota was dit plan al opgenomen. De minister van Financiën zal binnenkort bekendmaken hoe en wanneer de geregistreerde kassa's worden ingevoerd. Dat geeft ons de gelegenheid met de sector een totaaldebat te voeren. De kassa's zullen zorgen voor een duidelijke registratie en een eerlijker concurrentie, terwijl wij, in eenzelfde tijdspanne, voor flankerende maatregelen zorgen.
Naast het debat over fiscale en sociale elementen en de arbeidsmarktomstandigheden, zullen we ook oog moeten hebben voor de professionalisering van de sector en voor de kleine subsectoren. De kleine cafés zijn zwaarder getroffen door het rookverbod dan de rest van de sector, maar bepaalde van de geciteerde maatregelen zijn niet op hen van toepassing. Het plan gaat dus breder dan de discussie over de belastingen.
Het is voor de sector ook belangrijk een werkbare oplossing te zoeken. Men zegt al te gemakkelijk dat we een sector die het niet goed doet, niet moeten belonen. Het gaat immers niet alleen om de werkgelegenheid in de sector, maar ook om de specifieke aard van de sector. De horecasector omvat zowel de kust, de Ardennen als Brussel. Onze horecasector is veel uitgebreider dan in onze buurlanden. Dat mag een politieke keuze zijn en blijven. Het is eigen aan ons land. Dat betekent ook dat we beslissingen moeten nemen om de sector kansen te geven. Het gaat om een zeer arbeidsintensieve sector. De loonkost heeft er ook een andere impact dan in veel andere sectoren. De horeca heeft specifieke kenmerken. Er is meer weekendwerk dan in andere sectoren.
We onderzoeken verschillende denksporen: de gelegenheidsarbeid, waarover in het parlement al voorstellen zijn ingediend, maar ook de forfaitarisering van de vaste contracten en andere zaken.
Op 30 juni zou, na een gesprek met de sector en de regering, een eerste kader van horecaplan klaar moeten zijn om in oktober een beslissing te nemen over de uiteindelijke maatregelen en de invoering ervan.
De heer Rik Daems (Open Vld). - Het antwoord, was niet erg concreet, maar dat was ook niet de bedoeling. Mijn vraag ging veeleer over het principe van de invoering van een forfait inzake loonlasten in deze arbeidsintensieve sector.
Ik onthoud vooral dat de regering wel degelijk kiest voor een positieve insteek. Ze probeert de sector `witter' te maken met positieve maatregelen. Ze denkt niet alleen aan `pakken' en `straffen' zonder fundamentele oplossingen, zodat de sector op het einde van de rit nog meer kapot zou zijn. Zoals de staatssecretaris terecht opmerkte, is de horeca een specifieke sector. Het is een toffe sector en die moeten we wel degelijk verdedigen.
Oktober is echter te laat. De zomer is dan voorbij en de horeca is dan misschien toch wel een stuk omzet kwijt. Er zijn al wetsontwerpen ingediend met maatregelen om de horecasector te verdedigen. Als de regering veel sneller wil gaan, is Open Vld zeker bereid daarbij te helpen.
Het klopt dat, voor wie niet met personeel werkt, het debat over de forfaitarisering van de loonlasten geen soelaas brengt. De staatssecretaris wees er al op dat heel veel kleine cafés al kapot zijn. Onder meer door de manier waarop we het rookverbod hebben ingevoerd, is een stuk van het sociaal weefsel in ons land kapot gegaan en zitten veel mensen eenzaam thuis te roken met een pint die ze in de Colruyt kopen in plaats van met een paar vrienden aan de toog van een klein bruin café te hangen. Ook daar vinden `links' en `rechts' elkaar perfect. Samen gezellig een pint drinken heeft niets met politiek te maken.