5-57

5-57

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 26 AVRIL 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Guido De Padt au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, et aux Réformes institutionnelles sur «les contrevenants étrangers sur nos routes» (no 5-515)

De heer Guido De Padt (Open Vld). - In politiekringen vernemen we dat er steeds meer moeilijkheden opduiken met buitenlandse overtreders op onze wegen. Heel wat bestuurders glippen nog steeds door de mazen van het net. In zijn antwoord op mijn schriftelijke vraag stelde de vorige staatssecretaris voor Mobiliteit dat met Nederland onderhandelingen lopende waren om een bilateraal verdrag te sluiten opdat de politiediensten elkaars databank met nummerplaten kunnen inkijken.

Dit akkoord bestaat inmiddels. De Nederlandse autoriteiten weigeren evenwel de nummerplaten van Nederlandse voertuigen te identificeren. Zij verwijzen naar het bilateraal akkoord waardoor onze politiediensten rechtstreeks hun bestand kunnen consulteren. De FOD Mobiliteit moet alleen nog de informaticatoepassing ontwikkelen, maar zou dat nog altijd niet gedaan hebben. Nederland wil bijgevolg geen tijd meer steken in het zelf identificeren van geflitste voertuigen.

In hetzelfde antwoord liet de vorige staatssecretaris optekenen dat er met andere landen geen bilaterale besprekingen hangende of gepland waren, gelet op de goedgekeurde Europese richtlijn inzake cross border enforcement. Net als de bilaterale verdragen beoogt die richtlijn de uitwisseling van gegevens van kentekenplaathouders die een bepaalde verkeersovertreding begingen. Deze richtlijn moest binnen twee jaar door de lidstaten in nationaal recht worden omgezet.

Hij merkte tevens op dat het bilateraal akkoord en de richtlijn handelen over het uitwisselen van persoonsgegevens om aan de hand van die gegevens in een later stadium de overtreder te kunnen bestraffen. De uiteindelijke bestraffing komt dan aan bod in het kaderbesluit geldelijke sancties. Na de identificatie van de overtreder is het natuurlijk noodzakelijk te kunnen overgaan tot de inning van de boete of de tenuitvoerlegging van de sanctie.

Bevestigt de staatssecretaris dat Nederland weigert nummerplaten van Nederlandse voertuigen te identificeren? Klopt het dat de oorzaak ligt bij het feit dat de FOD Mobiliteit tot op heden heeft nagelaten de noodzakelijke informaticatoepassing te ontwikkelen? Wat is de verklaring daarvoor?

Kan de staatssecretaris de stand van zaken toelichten betreffende de omzetting in Belgisch recht van de twee vermelde Europese wetgevende initiatieven? Tegen wanneer zal het mogelijk zijn Europese overtreders in België te identificeren en de sanctie ten uitvoer te leggen? Hoeveel verkeersboetes van buitenlandse bestuurders zijn om die reden tot op heden oninbaar gebleken, en over welke bedragen gaat het?

De heer Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en voor Staatshervorming. - Het grootste knelpunt voor de grensoverschrijdende gegevensuitwisseling van buitenlandse verkeersovertreders ligt op juridisch vlak. Pas na het sluiten van bilaterale akkoorden en het van kracht worden van de Europese richtlijn in verband met gegevensuitwisseling richten, kan de DIV als nationaal contactpunt optreden.

Er is nu een acuut probleem met Nederland op basis van juridische afspraken die buiten mijn bevoegdheid vallen. Er werden overeenkomsten gesloten op lokaal of regionaal niveau, die de gegevensuitwisseling wel toelaten. Zo waren een 35-tal Belgische gemeentelijke overheden en politie-eenheden gemachtigd om rechtstreeks de identiteit op te vragen bij de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW). Naast de inbreuken op de verkeersveiligheid betrof het tal van inbreuken op het parkeerbeleid. Voor de RDW was deze gespreide aanvraag echter niet langer werkbaar; ze wenste één contactpunt.

Voor mijn administratie is echter in het kader van de bilaterale akkoorden en de richtlijn een soortgelijke toepassing nodig. Dat de uitwisseling nog niet functioneert, heeft, enerzijds, te maken met de diverse betrokken instanties en, anderzijds, met de beperkte middelen van mijn administratie. De informaticadienst van de FOD Mobiliteit en Vervoer heeft immers prioriteit moeten geven aan de omschakeling naar de nieuwe webtoepassing van de DIV, zogenaamd DIV-new, die in mei operationeel zou moeten zijn. Vervolgens vergt het nog enkele maanden om de informaticatoepassing tussen de lokale entiteiten en de DIV te doen functioneren.

Aangezien voorlopig geen gegevens meer kunnen worden opgevraagd van Nederlandse bestuurders in overtreding, worden thans weinig Nederlanders door de Belgische politie bestraft. Uiteraard worden ze wel beboet als ze staande worden gehouden, zoals tijdens de actie NAWAY van de federale wegpolitie op alle Belgische autosnelwegen op zondag 22 april 2012. Ik heb zelf kunnen vaststellen dat alle buitenlandse overtreders ter plaatse de onmiddellijke inning dienden te betalen.

Dankzij het dynamische voorzitterschap van België kon in december 2011 een politiek akkoord worden gesloten over de tekst van de Europese richtlijn. Momenteel zijn de onderhandelingen over de bilaterale overeenkomst met Nederland aan de gang. Na de ondertekening door beide landen zullen ook andere landen zich bij het verdrag kunnen aansluiten. Op initiatief van Nederland werd de tekst volledig herzien, onder meer in het licht van de verwante EU-richtlijn 2011/82/EU - de cross border enforcement-richtlijn - van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidgerelateerde verkeersovertredingen. Indien het herziene ontwerp van bilateraal verdrag, dat België begin juli 2011 aan Nederland voorlegde, was ondertekend, dan hadden wij de huidige moeilijkheden kunnen vermijden.

De onderhandelingen over het ontwerp van tekst zitten in de laatste fase; het is de bedoeling het verdrag in juni te ondertekenen. Door de val van de Nederlandse regering weet ik momenteel nog niet of mijn Nederlandse collega het bilateraal verdrag zal kunnen ondertekenen.

Teneinde het gevoel van straffeloosheid voor de buitenlandse bestuurders in ons land verder te beperken, zal ik de procedure van de onmiddellijke inning voor inbreuken op het rijden onder invloed uitbreiden. De buitenlandse bestuurders zullen tot 1,5 promille naast het rijverbod ook onmiddellijk het verschuldigde bedrag moeten betalen. Bovendien zal de pakkans, ook voor de Belgische bestuurders, worden verhoogd door een verdere toename van de controles.

Ik bereid ook een koninklijk besluit voor dat het voor de buitenlandse bestuurders mogelijk maakt de boete via een overschrijving te betalen. Ik bekijk ook of op langere termijn ook betalingen via een webservice kunnen worden gedaan.

De heer Guido De Padt (Open Vld). - Ik stel met de staatssecretaris vast dat een buitenlander in ons land geen aandacht hoeft te besteden aan de opgelegde snelheidsbeperkingen, omdat boetes voor de door de flitspalen geregistreerde overtredingen nooit geïnd kunnen worden. Ik vind het merkwaardig dat de staatssecretaris eraan denkt de buitenlanders de mogelijkheid te geven per overschrijving te betalen.

De staatssecretaris zegt dat de FOD Mobiliteit de middelen ontbeert om de applicatie voor de uitwisseling van gegevens tussen de beide landen op te starten. Ik hoop dat hij er toch werk van zal maken, zodat ons land verkeersboetes kan innen, die eventueel kunnen worden gebruikt voor het installeren van een dergelijke applicatie.

Ik betreur dat aan de straffeloosheid geen eind wordt gemaakt. Ik kan me voorstellen dat de Nederlanders nu zullen besluiten dat ze zich in ons land niet hoeven te bekommeren om verkeersregels.