5-133COM

5-133COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

DINSDAG 13 MAART 2012 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van mevrouw Helga Stevens aan de vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee over «de trajectcontrole op de E17 in Gentbrugge» (nr. 5-1945)

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Er is al veel te doen geweest over het trajectcontrolesysteem dat in juli 2009 op de E17, meer bepaald op het viaduct van Gentbrugge, werd geïnstalleerd. Dat systeem is 2,5 jaar later nog steeds niet operationeel, althans niet officieel. De eerste laagvlieger moet nog steeds worden geflitst. De snelheidsovertreders worden natuurlijk wel geflitst via de gewone flitspalen die op verschillende plaatsen op het viaduct staan opgesteld. Het trajectcontrolesysteem zou die palen moeten vervangen, waardoor de snelheid over het hele traject min of meer constant op ongeveer 90 km per uur blijft, om zo de lawaaihinder van de brugvoegen voor de omwonenden te verminderen.

Het systeem raakt maar niet gehomologeerd door de diensten van de FOD Economie. Eind vorig jaar ging het gerucht dat de kans op een homologatie alsmaar kleiner wordt.

Het project slokte wel al 800 000 euro belastinggeld op. Teneinde het vlot te trekken, werd al vele malen overlegd tussen het federale en het Vlaamse niveau. Op maandag 6 februari 2012 volgde het zoveelste overleg, ditmaal tussen Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits en de minister. Alle betrokkenen waren daarbij blijkbaar aanwezig: de dienst Metrologie van de FOD Economie, het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer, hoofdaannemer Jacops en fabrikant CSC Nederland.

Uit dat overleg zou gebleken zijn dat er nog onduidelijkheden blijven bestaan. Het is niet duidelijk om welke problemen het gaat, want over die onduidelijkheden werd niet gecommuniceerd. Ook werd niet gepreciseerd wanneer het systeem effectief in werking zou treden.

We moeten te allen prijze vermijden dat 800 000 euro over de balk wordt gegooid en dat alle moeite voor niets is geweest. Vandaar de vraag: welke hinderpalen staan de afronding van het project concreet in de weg? Hoe zullen die hinderpalen worden aangepakt? Wanneer zal het systeem eindelijk gehomologeerd zijn, zodat het officieel in werking kan treden en snelheidsduivels op dat viaduct kan aanpakken?

De heer Johan Vande Lanotte, vice-eersteminister en minister van Economie, Consumenten en Noordzee. - Toen ik bevoegd werd voor Economie kon ik me niet inbeelden dat ook deze materie daarbij hoort. Alleszins heb ik gaandeweg geprobeerd het probleem te begrijpen.

Ten eerste, Vlaanderen heeft een overheidsopdracht toegewezen aan een bedrijf, met de belofte dat het product zou worden gehomologeerd. Dat dit tot problemen kon leiden, werd ingecalculeerd. De normale procedure is een toewijzing na een voorafgaande homologatie. Dat gebeurde in dit geval niet, omdat het om een nieuw product gaat. Dat was een risico, maar we achtten het verantwoord. Alleszins zorgt het voor enige vertraging.

Ten tweede, de situatie in Nederland verschilt fundamenteel van die in ons land. Dat verschil hebben het Vlaamse en het federale niveau evenals het Nederlandse bedrijf niet goed ingeschat.

In Nederland is de controle in ruime mate geprivatiseerd. De Nederlandse overheid beschouwt problemen met de apparatuur als niet behorend tot haar verantwoordelijkheid en is van oordeel dat het bedrijf dat de controle doet aansprakelijk is. De voorwaarden, de homologatie en de onderzoeken zijn in Nederland dan ook relatief beperkt.

In ons land gaan we ervan uit dat de controle een overheidstaak is. Als er dus iets misloopt, is dat onze verantwoordelijkheid. Daarom eisen we veel meer zekerheid voordat we van start gaan. Op de vergadering van 6 februari zijn we ons pas echt bewust geworden van dat verschil in approach tussen Nederland en België.

Vóór 6 februari heeft de administratie een rapport opgesteld waaruit blijkt dat de testapparatuur niet voldoet. Er was onvoldoende technische documentatie, de nieuwe Belgische nummerplaten konden onvoldoende worden gelezen, bepaalde vaststellingen in het systeem stemden niet overeen met de werkelijkheid, zoals overdreven snelheid tijdens een file. Dat betekent niet dat de foto fout was, maar wel dat de omschakeling van foto naar tijd fout was. De fabrikant, die onze gevoeligheden naar mijn oordeel onvoldoende heeft ingeschat, werd daarvan op de hoogte gebracht.

Daarop heb ik gevraagd een vergadering te beleggen met de FOD Economie, het Vlaams gewest, minister Crevits, de Nederlandse producent en mezelf. Ik heb aangegeven dat op die vergadering duidelijk moest zijn of het project kan worden voortgezet, want dat het anders wordt afgeblazen.

Dat dreigement heeft enigszins geholpen, want de dag voor die vergadering hebben we alle documenten ontvangen en werd het meetsysteem aangepast en volledig afgewerkt. Bovendien heeft men ons daags daarna de computersleutel van het systeem gegeven.

Er loopt een monitoringfase van een maand gedurende welke vermelde aspecten worden geobserveerd. De administratie heeft ter plaatse geprobeerd het systeem in de vernieling te krijgen, onder meer door het uittrekken van de stekker en het simuleren van een onregelmatigheid.

Alles is evenwel goed verlopen. Alleen heeft het bedrijf enkele keren moeten ingrijpen. We hebben het bedrijf gevraagd ervoor te zorgen dat het systeem een hele week zou werken zonder enige ingreep van hun kant.

Zoals gezegd, hebben we nagenoeg alle documenten ontvangen. Nu moet alleen nog een externe instelling er een eindoordeel over vellen, wat slechts enkele weken in beslag zou nemen.

Met andere woorden, we zijn eindelijk in de laatste fase. Als de tests van de externe instelling, meer in het bijzonder het Nederlands Normalisatie-instituut, positief zijn, kunnen we de modelgoedkeuring aanvatten.

We zijn minutieus te werk gegaan. Ik ben van oordeel dat de communicatie beter had kunnen zijn. Pas op 6 februari zaten alle partijen voor het eerst samen aan tafel en werd er ook vooruitgang geboekt.

Elke dinsdag vergader ik met het directiecomité van de FOD Economie. Deze middag heb ik gevraagd me een update te geven. Die zal ook aan CSC en het Vlaams Gewest worden bezorgd. Sinds 6 februari wordt iedereen continu geïnformeerd door alle actoren. Als de evaluatie positief is, hoop ik dus over enkele weken het dossier te kunnen afwerken. Dan zijn minister Crevits en ikzelf af van een van onze zorgenkinderen.

Mevrouw Helga Stevens (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn duidelijke antwoord. Het stemt me tevreden te vernemen dat de vergadering van 6 februari zicht biedt op vooruitgang en dat thans een concrete samenwerking werd opgestart tussen alle partners. Ik hoop dat het zal leiden tot de goedkeuring van het systeem, zodat het officieel en effectief in werking kan treden. Ik zal het dossier alleszins blijven opvolgen.