5-132COM

5-132COM

Commission de l’Intérieur et des Affaires administratives

Annales

MARDI 13 MARS 2012 - SÉANCE DU MATIN

(Suite)

Demande d'explications de M. Huub Broers à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur sur «le suivi des dossiers de vols de voiture par la police» (no 5-1633)

De heer Huub Broers (N-VA). - Op 2 december berichtte Het Belang van Limburg over de teruggave van een gestolen voertuig door de politie van Mol. Volgens de eigenaar van het voertuig zaten de spullen van de dief nog in de auto na de teruggave. Zo vond hij onder andere wat oude kledij, een fles wijn, een dagvaarding en een drugsspuit terug. Nog volgens de eigenaar stond zijn auto, na de teruggave door de politie, nog altijd als gestolen opgegeven zodat de DIV hem geen nieuwe kentekenplaat kon bezorgen. De politie zou de eigenaar niet meteen hebben geïnformeerd, zodat hij zelfs een tijdlang met een geseinde auto rondreed.

Kloppen deze verklaringen van de eigenaar van het gestolen voertuig? Zo ja, wat is er misgelopen?

Wat is de gangbare procedure bij de afhandeling van gestolen voertuigen? In het bijzonder denk ik dan aan het schoonmaken van de auto en de terugkoppeling naar de eigenaar en alle betrokken instanties zoals de DIV.

Mevrouw Joëlle Milquet, vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen. - Wat de eigenaar meldt komt inderdaad overeen met de feiten. Er is blijkbaar iets fout gelopen met de ontseining van het voertuig. De wagen werd namelijk pas op 28 oktober ontseind, de dag na de teruggave en nadat de eigenaar was komen melden dat de DIV hem een bericht van schrapping van het kenteken had toegestuurd.

De korpschef bevestigt dat de procedure van ontseining van na diefstal teruggevonden voertuigen heel duidelijk is en bijgevolg niet hoeft te worden aangepast. Er is in dit geval alleen een menselijke fout gemaakt, met vervelende gevolgen voor de eigenaar. De lokale politie heeft zich hiervoor overigens al schriftelijk verontschuldigd.

Wanneer een gestolen en geseind voertuig wordt teruggevonden, gebeurt de ontseining via het Communicatie- en informatiecentrum op vraag van het betrokken politiekorps. Daarna volgt een automatische terugkoppeling naar de DIV.

Voor het schoonmaken van een gestolen en teruggevonden voertuig bestaan geen concrete richtlijnen. In dit geval werd dat bovendien bemoeilijkt door het feit dat, zoals de eigenaar zelf aangaf, er ook verschillende voorwerpen van hemzelf in het voertuig rondslingerden. Het voertuig laten schoonmaken en de kosten daarvan op de dader verhalen, lijkt me in een dergelijk geval de beste procedure.

Mijn besluit uit dit verhaal is dat het hier gaat om een fout van een individu en dat er geen reden is om de wetgever te vragen de richtlijnen voor de afhandeling autodiefstallen door de politie bij te sturen.