5-50

5-50

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 8 MARS 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de Mme Nele Lijnen au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes sur «la présence d'armes à feu belges en Libye et auprès de milices liées à Al-Qaida» (no 5-464)

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - We hebben hierover met de minister al vaak van gedachten gewisseld, maar voor de collega's wil ik graag nog even recapituleren.

In 2009 keurde de Waalse gewestregering een wapenlevering aan Libië goed. Daarin zaten P90-wapens, die met gemak een bepantsering doorboren en Minimi's met een vuurkracht van 1100 kogels per minuut en een dodelijke reikwijdte van 400 meter. Wat moet er met die wapens gebeuren, nu onze militaire actie in Libië is afgerond en men vaststelt dat ze overal in het land circuleren? Tijdens zijn bezoek aan Libië verklaarde de minister dat hij een bedrag wilde vrijmaken om bepaalde wapens, de MANPADS, te lokaliseren. Vandaag lezen we in Le Vif/L'Express het verontrustende nieuws dat effectief een heel groot deel Belgische wapens in handen van een Al Qaida-militie is gevallen.

Het gaat specifiek om de militie van Abdelhakim Belhadj die rechtstreeks met Al Qaida gelieerd is.

Graag vernam ik van de minister hoe hij op deze berichten reageert. Beschikt hij over officiële informatie ter zake?

Mijn volgende vraag heb ik de minister al meermaals gesteld, maar ik kreeg er nooit een antwoord op. Zal de minister de Waalse regering hierover aanspreken om te kijken of ze het opsporen van deze wapens mee kan financieren?

Is de minister bereid tot verdere acties om de geavanceerde vuurwapens die op het ogenblik in handen van Al Qaida-troepen zijn, op te sporen?

De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Ik beschik niet over informatie om te bevestigen of te ontkrachten dat Belgische wapens in handen zijn gevallen van groepen verbonden met Al Qaida. Zoiets is vanzelfsprekend niet uit te sluiten gezien de omstandigheden rond de ineenstorting van het regime van Kadhafi. Ik heb ook dezelfde krant gelezen, met een aankondiging van de vraag van mevrouw Lijnen van vandaag en met het bericht dat Qatar misschien wapens zou leveren aan de oppositie in Libië. Zoiets kan natuurlijk altijd, maar ik zal mijn departement om meer details vragen.

Ik twijfel niet aan de kwaliteit van de wapens van FN Herstal, maar men mag het belang ervan voor terroristische groepen ook niet overschatten. Deze wapens hebben specifieke eigenschappen en zijn in de eerste plaats ontworpen voor gebruik door militairen in het kader van een militair logistiek systeem. Door zijn hoge vuursnelheid is een Minimi bijvoorbeeld slechts van relatief belang voor terroristen die vaak niet de logistieke middelen hebben om zich met grote hoeveelheden munitie en herlaadpatronen te verplaatsen. Verschillende gebeurtenissen van de afgelopen jaren hebben trouwens aangetoond dat klassieke oorlogswapens, zoals de kalasjnikov, veel meer verspreid zijn in de georganiseerde misdaad - en voor de politie ook een gevaar vormen - dan de P90's met hun grote penetratiekracht.

Daar komt nog bij dat in geen van de verschillende contacten die mijn administratie en ik hebben gehad met zowel de Libische overheden als onze buitenlandse partners, onder andere de Amerikanen, werd verwezen naar Belgische wapens als een bijzondere bron van bezorgdheid. In Libië hebben de overheden me zelfs gevraagd naar eventueel nieuwe wapenleveringen voor hun politiedienst in de toekomst. Maar dat is een ander verhaal.

In de huidige omstandigheden is het ondoenbaar om wapens van Belgische origine gericht op te sporen. We moeten het Waals Gewest niet aanzetten een dergelijk project op te starten. De internationale gemeenschap staat op dit ogenblik de Libische overheden bij om de wapenvoorraden te inventariseren en te beveiligen, te beginnen met de gevaarlijkste wapens. België zal bijdragen tot deze inspanning. Het is de bedoeling in de derde fase van het project, die in het begin van de zomer van 2013 van start zou moeten gaan, als de omstandigheden dat mogelijk maken, het project uit te breiden naar het hele Libische arsenaal, met inbegrip van kleine en lichte wapens. Over een eventueel terugvorderingsprogramma zullen de Libische overheden zelf beslissen en ze zullen ook voor de financiering instaan. De internationale gemeenschap zal zich beperken tot het aanbieden van technische hulp, onder andere in de vorm van raadgevingen.

Ik blijf met mijn diensten de toestand in Libië volgen. Gisteren heb ik in de Kamer al gezegd dat we 225 000 euro uittrekken voor een internationaal programma, onder leiding van de Verenigde Staten, in verband met de MANPADS, zoals de Libische overheid heeft gevraagd. Ik herhaal dat ik tijdens mijn bezoek aan Tripoli van de Libische overheden niets heb gehoord over problemen met Belgische wapens.

Mevrouw Nele Lijnen (Open Vld). - De minister vindt dat we het belang van de wapens niet mogen overschatten. Ik zou hem veeleer vragen het vooral niet te onderschatten.

Ik vraag me ook af of we niet te lang aan het treuzelen zijn om die wapens daar te lokaliseren en op te ruimen.

Het verheugt me wel dat er vandaag niet meer alleen sprake is van MANPADS, maar dat ook kleine wapens zullen worden opgehaald.

Ik zal dat in elk geval verder op de voet blijven volgen.