5-130COM | 5-130COM |
De heer Piet De Bruyn (N-VA). - In het verleden werd al eerder gewezen op de problematiek van homofoob optreden in Kameroen. De afgelopen maanden werden de geweldplegingen alleen maar intenser en de aanhoudingen frequenter. Zo werden enkele maanden geleden drie Kameroeners tot een gevangenisstraf van 5 jaar en een aanzienlijke geldboete veroordeeld, enkel en alleen wegens hun seksuele geaardheid. Volgens Human Rights Watch staat een gevangenisstraf voor homoseksuelen in Afrika vaak gelijk aan een feitelijke doodstraf, omdat ze in de gevangenis grove gewelddaden en seksuele mishandeling door medegevangenen moeten doorstaan.
Ons land heeft wat met Kameroen, als ik het zo mag zeggen. In het verleden waren er vormen van gouvernementele samenwerking en ook vandaag is er nog een aanzienlijke betrokkenheid via verschillende ngo's. Maar misschien wel het meest logische aanknopingspunt om nu om actie te vragen is wel dat België en Kameroen op het ogenblik lid zijn van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Dat lidmaatschap gaat niet alleen gepaard met een engagement om de mensenrechten in eigen land te respecteren, maar ook om het respect voor de mensenrechten wereldwijd te versterken. In het verleden heeft België op dat punt al verscheidene initiatieven genomen. Ik verwijs dan onder andere naar de problematiek in Oeganda. Een gelijkaardig optreden in verband met de problemen in Kameroen is dus raadzaam.
Concreet heb ik voor de minister volgende vragen.
Is de minister naar aanleiding van eerdere signalen al in actie gekomen op nationaal en Europees niveau?
Zal/wil de minister de problematiek van homofoob optreden in Kameroen aankaarten in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties en de Europese Raad voor ministers van Buitenlandse Zaken?
De heer Didier Reynders, vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken. - Mijn medewerkers volgen de situatie in Kameroen actief. Zoals u weet liggen mijn prioriteiten op het vlak van mensenrechten in dezelfde lijn als die van mijn voorgangers. Het decriminaliseren en verdedigen van holebirechten hoort daar in ieder geval bij.
Inzake Kameroen heeft België de EU-partners verzocht om een gezamenlijk initiatief te nemen om onze bezorgdheid te uiten. Het merendeel van de EU-partners die in Kameroen aanwezig zijn, hebben echter besloten eerst een formele brief te sturen en het antwoord daarop af te wachten. Indien dat antwoord niet komt of niet op onze verzuchtingen ingaat, zullen we, samen met de EU-partners, tot bijkomende actie overgaan.
In de Mensenrechtenraad heeft België actief gepleit voor het organiseren van een paneldebat tijdens de volgende sessie in maart 2012. Naar aanleiding van dat debat publiceerde de VN net voor Kerstmis een rapport dat een overzicht geeft van de criminalisering van holebi's wereldwijd. Het is het eerste officiële VN-rapport over dit onderwerp en het geeft ons bijkomende argumenten om het debat in de Mensenrechtenraad te voeren. Morgen in Genève zal ik daarover ook iets zeggen. Dat ligt in de lijn van de verklaringen van mijn voorgangers in dit debat.
In de Europese Raad van ministers van Buitenlandse Zaken staat deze kwestie niet op de agenda. Het onderwerp wordt wel besproken in de raadswerkgroepen op expertniveau. Daar werd besloten om vooral alert te zijn op dit onderwerp in aanloop naar de lokale verkiezingen en het punt op de agenda van de volgende mensenrechtendialoog EU-Kameroen te zetten.
De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. We zullen later zeker nog de gelegenheid krijgen om over dit thema van gedachten te wisselen. Ik waardeer het ten zeerste dat de minister de actieve bezorgdheid voor holebirechten voortzet. Niet dat ik iets anders had verwacht, maar het doet deugd het te horen. Hij zal daarvoor in het parlement trouwens vele medestanders vinden.