5-124COM

5-124COM

Commissie voor de Financiën en voor de Economische Aangelegenheden

Handelingen

WOENSDAG 15 FEBRUARI 2012 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Bert Anciaux aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking over «de beslissing van de Europese Commissie dat bpost 415 miljoen euro staatssteun moet terugstorten» (nr. 5-1834)

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Onlangs heeft de EU-Commissaris voor Concurrentie, Joaquín Almunia, de steun van de Federale Staat aan bpost beoordeeld als excessief. Dit verdict klinkt niet alleen erg negatief en zelfs beledigend, maar heeft ook als gevolg dat bpost verplicht wordt 415 miljoen euro staatssteun terug te betalen aan de federale overheid.

Dit EU-verdict is een drastische inmenging in de relatie tussen de federale overheid en een overheidsbedrijf. Opnieuw blijkt de wijze waarop België zijn huishouden organiseert en ordent, helemaal niet conform de EU-richtlijnen te zijn. Opnieuw betekent een EU-beslissing een emanatie van een ultra-liberale politiek die systematisch een op gemeenschappelijke diensten gericht beleid veroordeelt.

Deze beslissing veroorzaakt wellicht grote problemen voor bpost, onder andere op het vlak van tewerkstelling en dienstverlening. Ze verzwakt, misschien zelfs bewust, de concurrentiepositie van het overheidsbedrijf bpost ten opzichte van andere marktspelers. Dit past perfect in het vigerende EU-beleid, waarbij overheidsbedrijven systematisch worden geliberaliseerd, terwijl steeds meer blijkt dat dergelijke liberaliseringen meestal leiden tot minder service aan een hogere prijs. De minister kent dit verhaal via zijn ervaring met de energiesector, maar ook de telecommunicatie bewijst deze stelling dagelijks, op pijnlijke wijze voor de consument, maar op verrijkende wijze voor de aandeelhouders.

Hoe evalueert en apprecieert u de EU-beslissing waardoor bpost 415 miljoen euro staatssteun moet terugbetalen? Beaamt u dat de relatie tussen de federale staat en een federaal overheidsbedrijf daardoor drastisch en negatief wordt verstoord? Bevestigt u dat daardoor een door onze staat gewenste publieke dienstverlening mogelijk wordt gefnuikt, met als gevolg dat de concurrentiepositie van `ons' bedrijf bpost acuut wordt verzwakt? Welke antwoorden kan, mag en zal u formuleren bij deze beslissing? Tot welke concrete gevolgen zal een terugbetaling van deze steun leiden voor bpost?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - Wat de beslissing van de Europese Commissie over de staatssteun aan bpost betreft in de periode 1992-2010, is het goed dat er nu eindelijk klaarheid komt in deze complexe procedure die al bijna 10 jaar aansleept.

De Commissie heeft praktisch alle maatregelen ad hoc die de Belgische Staat de afgelopen 20 jaar heeft genomen ter ondersteuning van bpost aanvaard, namelijk de kapitaalsverhogingen in 1997, 2003 en 2006, de overname van de pensioenlasten van de jaren vóór 1997, sommige vrijstellingen van taksen en de overdracht van gebouwen in 1992.

De Commissie is wel van oordeel dat de Belgische Staat de opdrachten van openbare dienst, namelijk de distributie van kranten, de aan-huisbetaling van pensioenen, het aanvaarden van cash geld aan de loketten, enzovoort, in de periode 2006-2010, dus in de loop van het vierde beheerscontract, overgecompenseerd heeft voor 417 miljoen euro.

Deze overcompensatie is vooral te wijten aan het feit dat de Commissie van oordeel is dat een deel van de monopoliewinsten had moeten worden aangewend om de opdrachten van openbare dienst te financieren. De compensatie die de Belgische Staat betaalde moet dus met deze monopoliewinsten worden verminderd.

Dit probleem rijst niet meer bij het vijfde beheerscontract omdat de Belgische postmarkt nu volledig vrij is. Er zijn dus geen monopoliewinsten meer in geen enkel segment van deze markt.

Het gaat hier echter niet om een boete maar om een terugbetaling. Het precieze bedrag dat bpost aan de Belgische Staat zal terugstorten, bedraagt 417 miljoen euro, verhoogd met interesten. Het is te vroeg om het nettobedrag te bepalen dat de Staat effectief zal innen, rekening houdend met een eventuele vermindering van de fiscale ontvangsten en van het door bpost betaalde dividend.

De Belgische Staat en bpost zullen in overleg het precieze bedrag en de terugbetalingsmodaliteiten bepalen. bpost beschikt in elk geval over voldoende liquide middelen voor deze terugbetaling.

De terugbetaling moet binnen een periode van 4 maanden worden uitgevoerd. Het beroep dat bpost eventueel tegen de beslissing van de Europese Commissie kan aantekenen is niet opschortend. De terugbetaling zal geen gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit van de onderneming, de operationele activiteiten en de dienstverlening.

De impact van deze terugbetaling op het bedrag van de winstdeelname van de personeelsleden van bpost of op het dividend van de aandeelhouders kan nu nog niet worden bepaald. De volgende raad van bestuur zal zich over deze vraag buigen. Ik steun de betaling van de premie. Het lijkt me immers onaanvaardbaar dat het kaderpersoneel een premie ontvangt en dat het niet-kaderpersoneel de verliezer zou zijn van deze beslissing.

De beslissing van de Commissie, gecombineerd met het nieuwe reglementaire kader met betrekking tot de openbare diensten dat de Commissie heeft aangenomen in december 2011, heeft als verdienste dat de grenzen worden uitgeklaard binnen welke de Belgische Staat bpost kan compenseren voor de opdrachten van openbare dienst die aan het bedrijf worden toevertrouwd.

De Belgische Staat en bpost bevestigen de principes die in het contract gehanteerd werden voor de bepaling van de diensten van openbaar belang en de vergoeding ervan. We stellen overigens vast dat de Commissie de gehanteerde definitie van de openbare diensten en de compensatie daarvoor niet in vraag stelt.

De Belgische Staat zal zich nu concentreren op de toekomst van bpost en de publieke postdienstverlening. In dat kader zal de Belgische Staat het vijfde beheerscontract, dat in april 2010 met bpost werd gesloten verduidelijken, rekening houdend met de opmerkingen die de Commissie geformuleerd heeft in haar beslissing, met het oog op een snelle goedkeuring van het vijfde beheerscontract, zodat de onzekerheden die nu op de toekomst wegen, worden weggenomen.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik dank de minister voor zijn antwoord. Hij heeft op meer vragen geantwoord dan ik heb gesteld. Het verheugt me dat er blijkbaar niet echt gevolgen zullen zijn voor bpost. Ik vind het vreemd, maar het is wel goed. Het is immers niet evident zomaar 417 miljoen euro plus interesten te betalen zonder gevolgen voor de dienstverlening, noch voor de betaling van dividenden. Maar dat is de minste van mijn zorgen.