5-49

5-49

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 1er MARS 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Question orale de M. Rik Daems au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable sur «l'émission récente d'un bon d'État belge» (no 5-453)

Mme la présidente. - M. Hendrik Bogaert, secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, répondra.

De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik heb een zeer eenvoudige korte vraag. Een tijd geleden gaf ons land de Belgische Staatsbon uit. Dat was een heel groot succes. Onze voormalige eerste minister heeft er toen nog reclame voor gemaakt. Ik wil hem daarvoor graag nog een pluim geven, hoewel we uiteraard niet met zekerheid kunnen zeggen dat zijn reclame aan de basis van het succes ligt. Het was om verschillende redenen een goede operatie. De Belgische spaarder die in Belgisch overheidspapier belegde, zag het toch als een soort `zelfhulp': het rendement was goed en onze afhankelijkheid van het buitenland en van speculanten verminderde erdoor. Ik ben er vrij zeker van dat er onder meer door het succes van die Staatsbon een gunstige evolutie is gekomen in de rente op Belgisch staatspapier.

Nu is er een nieuwe uitgifte, van 23 februari tot 2 maart. Ik heb echter de indruk dat het deze keer niet zo spectaculair goed loopt, althans niet in vergelijking met vorige keer. Kan de minister me daar cijfers over geven, ook al is de uitgifte nog niet afgesloten?

Het rendement bedraagt nu 2.35% bruto op 5 jaar en 3.1% op 8 jaar. Trek er de roerende voorheffing van 21% af en met een beetje pech kom je aan een rendement onder de inflatie. Hoe wil je dat een dergelijk product effectief een breed publiek aantrekt? Kan de minister confirmeren dat er wel degelijk 21% roerende voorheffing wordt aangerekend en 25% voor rente boven 20 002 euro en niet de 15% die van toepassing was op de vorige staatsbon?

Dient de regering haar staatsbon niet beter te promoten, in de veronderstelling dat de huidige uitgifte onvoldoende succes heeft?

Verschillende collega's hebben over deze materie wetsvoorstellen ingediend. Ik nodig de regering uit in de commissie voor de Financiën en de Economische Aangelegenheden, zodat ze haar mening te kennen kan geven.

Kan de regering het wetsvoorstel dat voorligt, niet beter ondersteunen en laten goedkeuren door het parlement? Dan zou de staatsbon wel eens zeer succesvol kunnen worden, niet alleen dankzij de reclame van de eerste minister, zoals bij de vorige uitgifte, maar ook door de unanieme steun van de parlementaire kamers.

De heer Hendrik Bogaert, staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten. - Ik lees het antwoord van minister Vanackere.

Tussen 23 en 29 februari werd al 35 miljoen euro opgehaald. Hiervan heeft 15,7 miljoen euro een looptijd van vijf jaar en 19,3 miljoen euro een duur van acht jaar, wat inderdaad een groot verschil is met de vorige uitgifte.

Het brutorendement van de staatsbons ligt deze keer aanzienlijk lager dan vorig jaar het geval was. De Schatkist heeft inderdaad als stelregel dat het rendement op staatsbons niet hoger mag liggen dan het rendement van de OLO's op de secundaire markt.

Op het brutorendement van de staatsbons moet een roerende voorheffing van 21% worden betaald. Door de lage rente is het voor de burgers op dit moment minder aantrekkelijk om in te tekenen. Als de rentes opnieuw stijgen, zullen de staatsbons weer interessanter worden. In die omstandigheden is de diversificatie van de beleggingsmogelijkheden van de Staat dus verzekerd. Zoals aangegeven in de beleidsnota van minister Vanackere zal er in 2012 een project worden opgestart ter modernisering van de grootboeken. Deze vergaande modernisering moet een efficiënte verwerking van nieuwe inschrijvingen mogelijk maken. Ook andere oplossingen kunnen worden onderzocht, naargelang van budgettaire en economische overwegingen.

De heer Rik Daems (Open Vld). - Ik waardeer dat de regering ook andere oplossingen overweegt naargelang van de budgettaire resultaten. Wij kunnen ontegensprekelijk aantonen dat de ingediende wetsvoorstellen een positief budgettair effect zullen hebben in moeilijke budgettaire tijden. Ik hoop dan ook dat de regering deze voorstellen op korte termijn in overweging zal nemen. Ik weet dat de minister het persoonlijk met mij eens is en dat geldt ook voor minister Wathelet. Mochten zij alleen het voor het zeggen hebben in de regering, dan waren de voorstellen vandaag nog goedgekeurd. Ik hoop dat ze de boodschap zullen doorgeven.

Ook aan de voorzitter van de commissie voor de Financiën en de Economische Aangelegenheden vraag ik om nog een laatste inspanning te leveren. Wie weet, zullen dan over enkele weken zowel de Belgische spaarder als de Belgische staat een uitstekende zaak kunnen doen.