5-122COM

5-122COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

DINSDAG 14 FEBRUARI 2012 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking over «de vrijmaking van 50 miljoen euro extra Belgische ontwikkelingshulp voor Burundi» (nr. 5-1827)

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Burundi is een van de belangrijkste partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. In 2009 ondertekenden de Belgische en de Burundese overheden het Indicatief Samenwerkingsprogramma voor de periode 2010-2013. De Belgische ontwikkelingssamenwerking trekt voor deze periode 149 miljoen euro uit. Recent vernamen we dat een bijkomende schijf van 50 miljoen euro zou worden vrijgemaakt als een soort beloning voor de gunstige politieke evolutie in Burundi. Het land zou aan de gestelde voorwaarden tegemoet zijn gekomen.

Wanneer we echter de eerste voorwaarde van het Indicatief Programma vergelijken met de huidige stand van zaken in Burundi, dan zien we weinig reden voor enthousiasme. De eerste voorwaarde van het Indicatief Programma zegt heel duidelijk dat de Burundese verkiezingen van 2010 op een eerlijke manier moesten verlopen. Nu werden de presidentsverkiezingen van dat jaar door de oppositie geboycot, zodat je in feite moeilijk van een legitieme situatie kunt spreken, ook al zijn de verkiezingen formeel wel volgens de letter van de wet verlopen. In de nieuwe situatie kan de meerderheid de oppositie blijven negeren en doet ze dat ook.

De inschatting van de algemene Burundese situatie is op het eerste gezicht dus niet zo rooskleurig. Dit wordt overigens ook bevestigd door internationale organisaties en verschillende actoren op het domein van de ontwikkelingssamenwerking. Ook de vorige staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Olivier Chastel, liet een jaar geleden in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging nog optekenen dat er bij de Burundese overheid een tendens is om de bewegingsruimte van bijvoorbeeld ngo's te beperken. Op 4 februari 2011 voegde hij daar nog aan toe dat hij een sterke achteruitgang van de mensenrechtensituatie vaststelde. Onze algemene bezorgdheid om de Burundese situatie hebben we ook vastgelegd in een resolutie, die de Senaat unaniem heeft goedgekeurd en die in december aan de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken werd bezorgd.

Op welke evaluatie baseert de minister zich om te concluderen dat Burundi in voldoende mate beantwoordt aan de vier voorwaarden van het Indicatief Programma om te kunnen overgaan tot het vrijmaken van de bijkomende schijf van vijftig miljoen euro?

Meer algemeen is de mensenrechtensituatie niet altijd een expliciet criterium voor het vrijmaken van bijkomende middelen. Lijkt het de minister niet wenselijk om dit criterium toch op te nemen als vijfde voorwaarde in het Indicatief Programma, zij het misschien vooral als stok achter de deur?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - Er is nog geen definitieve beslissing genomen over de toekenning van de bijkomende schijf. Na een onderhoud met de Burundese minister van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking heb ik wel gesteld dat ik vast geloof dat Burundi zal beantwoorden aan de vier voorwaarden die in het Indicatief Samenwerkingsprogramma werden gesteld voor de vrijmaking van bijkomende middelen. Een evaluatie van de nationale strategie van good governance en de strijd tegen corruptie, die de Burundese regering onlangs nog goedkeurde, dienen vier maanden na de uitvoering van deze strategie aan te tonen dat de Burundese partner reële inspanningen levert op dat domein.

De Belgische Ambassade in Bujumbura en de Burundese partner hebben een gezamenlijke evaluatie gemaakt van de vooruitgang voor de vooropgestelde voorwaarden. Een van die voorwaarden betrof de verkiezingen. In 2010 vonden er in Burundi presidents- en parlementsverkiezingen plaats. Die verkiezingen werden gewonnen door de Conseil National pour la Défense de la Démocratie-Forces pour la Défense de la Démocratie (CNDD-FDD). Omdat de belangrijkste oppositiepartijen, waaronder het FNL, de verkiezingen hebben geboycot, werd president Nkurunziza zonder tegenkandidaten herkozen.

Nochtans werden de verkiezingen algemeen opgevat als een belangrijk gegeven voor de bestendiging van het vredesproces. Buiten enkele gewelddadige incidenten in de aanloop naar de verkiezingen, zijn ze volgens de internationale en nationale waarnemers eerlijk en zonder noemenswaardige incidenten verlopen.

In het Indicatief Samenwerkingsprogramma dat op 22 oktober 2009 werd goedgekeurd, zijn vier voorwaarden overeengekomen voor het vrijmaken van een aanvullende schijf. Ik acht het dan ook niet opportuun om daar meer dan twee jaar later nog een vijfde voorwaarde aan toe te voegen. Ik onderstreep dat de nationale strategie van Burundi op het vlak van good governance mede onder invloed van België tot stand is gekomen. Uiteraard is de eerbied voor de mensenrechten van groot belang en wordt er via de geëigende diplomatieke kanalen regelmatig de aandacht gevestigd op deze problematiek.

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Het lijkt me niet meer dan juist dat de minister over het vrijmaken van de bijkomende schijf van 50 miljoen euro nog geen definitieve beslissing heeft genomen, aangezien we bij een aantal indicatoren nog heel wat vragen hebben.

Ter informatie van de minister wil ik een van de bekommernissen aanstippen uit de resolutie die we met de Senaat unaniem hebben goedgekeurd. We vragen de regering daarin dat ze in het kader van haar beleid voor ontwikkelingssamenwerking met Burundi een programma voor de consolidatie van het democratische bestuur zou herdefiniëren en ten uitvoer leggen, onder meer met het oog op de bescherming van de mensenrechten. Dat is een belangrijk element bij een verdere evaluatie van de samenwerking met Burundi en we mogen de versterking van de democratische structuren in Burundi daarbij niet uit het oog verliezen.

(Voorzitter: de heer Piet De Bruyn.)