5-122COM

5-122COM

Commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en voor de Landsverdediging

Handelingen

DINSDAG 14 FEBRUARI 2012 - OCHTENDVERGADERING

(Vervolg)

Vraag om uitleg van de heer Piet De Bruyn aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking over «het respecteren van holebirechten in de Belgische ontwikkelingssamenwerking» (nr. 5-1727)

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - De minister zal zich 6 december 2011 wellicht vooral herinneren als de dag waarop er eindelijk een Belgische regering tot stand kwam, maar internationaal was er ook ander nieuws. Ik was die dag vooral verrast door de mededeling dat de Amerikaanse president Barack Obama had besloten dat de Verenigde Staten voortaan respect voor holebi- en transgenderrechten expliciet in hun beleid van ontwikkelingssamenwerking zouden opnemen als voorwaarde waaraan een partnerland moet voldoen om voor hulp in aanmerking te komen.

De internationale strijd tegen homofobie is ook in de Belgische wetgeving verankerd. In de wet op de internationale samenwerking lezen we dat `het voeren van een politiek ter wegwerking van discriminaties en van een beleid gericht op gelijke kansen door de overheden van het partnerland' een van de criteria is waaraan moet worden voldaan. In 2008 bevestigde de minister van Ontwikkelingssamenwerking expliciet dat daaronder ook de genderdimensie wordt verstaan en dat discriminatie op grond van seksuele voorkeur uiteraard ook verboden is.

Tegen die achtergrond heb ik volgende vragen over het beleid dat de minister zal voeren.

Zal de minister in nieuwe partnerschapsovereenkomsten specifieke voorwaarden laten opnemen inzake respect voor de mensenrechten en meer specifiek voor de holebi- en transgenderrechten?

Worden dergelijke voorwaarden ook opgenomen bij de herziening van lopende ISP's?

Acht de minister het raadzaam in de toekomst de toekenning van Belgische ontwikkelingshulp aan een land mede te laten afhangen van de wijze waarop het land met zijn holebi's en transgenders omgaat?

De heer Paul Magnette, minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden. - De Amerikaanse president Barack Obama heeft inderdaad op 6 december 2011 beslist dat de Amerikaanse overheidsagentschappen betrokken bij overzeese zaken, alle beschikbare instrumenten van diplomatie en buitenlandse hulp moeten gebruiken om de rechten van holebi's en transseksuelen te beschermen en te bevorderen. De woordvoerder van de Nationale Veiligheidsraad verklaarde echter dat de richtlijn van president Obama niet betekent dat de toekenning van ontwikkelingshulp zal afhangen van de wijze waarop het begunstigde land met de rechten van holebi's en transseksuelen omgaat.

De wet de wet van 25 mei 1999 betreffende de Belgische internationale samenwerking bepaalt in artikel 3: `De Belgische internationale samenwerking draagt bij tot de algemene doelstelling van ontwikkeling en versterking van de democratie en van de rechtsstaat met inbegrip van het principe van goed bestuur, alsook tot het respecteren van de menselijke waardigheid, van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden, met een bijzondere aandacht voor het bestrijden van elke vorm van discriminatie omwille van sociale, etnische, religieuze, levensbeschouwelijke redenen, dan wel op basis van het geslacht.'

In artikel 6, paragraaf 1, wordt `het voeren door de overheden van het partnerland van een politiek ter wegwerking van discriminaties en van een beleid gericht op gelijke kansen' als één van de criteria genoemd om als partnerland voor directe bilaterale samenwerking te worden aanvaard. De algemene overeenkomsten met onze partnerlanden verwijzen reeds naar de internationale mensenrechtenverdragen.

Ik hecht veel belang aan respect voor de mensenrechten en de menselijke waardigheid. Discriminatie op de basis van seksuele geaardheid is onaanvaardbaar. We moeten dan ook een politieke dialoog voeren met de overheden van de partnerlanden om hen te wijzen op het belang van het respect voor de fundamentele menselijke vrijheden. Respect voor de mensenrechten vormt ook nu al een onderliggende voorwaarde in onze algemene samenwerkingsakkoorden met alle partnerlanden en wordt ook herhaald in de meerjarige indicatieve samenwerkingsprogramma's.

We moeten echter vaststellen dat in verschillende Afrikaanse landen de situatie inzake holebirechten problematisch is. Het zware taboe en, de onder de bevolking wijdverbreide zeer bijzondere opvattingen, worden nog versterkt door de boodschappen van, veelal Amerikaanse, evangelische kerken in de regio. Dat maakt het voor donorlanden bijzonder moeilijk om het onderwerp publiekelijk aan te kaarten. In diverse bilaterale contacten wordt het echter ter sprake gebracht en om effectief te zijn moeten we hier ook samenwerken met andere donoren. Dit punt kan opgenomen worden in de diagnose die mijn administratie opstelt ter voorbereiding van de nieuwe programma's en in de voorstellen voor de indicatieve samenwerkingsprogramma's, onder meer via gedelegeerde samenwerking of rechtstreekse financiering van lokale organisaties.

Wel moeten we behoedzaam omspringen met systemen waarbij respect voor specifieke mensenrechten als voorwaarde voor ontwikkelingshulp wordt gehanteerd. Mensenrechten zijn immers evenzeer doelstellingen die met behulp van ontwikkelingssamenwerking kunnen worden gerealiseerd. We moeten dan ook steeds afwegen in welke mate we ontwikkelingssamenwerking zinvol als hefboom kunnen hanteren en erover waken dat de bevolking niet dubbel wordt getroffen wanneer we aan die samenwerking voorwaarden koppelen.

De heer Piet De Bruyn (N-VA). - Ik dank de minister voor zijn antwoord, al kan ik niet zeggen dat het me helemaal geruststelt. Ik onthoud - en dat lijkt me nogal evident - het grote belang dat aan mensenrechten wordt gehecht. De minister verwijst ernaar in verschillende domeinen. Verder geeft hij aan dat in landen waar de publieke opinie bijzonder vijandig staat tegenover alles wat nog maar in de buurt van holebi's en transgenders komt, bijzonder moeilijk ligt om het expliciet en op het publieke forum voor deze groepen op te nemen. Ik vind dat een bedenkelijke houding.

Tot op zekere hoogte kan ik er inkomen dat waakzaamheid geboden is, omdat je uiteraard niet wil dat de zaken escaleren, maar enkel achter gesloten deuren de boodschap brengen dat discriminatie van holebi's en transgenders niet kan, lijkt me wat al te voorzichtig. Ik hoop dan ook dat België in de toekomst op het publieke forum vaker een standpunt zal innemen, zowel in de bilaterale als in de multilaterale contacten.