5-48

5-48

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 16 FÉVRIER 2012 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Projet de loi portant des dispositions diverses urgentes en matière de santé (Doc. 5-1465) (Procédure d'évocation)

Discussion générale

Mme la présidente. - M. Brotchi se réfère à son rapport écrit.

De heer Louis Ide (N-VA), corapporteur. - Ik verwijs eveneens naar het schriftelijke verslag.

Ik ga niet alles herhalen wat ik in de commissie heb gezegd, maar ik wil er toch op wijzen dat onze partij zich ervan bewust is dat er moet worden bespaard in de gezondheidszorg. Herhaaldelijk heb ik op onze eigen voorstellen gewezen, die we geformuleerd hebben tijdens de onderhandelingen in 2011, met als uitgangspunt dat de besparingen moesten worden gedragen door alle actoren in de gezondheidszorg: zowel de zorgverstrekkers als de geneesmiddelensector, de ziekenhuizen, de ziekenfondsen en de patiënten. Besparingen moeten een manier zijn om het budget onder controle te houden, maar ook om intelligent te besparen zodat de toegang tot de gezondheidszorg verzekerd is, bijvoorbeeld door een algemene derdebetalersregeling voor huisartsen, eventueel met aangepast remgeld naargelang van het tijdstip of wanneer de patiënt onterecht naar de spoeddienst gaat. Dat is trouwens niet mijn idee, het was al een initiatief van Frank Vandenbroucke. Op die manier voert men ook een beleid: besparen is immers beleid voeren. Als men genoeg bespaart, kan er misschien wel budgettaire ruimte worden gecreëerd voor nieuwe initiatieven.

In de wet diverse bepalingen zie ik alleen maar besparingen in een bepaalde richting. Daarom hebben we een aantal amendementen ingediend, bijvoorbeeld met betrekking tot de ziekenfondsen kon de minister veel ambitieuzer zijn. De administratiekosten voor de ziekenfondsen bedragen 1,1 miljard euro, dat is 5% van het budget. Een eventuele verlaging naar 3,05%, zoals bijvoorbeeld sociale verzekeringskantoren dat doen, kan de komende vier jaar een cumulatieve besparing van ongeveer 600 miljoen euro opleveren. We vinden dit een gemiste kans.

Een ander voorbeeld betreft de geneesmiddelen: men kan in de geneesmiddelenindustrie besparen, maar ik stel vast dat men inzake generische geneesmiddelen niet naar het buitenland kijkt en niet de prijzen hanteert die in het buitenland voor generische producten gelden, wat nochtans ook een besparing zou kunnen opleveren.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - De sector van de generische geneesmiddelen is in dit land zo jong en zo klein, dat er eigenlijk maar twee producten zijn waar een beetje winst op gemaakt wordt. Indien men die prijzen afstemt op het buitenland, komt dat erop neer dat deze industrie geen enkele kans krijgt.

De heer Louis Ide (N-VA). - De minister heeft ook maatregelen genomen ten gunste van de generische industrie, zoals de biosimilars. Daar zou heel wat geld worden bespaard. Als het gebruik van de biosimilar EPO wordt gestimuleerd, dan komt dat de generische geneesmiddelen ten goede. Dan kan voor andere generische geneesmiddelen wel aan internationale prijszetting worden gedaan.

De heer Bert Anciaux (sp.a). - Ik reageerde op uw voorstel om de internationale benchmarking alleen voor de generische producten te realiseren. Dat zou heel die markt benadelen. Een andere zaak is als de generische producten extra ondersteuning krijgen.

De heer Louis Ide (N-VA). - Dat is niet correct. Als de heer Anciaux dat wenst, zal ik de brede context schetsen. De derdebetalersregeling kan niet worden geïsoleerd. Dan moet ook de DGEC worden hervormd, anders is misbruik van de derdebetalersregeling mogelijk. Ook met betrekking tot de geneesmiddelen past het amendement dat strekt tot een internationale prijszetting in een ruimer geheel. Het is zowel voor de generische industrie als voor de patentindustrie belangrijk dat een vaste vorm van besparingen wordt ingesteld. Ook alle bedrijven zijn vragende partij voor niet-fluctuerende besparingen.

Ik stel trouwens vast dat dit amendement niet met meerderheid tegen oppositie is verworpen. De heer Torfs heeft zich onthouden omdat hij vond dat het amendement valabele intellectuele argumenten bevatte.

Ten slotte wil ik even stilstaan bij een aantal zaken die tersluiks in het wetsontwerp houdende diverse dringende bepalingen worden ingevoerd. Men kan voor of tegen de substitutie zijn, maar het wordt via dit wetsontwerp wel geïntroduceerd voor antimycotica en antibiotica. Hieraan is geen fundamenteel debat voorafgegaan. Dat is een gemis. Het wordt gewoon ingevoerd, terwijl de discussie in de Medicomut aan de gang was. Dat blijkt uit de brieven die de artsensyndicaten hebben rondgestuurd - tenzij de minister zegt dat ze liegen - en waarin een fundamenteel maatschappelijk debat wordt gevraagd. De apothekers zijn evenmin blij met die beslissing. Ik vraag me trouwens af wie de eindverantwoordelijkheid gaat nemen.

Het is mogelijk dat er op die vragen antwoorden komen. Dat kan echter alleen in een maatschappelijk debat. Ik ben het er fundamenteel mee oneens dat dit op een dergelijke manier wordt geïntroduceerd.

Mme Laurette Onkelinx, vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales. - Lors de sa réunion du 30 janvier 2012, la Commission nationale médico-mutualiste a indiqué qu'elle a trouvé un consensus sur l'introduction de la possibilité de substitution par le pharmacien d'officine, pour les antibiotiques oraux, pour un usage aigu, sauf objection thérapeutique du médecin.

De heer Louis Ide (N-VA). - De minister negeert de brief van de artsensyndicaten. Ze zegt dat ze liegen.

De Medicomut is slechts één element. Er is ook nog het parlement. Ik betreur het dat het principe van de substitutie in een wetsontwerp houdende diverse bepalingen wordt geïntroduceerd. Het ware correcter geweest als de minister het had ingeschreven in een gezondheidswet waarover een rustig parlementair debat zou kunnen worden gevoerd. De minister moet toegeven dat dit geen correcte manier van doen is. Er is geen fundamenteel debat.

Mevrouw Laurette Onkelinx, vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen. - Het gaat om een proefproject. Vóór het systeem wordt uitgebreid is eerst een maatschappelijk debat vereist.

De heer Louis Ide (N-VA). - Het principe is hoe dan ook geïntroduceerd, tenzij de collega's een van mijn amendementen goedkeuren. In dat geval gaat het ontwerp terug naar de Kamer en hebben we iets meer tijd om een inhoudelijk debat te voeren over een aantal zaken die in het wetsontwerp worden aangebracht.

M. Philippe Mahoux (PS). - Voici donc plus de quinze ans qu'on discute de la substitution. Ce débat n'est pas entamé ex abrupto au parlement, dans le monde médical ou celui des pharmaciens.

Une initiative se devait donc d'être prise dans certains secteurs de la santé. Il existe un consensus pour considérer que c'est la substance active présente dans différentes spécialités pharmaceutiques qui doit être prise en compte. La liberté thérapeutique n'est pas mise en cause. Deux principes fondamentaux s'appliquent dans le système belge : la liberté thérapeutique et la liberté de choix de son thérapeute. Cette double liberté est extrêmement rare dans le monde. J'y suis particulièrement attaché. Elle permet une des meilleures qualités de soins au monde.

Les textes qui nous sont soumis aujourd'hui ne mettent pas en cause la liberté thérapeutique. Le pouvoir de substitution du pharmacien existe pour des produits contenant exactement le même principe actif. Pouvez-vous affirmer, monsieur Ide, que ceci met en péril la liberté thérapeutique ? La réponse est selon moi négative.

Dans le texte qui nous est proposé, on a eu la sagesse de préciser que, si le médecin considère que la substitution représente un danger, pour des raisons liées par exemple à une sensibilité particulière du malade, il peut le noter et la substitution n'est alors pas possible. La loi est extrêmement prudente et respectueuse des principes. Elle permet en outre de faire des économies dans le secteur de la santé où il ne convient pas nécessairement de réduire les dépenses mais de considérer que chaque dépense doit être faite pour améliorer la santé de la population. Le texte va dans ce sens. Je suis certain que vous êtes d'accord avec moi, monsieur Ide.

De heer Louis Ide (N-VA). - Inderdaad, de discussie over het voorschrift op stofnaam woedt al lang. Daarover zijn we het eens. Meer nog, er moet dringend een farmacotherapeutisch overleg komen zodat apothekers en huisartsen elkaar in de eerste lijn vlugger vinden en er een soort regionaal of lokaal formularium komt waardoor substitutie niet aan de orde is.

Voorts kunnen we het gebruik van goedkope geneesmiddelen ook stimuleren door positieve incentives. Dat is trouwen een N-VA-voorstel. Europa staat overigens toe dat artsen beloont die goedkoop voorschrijven, op een creatieve manier worden beloond. Dat is het tegenovergestelde van penaliseren als men een bepaalde doelstelling niet haalt. Er zijn dus voldoende maatregelen om goedkoop voorschrijven te bevorderen en op die manier ook te besparen.

Ik geef wel toe dat de substitutie lichtjes wordt afgezwakt door de mogelijkheid om bij een therapeutische indicatie op merknaam voor te schrijven. Ik weet niet of dat een goede oplossing is. Ofwel gaan we ervoor ofwel niet, maar dan voeren we er wel eerst een debat over.

Ik ga zelfs een stapje verder. Als het over antibiotica gaat, is het misschien nog te aanvaarden, maar met antimycotica ligt het iets gevoeliger. In de Medicomut ging het over substitutie in acute situaties, maar in dit ontwerp is het ruimer.

Ik denk niet dat we tot een oplossing komen. Ik ben niet zo naïef te denken dat de collega's ook maar één amendement zullen goedkeuren, maar we mogen niet opgeven. Ik roep hierbij iedereen op om eens goed na te denken over wat we hier aan het doen zijn. Het is jammer dat we zelfs hier geen maatschappelijk debat over een bepaald principe meer kunnen voeren.

Mevrouw Marleen Temmerman (sp.a). - Ik denk dat we het maatschappelijke debat al aan het voeren zijn.

Het ontwerp van wet houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid dat we vandaag bespreken, stelt besparingsmaatregelen voor die onze goedkeuring verdienen. We zijn dan ook tevreden met de voorstellen die de minister doet en kunnen enkel benadrukken dat de voorgestelde ingrepen belangrijk en noodzakelijk zijn omdat ze de kwaliteit van onze gezondheidszorg niet negatief zullen beïnvloeden, maar een positieve weerslag op de begroting zullen hebben.

Tijdens de bespreking in commissie gaf het artikel over substitutie al aanleiding tot heel wat discussie. Dat is ook vandaag weer het geval. Zoals ik toen al zei, is het voor de therapeutische vrijheid zeer belangrijk dat er niet-substitueerbare uitzonderingsmaatregelen bestaan. Toch hoop ik dat die niet te pas en te onpas zullen worden gebruikt. De therapeutische vrijheid zorgt ervoor dat artsen kunnen voorschrijven wat ze willen, maar gelukkig zijn er tegenwoordig ook meer en meer evidence-based richtlijnen. De therapeutische vrijheid die we zo hoog in het vaandel dragen, wordt immers vaak beïnvloed door factoren die niet meteen iets met de volksgezondheid te maken hebben. Het systeem zoals het nu wordt voorgesteld, kan zeer redelijk zijn. Het moet uiteraard goed begeleid en opgevolgd worden, maar ik ga ervan uit dat dat ook zal gebeuren. Ik stel voor dat we in het najaar een eerste evaluatie houden. Dat kan dan meteen een aanleiding vormen tot het voeren van een ruim maatschappelijk debat waar de heer Ide terecht naar vraagt en waar de minister ook achter staat.

Onze fractie is tevreden dat de minister knopen heeft doorgehakt. Ze krijgt dan ook onze volledige steun.

We hopen dat de minister in samenspraak met de minister van Economie de komende maanden nog verder zal werken aan het inperken van het geneesmiddelenbudget en de overconsumptie in onder meer de rustoorden. We weten dat de overconsumptie van geneesmiddelen ook een bekommernis van de minister is. Prijsbeheersing is één zaak, maar het volume genees-, slaap- en kalmeermiddelen dat in onze rustoorden wordt voorgeschreven is bij de hoogste van Europa. Deze problematiek verdient zeker ook onze aandacht.

Tot slot wil ik een van mijn stokpaardjes benadrukken, namelijk de derdebetalersregeling. Er zijn al heel wat stappen gedaan, maar er moet ook worden nagedacht over onze voorstellen om de automatische derdebetaler voor de sociaal zwakkeren te veralgemenen.

M. Philippe Mahoux (PS). - J'ai déjà eu l'occasion d'avoir un échange de vues avec mon collègue, sénateur et médecin, M. Ide. J'ai donc dit l'essentiel.

Je voudrais toutefois rappeler que, dans notre pays, chacun doit avoir droit aux meilleurs soins possibles, quel que soit son niveau de fortune, quelle que soit sa situation sociale. Ce principe est fondamental.

Pour cela, chaque euro dépensé dans les soins de santé doit l'être pour améliorer la santé de la population. C'est la raison pour laquelle nous apporterons avec enthousiasme notre suffrage au projet de loi qui nous est soumis car l'application de texte nous permettra d'atteindre cet objectif.

Quand on prescrit un médicament, il ne suffit pas de tenir compte du principe actif, il faut aussi connaître et prendre en considération l'enrobage du médicament et ses effets allergènes éventuels. C'est pourquoi on laisse au médecin la possibilité de considérer que sa prescription ne peut être ni interprétée ni modifiée.

Monsieur Ide, nous sommes d'accord sur les objectifs et je me félicite de la qualité de nos échanges. (Applaudissements)

-La discussion générale est close.